nr. 120
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 december 2008
Op 24 november jl. heeft Kamerlid Atsma (CDA) tijdens de begrotingsbehandeling
Media een motie ingediend over de naleving van de Wet Bescherming Persoonsgegevens
op internet (31 700 VIII nr 49). Omdat het thema meer op het terrein
van mijn collega van Justitie ligt heb ik mij toen onthouden van een politiek
oordeel. In overleg met mijn collega van Justitie kan ik uw Kamer alsnog van
een politiek oordeel voorzien.
De in deze motie geconstateerde problematiek is reeds op 5 november
jl. aan de orde gesteld door de Kamerleden Heerts en Bouchibti in schriftelijke
vragen aan de ministers van Justitie en van Jeugd en Gezin. De antwoorden
op deze vragen heeft uw Kamer 5 december jl. ontvangen (Kamerstukken
II, 2008–2009, nr. 731). Daarin is uw Kamer uitvoerig toegelicht welke
inspanningen het College Bescherming Persoonsgegevens nu reeds verricht om
de in de motie gesignaleerde problematiek aan te pakken. Vanwege deze samenloop
acht ik onderhavige motie overbodig.
Het Kamerlid Van Dam heeft bij de mediabegroting een amendement ingediend
voor een geoormerkt extra budget van € 3 miljoen voor programmavernieuwing
bij de publieke omroep (31 700 VIII nr 46). Ik heb mijn oordeel over
dit amendement onthouden en toegezegd nog een gesprek hierover te voeren met
de publieke omroep en u daarover te informeren.
De publieke omroep heeft mij gemeld in 2009 een extra investering van € 0,5
miljoen uit de programmaversterkingsmiddelen te oormerken voor programmavernieuwing.
Voor 2010 span ik mij in om incidenteel extra budget, geoormerkt, toe te voegen
aan het budget van de publieke omroep voor programmavernieuwing, mits de omroepmiddelen
toereikend zijn. De toevoeging in 2010, waarbij ik er naar streef € 1,5
miljoen te kunnen vrijspelen, vormt de oploop naar 2011. In dat jaar kan structureel € 3
miljoen worden geoormerkt voor programmavernieuwing uit de tweede indicatieve
intensivering van het budget publieke omroep van € 50
miljoen. Hiermee wordt met ingang van 2011 structureel € 3 miljoen
extra uitgetrokken voor programmavernieuwing. Ik ontraad de Kamer reeds in
2009 € 3 miljoen structureel te oormerken voor programmavernieuwing,
omdat dat ten koste gaat van bestaande programmering. Ik hoop echter met bovenstaande
toezegging voldoende tegemoet te zijn gekomen aan hetgeen de indiener beoogt.
Op 11 december heeft het Kamerlid Remkes (VVD) twee amendementen
ingediend. Het amendement 31 700 VIII nr 84 beoogt een verlaging van
artikel 15 zodat een toevoeging van €5 miljoen aan het provinciefonds
kan worden gerealiseerd ten behoeve van de regionale omroep. Ik ontraad dit
amendement.
Voor 1 januari ontvangt de Kamer de evaluatie van de overdracht van
de financiering van de regionale omroep van Rijk naar Provincie. Ik heb de
Kamer toegezegd begin 2009 een brief over de regionale omroep toe te sturen.
Daarin reageer ik op het evaluatierapport van het Commissariaat voor de Media,
op het rapport Kracht in de Regio van ROOS en
IPO en de nota Stemmen uit de Regio van de heer
Atsma. In aanloop naar deze brief overleg ik uiteraard met het IPO over de
financiering van de regionale omroep, waar zij volgens de mediawet verantwoordelijk
voor zijn.
Het tweede amendement van de heer Remkes met nummer 31 700 VIII nr
85 haalt de ondersteuning van de programma- of kabelraden in de tweede helft
van 2009 uit de begroting. VVD is voor coregulering en dat maakt in de visie
van de VVD de ondersteuning van Kabelraden.nl overbodig.
Ik ontraad dit amendement omdat het te veel op de zaken vooruit loopt.
Zolang de huidige programmaraden bestaan en niet zijn vervangen door een ander
instrument voor consumenteninvloed, is het nodig hen te ondersteunen. In het
debat over de mediabegroting heb ik u toegezegd begin 2009 een brief te sturen
over de consumenteninvloed op de kabel en de toekomst van programmaraden.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R. H. A. Plasterk