31 710 Deltaprogramma

Nr. 16 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 16 april 2010

De vaste commissie voor Economische Zaken¹ heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Economische Zaken inzake de tender windenergie op zee (2010Z05223/2010D15139).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 14 april 2010. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Timmer

De griffier van de commissie,

Franke

• In hoeverre acht het kabinet zich nog bevoegd tot het uitvoeren van de tenderregeling Wind op Zee, gezien zijn huidige demissionaire status?

De Regeling windenergie op zee 2009 (hierna: tenderregeling) is gepubliceerd op 24 november 2009 in Staatscourant nummer 17851. Op 1 maart 2010 is de tender gesloten en er zijn 16 subsidieaanvragen ingediend voor 10 locaties. Het beoordelen van deze subsidieaanvragen is geen nieuw beleid, maar uitvoering van een bestaande regeling. Ik acht het kabinet derhalve bevoegd om deze bestaande regeling uit te voeren.

• Heeft het controversieel verklaren van het Nationaal Waterplan gevolgen voor de snelheid en de omvang van tenderronde twee van Wind op Zee?

Het Nationaal Waterplan heeft geen invloed op de uitvoering van de tenderregeling. De gebiedsaanwijzing in het Nationaal Waterplan maakt uitgifte van windkavels in een volgende ronde mogelijk. In het Nationaal Waterplan en de aanvullende zoekopdracht om extra windgebieden voor de Hollandse Kust en boven de Wadden te vinden, wordt rekening gehouden met de windparken, die momenteel een Wbr-vergunning hebben.

• Zo ja, welke gevolgen heeft dit precies en welke onderdelen uit het Nationaal Waterplan zouden doorgang moeten vinden om deze gevolgen te voorkomen?

Het Nationaal Waterplan is niet van invloed op deze huidige tenderregeling.

• Hoe staat het met de uitvoering van ronde twee? Is de planning van 950 MW nog steeds van kracht zodat medio 2010 duidelijk wordt wie het geplande vermogen mag gaan bouwen?

Momenteel worden de subsidieaanvragen beoordeeld. Naar verwachting kunnen de eerste beschikkingen, die volledig binnen het beschikbare budget passen, begin mei worden verzonden. Op deze beschikkingen moet uiterlijk binnen 8 weken een getekende uitvoeringsovereenkomst worden ingediend en daarna kan het restbudget worden bepaald. De procedure rond het restbudget kan vervolgens ook enige tijd vergen.

Op het moment dat de beschikkingen worden verstuurd, zal ook meer bekend worden over de geplande productiecapaciteit. Een definitief beeld hiervan kan ik pas geven op het moment dat alle aanvragen zijn afgehandeld en bijbehorende uitvoeringsovereenkomsten zijn afgesloten.

• Kunt u de Kamer nader informeren over de stand van zaken rond de vormgeving van het concessiestelsel in ronde drie?

Ik heb u in mijn brief van 3 september 2009 (TK 2008/2009 – 31 239, nr 70) geïnformeerd over een wetgevingstraject voor de uitgifte van windgebieden in ronde drie. Die wetgeving zal door het nieuwe kabinet in procedure kunnen worden gebracht bij de Raad van State en daarna de Tweede Kamer. Op ambtelijk niveau zal aan deze wetgeving verder worden gewerkt. Bij deze wetgeving zal tevens worden gewerkt aan de wetgeving ten behoeve van het Net op zee, waarover ik u op 19 februari heb geïnformeerd (TK 2009/2010, 31 239, nr 91). Op die wijze kan een nieuw kabinet kort na aantreden een beslissing nemen inzake deze wetsvoorstellen.

• Kunt u het advies van de Taskforce Wind op Zee dat in april a.s. verschijnt, naar de Kamer sturen zodra dit in uw bezit is?

Ik heb begrepen, dat de Taskforce Wind op Zee momenteel haar werkzaamheden afrondt, maar dat het schrijven van het eindadvies iets meer tijd vergt, zodat de datum van 1 april niet wordt gehaald. Zodra het advies aan mij wordt aangeboden, zal ik deze aanbieden aan uw Kamer.

---

1 Samenstelling:

Leden: Vlies, B.J. van der (SGP), Schreijer-Pierik, J.M.G. (CDA), Vendrik, C.C.M. (GL), Hoopen, J. ten (CDA), Spies, J.W.E. (CDA), Ham, B. van der (D66), Velzen, K. van (SP), Aptroot, Ch.B. (VVD), Smeets, P.E. (PvdA), Samsom, D.M. (PvdA), Timmer, A.J. (PvdA), Voorzitter, Irrgang, E. (SP), Jansen, P.F.C. (SP), Biskop, J.J.G.M. (CDA), Ondervoorzitter, Ortega-Martijn, C.A. (CU), Blanksma-van den Heuvel, P.J.M.G. (CDA), Burg, B.I. van der (VVD), Graus, D.J.G. (PVV), Zijlstra, H. (VVD), Besselink, M. (PvdA), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Ouwehand, E. (PvdD), Vos, M.L. (PvdA), Rouwe, S. de (CDA) en Elias, T.M.Ch. (VVD).

Plv. Leden: Staaij, C.G. van der (SGP), Dijk, J.J. van (CDA), Sap, J.C.M. (GL), Vroonhoven-Kok, J.N. van (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout, J.D.M.P. (CDA), Koşer Kaya, F. (D66), Ulenbelt, P. (SP), Blok, S.A. (VVD), Boelhouwer, A.J.W. (PvdA), Kalma, P. (PvdA), Kraneveldt-van der Veen, M. (PvdA), Karabulut, S. (SP), Luijben, A.P.M. (SP), Nerée tot Babberich, F.J.F.M. de (CDA), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Atsma, J.J. (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink, I. (VVD), Bosma, M. (PVV), Meeuwis, CLM (VVD), Dam, M.H.P. Van (PvdA), Gerkens, A.M.V. (SP), Thieme, M.L. (PvdD), Heerts, A.J.M. (PvdA), Algra, R.H. (CDA) en Weekers, F.H.H. (VVD).