nr. 3
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat de op 30 juni 2008 te Brussel
tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Europese Unie en Australië inzake
de verwerking en doorgifte van persoonsgegevens van passagiers (PNR) uit de
Europese Unie door luchtvaartmaatschappijen aan de Australische douane (Trb.
2008, 170) ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal
behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
De op 30 juni 2008 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tussen
de Europese Unie en Australië inzake de verwerking en doorgifte van persoonsgegevens
van passagiers (PNR) uit de Europese Unie door luchtvaartmaatschappijen aan
de Australische douane, waarvan de Nederlandse tekst is geplaatst in Tractatenblad
2008, 170, wordt goedgekeurd voor Nederland.
Artikel 2
1. Het College bescherming persoonsgegevens, bedoeld in artikel 51,
eerste lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens, wordt aangewezen als
bevoegde autoriteit in de zin van artikel 12 van de Overeenkomst, genoemd
in artikel 1.
2. Het College bescherming persoonsgegevens is bevoegd tot oplegging
van een last onder bestuursdwang ter handhaving van een besluit tot opschorting
in de zin van artikel 12 van de Overeenkomst, genoemd in artikel 1.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Minister van Buitenlandse Zaken,