Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31707 nr. 12 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31707 nr. 12 |
Ontvangen 6 november 2008
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel II, onderdeel A, wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
11. In afwijking van het eerste lid kan bij ministeriële regeling worden bepaald dat het UWV bij wijze van experiment de subsidie voor loonkosten kan verstrekken aan een persoon die op de eerste dag van de dienstbetrekking de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt, met dien verstande dat: a. in de ministeriële regeling de duur van het experiment wordt bepaald;
b. de duur van het experiment met maximaal een jaar kan worden verlengd;
c. bij voortijdige beëindiging van het experiment Onze Minister een overgangsregeling vaststelt; en
d. voldoende tijdig voor het einde van de werkingsduur van de ministeriële regeling een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het experiment in de praktijk, alsmede een standpunt inzake de voortzetting ervan anders dan als experiment aan de Staten-Generaal wordt toegezonden.
Aan artikel III, onderdeel A, wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
3. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
11. In afwijking van het eerste lid kan bij ministeriële regeling worden bepaald dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bij wijze van experiment de subsidie voor loonkosten kan verstrekken aan een persoon die op de eerste dag van de dienstbetrekking de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt, met dien verstande dat:
a. in de ministeriële regeling de duur van het experiment wordt bepaald;
b. de duur van het experiment met maximaal een jaar kan worden verlengd;
c. bij voortijdige beëindiging van het experiment Onze Minister een overgangsregeling vaststelt; en
d. voldoende tijdig voor het einde van de werkingsduur van de ministeriële regeling een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het experiment in de praktijk, alsmede een standpunt inzake de voortzetting ervan anders dan als experiment aan de Staten-Generaal wordt toegezonden.
Aan artikel IV, onderdeel A, wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
3. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
11. In afwijking van het eerste lid kan bij ministeriële regeling worden bepaald dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bij wijze van experiment de subsidie voor loonkosten kan verstrekken aan een persoon die op de eerste dag van de dienstbetrekking de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt, met dien verstande dat:
a. in de ministeriële regeling de duur van het experiment wordt bepaald;
b. de duur van het experiment met maximaal een jaar kan worden verlengd;
c. bij voortijdige beëindiging van het experiment Onze Minister een overgangsregeling vaststelt; en
d. voldoende tijdig voor het einde van de werkingsduur van de ministeriële regeling een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het experiment in de praktijk, alsmede een standpunt inzake de voortzetting ervan anders dan als experiment aan de Staten-Generaal wordt toegezonden.
Aan artikel V, onderdeel A, wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
3. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
11. In afwijking van het eerste lid kan bij ministeriële regeling worden bepaald dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bij wijze van experiment de subsidie voor loonkosten kan verstrekken aan een persoon die op de eerste dag van de dienstbetrekking de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt, met dien verstande dat:
a. in de ministeriële regeling de duur van het experiment wordt bepaald;
b. de duur van het experiment met maximaal een jaar kan worden verlengd;
c. bij voortijdige beëindiging van het experiment Onze Minister een overgangsregeling vaststelt; en
d. voldoende tijdig voor het einde van de werkingsduur van de ministeriële regeling een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het experiment in de praktijk, alsmede een standpunt inzake de voortzetting ervan anders dan als experiment aan de Staten-Generaal wordt toegezonden.
Aan artikel VI, onderdeel A, wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
3. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
11. In afwijking van het eerste lid kan bij ministeriële regeling worden bepaald dat het UWV bij wijze van experiment de subsidie voor loonkosten kan verstrekken aan een persoon die op de eerste dag van de dienstbetrekking de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt, met dien verstande dat:
a. in de ministeriële regeling de duur van het experiment wordt bepaald;
b. de duur van het experiment met maximaal een jaar kan worden verlengd;
c. bij voortijdige beëindiging van het experiment Onze Minister een overgangsregeling vaststelt; en
d. voldoende tijdig voor het einde van de werkingsduur van de ministeriële regeling een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het experiment in de praktijk, alsmede een standpunt inzake de voortzetting ervan anders dan als experiment aan de Staten-Generaal wordt toegezonden.
Met dit amendement wil de indiener bereiken dat de loonkostensubsidies die het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) mag geven voor mensen tot 50 jaar, bij wijze van experiment ook kunnen worden uitbetaald voor mensen die 50 jaar of ouder zijn. Het verlenen van deze loonkostensubsidie geschiedt dan in aanvulling op de (geheel, gedeeltelijk of niet verzilverde) premiekorting. Verstrekking hiervan kan alleen op basis van maatwerk. Hiertoe is een delegatiebepaling opgenomen voor een ministeriële regeling met nadere voorwaarden voor het experiment.
De voorgestelde premiekorting zal niet door alle ondernemingen volledig kunnen worden verzilverd. Verzilveringsproblemen zullen zich vooral voordoen bij kleine ondernemingen met enkele personeelsleden. Ook ondernemingen met personeel dat hoofdzakelijke wordt gerekruteerd uit uitkeringsgerechtigde 50-plussers, en/of met relatief veel werknemers van 62 jaar en ouder kunnen te maken krijgen met verzilveringsproblematiek. Het doel van het wetsvoorstel (versterking van de arbeidsmarktpositie van 62-plussers en van uitkeringsgerechtigde 50-plussers) wordt bij deze ondernemingen niet of nauwelijks bereikt. In zulke gevallen kan het in de rede liggen de werkgever een loonkostensubsidie te verstrekken in aanvulling op een gedeeltelijk of niet verzilverde premiekorting om het doel van het wetsvoorstel ook daar te realiseren.
Voorts merkt de indiener op dat de premiekorting voor 50-plussers in het eerste jaar na indiensttreding lager is dan de loonkostensubsidie die UWV kan inzetten voor re-integratie van 50-minnners, hoewel zowel 50-plussers als 50-minners een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt kunnen hebben. In specifieke gevallen kan het nodig zijn boven op de premiekorting nog een extra stimulans te geven om een werkgever te verleiden 50-plusser met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen.
Op voorhand is niet met zekerheid te zeggen wat de effectiviteit zal zijn van deze extra mogelijkheden om loonkostensubsidie te verstrekken. Daarom is ervoor gekozen hiermee eerst te experimenteren. Op 1 januari 2009 zou het experiment kunnen beginnen in een beperkt aantal kleine, middelgrote en grote gemeenten die samen een representatief beeld geven voor heel Nederland. Na 12 maanden zou dan duidelijk moeten zijn of deze extra mogelijkheden leiden tot meer uitstroom uit uitkeringen naar werk. Alsdan kan besloten worden over uitbreiding, voortzetting of stopzetting van het experiment.
Tichelaar
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31707-12.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.