31 700 XVI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2009

nr. 171
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juli 2009

Bijgaand informeer ik u over het vervolgonderzoek dat de IGZ heeft uitgevoerd naar de IC-zorg bij de ziekenhuizen met een Intensive Care (IC) niveau 1.

Aanleiding

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft in 2008 een thematisch onderzoek uitgevoerd naar de IC-zorg bij de ziekenhuizen met een kleine IC (IC niveau 1). De IGZ heeft geverifieerd of deze ziekenhuizen ten minste aan de essentiële voorwaarden voor verantwoorde zorg voor IC’s met niveau 1 voldoen.

Tijdens dat onderzoek bleek aanvankelijk dat veel ziekenhuizen niet aan de eisen voldeden. De IGZ heeft de ziekenhuizen vervolgens in de gelegenheid gesteld om verbeteringen door te voeren zodat zij alsnog aan de eisen konden voldoen. Na het indienen van plannen van aanpak door de ziekenhuizen bleek dat ruim 80% van de ziekenhuizen de verbeterpunten naar behoren had uitgewerkt. De IGZ heeft een specifiek handhavingsbeleid vastgesteld voor de ziekenhuizen die hun verbeterpunten onvoldoende hadden uitgewerkt. Na actieve openbaarmaking van dit handhavingsbeleid bleken alle ziekenhuizen op 12 december 2008 aan de essentiële voorwaarden voor verantwoorde zorg te kunnen voldoen.

De IGZ heeft haar bevindingen gepubliceerd in het rapport «IC-afdelingen van niveau 1: op weg naar verantwoorde zorg». Voor meer informatie over het rapport en mijn reactie hierop verwijs ik u naar mijn brief van 12 december 20081.

Vervolgonderzoek

In de brief van 12 december 2008 heb ik aangekondigd dat de IGZ gedurende het eerste kwartaal van 2009 alle ziekenhuizen met niveau 1 IC zal bezoeken om te verifiëren of alle ziekenhuizen nog aan de essentiële voorwaarden voor verantwoorde zorg voldoen.

De IGZ heeft getoetst op de volgende essentiële voorwaarden voor verantwoorde zorg, voorvloeiend uit de Kwaliteitswet zorginstellingen en nader geoperationaliseerd in de CBO-richtlijn:

1 Ieder ziekenhuis beschikt over ten minste één intensivist, die gedurende werkdagen overdag aanwezig is, ofwel: zonder intensivist geen IC;

2 De continuïteit van de intensieve zorg in avond, nacht en weekend is geborgd door beschikbaarheid van bevoegde en bekwame medische professionals;

3 Ieder ziekenhuis beschikt over een zorgbeleidsplan waarin is vastgelegd welke zorg het ziekenhuis en zijn IC verantwoord kunnen bieden in het licht van het niveau van de IC;

4 Ieder ziekenhuis beschikt over schriftelijk vastgelegde regionale samenwerkingsafspraken over de IC-zorg met ziekenhuizen met een hoger niveau IC-zorg.

De IGZ heeft in totaal 50 ziekenhuizen met een IC niveau 1 ter plaatse bezocht. In elk ziekenhuis zijn gesprekken gevoerd met de Raad van Bestuur, het hoofd van de afdeling IC en een IC-verpleegkundige.

Bevindingen van de IGZ

De IGZ stelt na analyse van haar bevindingen vast dat alle ziekenhuizen voldoen aan de essentiële voorwaarden voor verantwoorde zorg.

Dit betekent ten eerste dat alle ziekenhuizen voldoen aan de voorwaarden van zorgcontinuïteit (voorwaarden 1 en 2). Op alle IC’s niveau 1 is tijdens de daguren een intensivist bereikbaar en beschikbaar. Buiten de kantooruren wordt veelal gebruik gemaakt van een voorwacht, meestal een arts-assistent met een Fundamental Critical Care Support cursus (FCCS) of een overeenkomstige opleiding (of bij het ontbreken hiervan een anesthesist die in het ziekenhuis blijft (slapen)) en een intensivist als achterwacht, die direct bereikbaar is en zo nodig binnen twee uur beschikbaar op de IC-afdeling.

Daarnaast beschikken alle ziekenhuizen over een zorgbeleidsplan (voorwaarde 3). Dit resultaat betekent dat in alle ziekenhuizen afspraken zijn vastgelegd over de zorg die het ziekenhuis verantwoord kan bieden, gegeven het niveau van de IC. Aangezien de Raden van Bestuur zelf deze afspraken hebben vastgesteld zijn zij, conform hun verantwoordelijkheid, beter in staat de naleving van deze afspraken te toetsen.

Tot slot stelt de IGZ vast dat alle ziekenhuizen over schriftelijk vastgelegde regionale samenwerkingsafspraken beschikken (voorwaarde 4). Hiermee is een waarborg gecreëerd dat patiënten indien mogelijk en noodzakelijk tijdig overgeplaatst kunnen worden, of kan juist besloten worden dat een patiënt in hetzelfde ziekenhuis zorg blijft ontvangen, maar het ziekenhuis weet zich daarbij ondersteund door een intensivist uit het ziekenhuis met een hoger niveau IC.

Best practices regionale samenwerking

Tijdens de bezoeken aan de ziekenhuizen heeft de IGZ van een aantal interessante initiatieven kennisgenomen, met name op het gebied van de regionale samenwerking. Twee initiatieven die de IGZ in dit verband vanharte toejuicht betreffen de samenwerkingsprojecten van de zogenaamde A7- en A12-ziekenhuizen te Friesland respectievelijk Den Haag en omstreken.

Met deze projecten wordt beoogd een intensieve vorm van samenwerking tussen de verschillende IC-afdelingen te bewerkstelligen waardoor de patiënt te allen tijde de zorg kan krijgen die hij nodig heeft.

Reactie minister

Het is goed te mogen constateren dat alle ziekenhuizen met een IC niveau 1 voldoen aan de essentiële voorwaarden voor verantwoorde zorg. De verbeterslag, die de ziekenhuizen met een IC niveau 1 in 2008 hebben ingezet is met dit vervolgonderzoek bevestigd.

Ik ben ervan overtuigd dat de IGZ door de gekozen opzet, namelijk het voeren van gesprekken op locatie én op verschillende niveaus binnen het ziekenhuis, een goed oordeel heeft kunnen vormen over de naleving van de essentiële voorwaarden voor verantwoorde zorg. Ik waardeer de keuze van de IGZ voor deze onderzoeksopzet. Ook waardeer ik de volledige bereidheid van de ziekenhuizen om aan het vervolgonderzoek mee te werken. Hierdoor was de IGZ in staat om het vervolgonderzoek voortvarend uit te voeren.

Zoals ik eerder berichtte, acht ik het van groot belang dat de patiënt ervan uit kan gaan dat het niveau van geleverde zorg en type behandelingen dat in het ziekenhuis plaatsvindt in lijn is met het niveau van IC-zorg dat het ziekenhuis kan bieden. Ieder ziekenhuis moet realistisch zijn over de zorg die het op verantwoorde wijze kan leveren en dat daarbij zoveel mogelijk samenwerking gezocht wordt met ziekenhuizen in de regio. Dat de ziekenhuizen op diverse plaatsen in het land steeds meer initiatieven ontplooien om de regionale samenwerking te versterken vind ik een goede ontwikkeling.

Zowel het thematisch onderzoek als het vervolgonderzoek van de IGZ hebben in mijn ogen bijgedragen aan het herstel van het vertrouwen in het functioneren van de IC-afdelingen van niveau 1. De kwaliteit van de IC-zorg in Nederland moet uiteraard op het juiste niveau blijven. De IGZ zal op de essentiële criteria voor het leveren van verantwoorde zorg blijven toezien en zonodig handhaven.

Tot slot

In 2009 bereidt de IGZ een thematisch onderzoek voor naar de kwaliteit van zorg van de ziekenhuizen met een IC op niveau 2 en 3, in nauwe samenwerking met experts uit het veld en de betrokken wetenschappelijke verenigingen. Nadrukkelijk zal de IGZ bij haar onderzoek naar de uitkomst van zorg kijken. Dit onderzoek zal in 2010 worden uitgevoerd. Ik verwacht u eind 2010 het rapport van de IGZ te kunnen aanbieden.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 700 XVI, nr. 104.

Naar boven