31 585 Goedkeuring van het op 17 juni 2008 te ‘s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag tot herziening van het op 3 februari 1958 gesloten Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie (Trb. 2008, 135)

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juli 2020

Graag bied ik uw Kamer de «Evaluatie van de Benelux Unie-samenwerking 2013–2019» aan1.

Beide Kamers hebben in het verleden om een periodieke evaluatie van de Benelux-samenwerking gevraagd bij de behandeling van de goedkeuring van het Verdrag tot herziening van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie (Kamerstuk 31 585). Een eerdere evaluatie werd in 2012 voltooid door de Directie Onderzoek en Beleidsevaluatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze tweede evaluatie werd uitgevoerd door Instituut Clingendael en Significant APE.

Het doel van deze evaluatie was tweeledig. Ten eerste inzicht geven in de wijze waarop gevolg is gegeven aan de aanbevelingen van de eerste evaluatie uit 2012, die betrekking hadden op de toegevoegde waarde van de Benelux Unie en op de verbeteringen die werden beoogd met de inwerkingtreding van het nieuwe Benelux-Verdrag. Daarnaast duidelijk maken in hoeverre de met het nieuwe Benelux-Verdrag (2008) nagestreefde doelstellingen van politieke aansturing, inhoudelijke focus en flexibiliteit in de praktijk worden gerealiseerd en welke resultaten en maatschappelijke baten de samenwerking oplevert.

Aan het eind van de zomer zal uw Kamer een beleidsreactie toekomen, waarin wordt ingegaan op de verschillende bevindingen uit het evaluatierapport.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven