nr. 110
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2008
In mijn brief van 12 december 2008 heb ik u mijn reactie op het rapport
van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) «IC-afdelingen van niveau
1: op weg naar verantwoorde zorg» gegeven (Kamerstuk 31 700 XVI,
nr. 104). Op diezelfde dag heeft de IGZ tijdens een NOVA-uitzending haar
rapport nader toegelicht. Er is bij uw Kamer behoefte aan duidelijkheid over
de stand van zaken met betrekking tot het functioneren van de IC-afdelingen.
Met deze brief informeer ik u hierover.
Voor het rapport van de IGZ alsmede mijn reactie hierop verwijs ik u naar
mijn brief van 12 december 2008.
Doel: Verantwoorde zorg
Voorop staat dat de IC’s verantwoorde zorg moeten verlenen. Hiertoe
hebben de veldpartijen in 2006 de CBO-richtlijn «Organisatie en werkwijze
op intensive care-afdelingen voor volwassenen» opgesteld met de criteria
waaraan de IC-afdelingen per niveau moeten voldoen. Hoewel het veld aangeeft
dat de vertaling van deze richtlijn naar de praktijk en de implementatie ervan
tot 2011 geleidelijk zal plaatsvinden, neemt de IGZ het standpunt in dat aan
de cruciale voorwaarden inmiddels voldaan had moeten worden. Hiertoe behoort
het hebben van een intensivist en het garanderen van beschikbaarheid van adequate
medische IC-deskundigheid binnen 5 minuten in de avond, nacht en weekend.
Deze opstelling van de IGZ onderschrijf ik.
Instrument: Handhavingsbeleid IGZ
Tijdens het onderzoek bleek aanvankelijk dat veel ziekenhuizen niet aan
de eisen van de richtlijn voldoen. De IGZ heeft betrokken ziekenhuizen hiervan
tijdig in kennis gesteld. De IGZ heeft de ziekenhuizen in de gelegenheid gesteld
om verbeteringen door te voeren zodat zij wel aan eisen konden voldoen.
De IGZ heeft een specifiek handhavingsbeleid voor de IC’s ontwikkeld,
wat onder meer inhoudt dat ziekenhuizen in beginsel hun IC-activiteiten moeten
staken indien er geen intensivist is en/of geen waarborg is voor de continuïteit
in de avond, nacht en weekend. IGZ handhaaft daarbij proportioneel.
Voor IC’s betekent dit handhavingsbeleid dat tien ziekenhuizen hun
IC-activiteiten hadden moeten staken en de acute zorg voor patiënten
hadden moeten garanderen met een 24-uurs recovery of een «acute-zorg-afdeling».
In de praktijk betekent dit dat het opname- en operatiebeleid op het ontbreken
van een IC afgestemd moet worden en dat voor de verdere opvang van patiënten
afspraken binnen de regio gemaakt worden. Het ziekenhuis maakt in voorkomende
gevallen per patiënt die op het moment van sluiting op een intensive
care ligt een zorgvuldige afweging wat in het belang van de patiënt de
beste oplossing is.
Proces
Op woensdag 10 december is dit handhavingsbeleid door de IGZ medegedeeld
aan de tien ziekenhuizen die òf geen intensivist hadden òf de
afspraken gedurende avond, nacht en weekend niet verantwoord hadden geregeld.
Dit is zowel mondeling als schriftelijk gebeurd.
Op donderdag 11 december is het rapport onder embargo verstrekt aan
de voorzitters van de Orde van Medisch Specialisten, de Nederlandse Vereniging
van Ziekenhuizen (NVZ), de vereniging van samenwerkende algemene ziekenhuizen
(SAZ) en de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF).
Op vrijdagochtend 12 december is het rapport – dat vrijdagmiddag
zou verschijnen – uitgelekt.
In de loop van vrijdag 12 december hebben acht voornoemde ziekenhuizen
alsnog aan de IGZ laten weten zodanige verbetermaatregelen te hebben getroffen
dat zij aan de minimale voorwaarden van verantwoorde zorg voldoen. Bijvoorbeeld
doordat het gelukt is een intensivist volledig vrij te maken of van buiten
aan te trekken. IJsselmeerziekenhuizen in Lelystad had bericht dat het geen
IC-zorg meer levert en het Ruwaard van Putten Ziekenhuis in Spijkenisse had
de IC-activiteiten reeds enkele weken geleden op aandrang van de IGZ gestaakt.
De IGZ heeft maandagavond 15 december deze acht ziekenhuizen onaangekondigd
bezocht en daarbij geconstateerd dat de verbetermaatregelen daadwerkelijk
zijn doorgevoerd. Dit betreft de volgende ziekenhuizen: Ropcke Zweers in Hardenberg,
Zuwe Hofpoort in Woerden, St.Anna in Geldrop, Alysis-Zevenaar, Elkerliek in
Helmond, Oosterschelde in Goes, Diaconessenhuis in Leiden en Van Weel Bethesda
in Dirksland. Ik acht deze bezoeken van belang opdat verantwoorde zorg niet
alleen op papier, maar ook feitelijk in de praktijk, gegarandeerd is.
De IGZ zal in het eerste kwartaal van 2009 alle ziekenhuizen met een IC
op niveau 1 opnieuw bezoeken. Tevens zal de IGZ in 2009 starten met een onderzoek
naar de kwaliteit van de zorg in ziekenhuizen met een IC op niveau 2 en 3.
Tot slot
Voor het vertrouwen in het functioneren van de IC-afdelingen van niveau
1 is het goed en noodzakelijk dat maatregelen zijn genomen. Dit is uiteraard
van groot belang voor de patiënt. Daarbij wil ik opmerken dat uit oogpunt van patiëntveiligheid een spontane naleving van de minimale
voorwaarden vanzelfsprekend moet zijn. Een dergelijk repressief handhavingsbeleid
van de IGZ is dan uiteraard niet nodig. Ik acht het van groot belang dat de
IGZ de IC-zorg in Nederland de komende periode actief blijft monitoren en
gebruik blijft maken van de bevoegdheid ziekenhuizen onaangekondigd te bezoeken.
Daarbij verwacht ik zowel van de raad van bestuur, als de raad van toezicht
als de medische staf in ziekenhuizen een actieve houding om te allen tijde
verantwoorde zorg te leveren.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink