nr. 158
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juni 2009
Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, van de Wet onafhankelijke risicobeoordeling
Voedsel en Waren Autoriteit stuur ik u bijgaand de rapportage van de Raad
van Advies over Bureau risicobeoordeling (BuR) over 2008.
Ik ben verheugd dat de Raad van Advies tot de conclusie komt dat de in
2008 uitgebrachte adviezen van het Bureau risicobeoordeling voldoen aan de
criteria van wetenschappelijke kwaliteit. De Raad doet in zijn rapportage
drie aanbevelingen en concludeert niet alleen dat de adviezen van het Bureau
van gemiddeld hoog niveau zijn, maar constateert bovendien een continue verbetering
in de uitvoering van de taken. Ik onderschrijf de opmerking en de aanbevelingen.
In aanvulling op het bovenstaande wil ik melden dat in 2008 de rol van
het Bureau risicobeoordeling tegen het licht is gehouden. Hieruit is voortgekomen
dat het Bureau blijft opereren als intermediair tussen de departementen, de
nieuwe VWA en de huisinstituten RIVM en RIKILT. Een voorwaarde voor dit alles
is een goede aansluiting tussen de werkzaamheden van Bureau Risicobeoordeling,
RIVM, RIKILT en VWA.
Hierover zullen in 2009 nadere afspraken worden gemaakt. Het uitgangspunt
hierbij is dat de wetenschappelijke risicobeoordeling door de huisinstituten
zal worden uitgevoerd.
Het Bureau integreert deze vervolgens met andere relevante informatie
uit bijvoorbeeld risicomanagement en toezicht, tot een advies ter ondersteuning
van het beleid en ten behoeve van risicogestuurd toezicht. Deze ontwikkelingen
zullen bijdragen aan een optimale infrastructuur in Nederland op het gebied
van voedselveiligheid.
Voor meer informatie over de inhoud van de rapportage verwijs ik u naar
de bijlage.1
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg