nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2008
Het kabinet heeft onlangs besloten tot het laten uitvoeren van een tweetal
interdepartementale beleidsonderzoeken (IBO’s).1
De taakopdracht met de aanleiding en de probleemstelling van deze IBO’s
zijn in de bijlage van deze brief opgenomen.
Procedurele richtlijnen en tijdschema
De onderzoeken worden uitgevoerd volgens de Procedurele Richtlijnen voor
de Interdepartementale Beleidsonderzoeken, en dienen uiterlijk op 1 april
te worden voltooid. Het streven is erop gericht om openbaarmaking van de onderzoeksrapporten,
tezamen met het kabinetsstandpunt, vóór de zomer te doen plaatsvinden.
De minister van Financiën,
W. J. Bos
TAAKOPDRACHT IBO VEREENVOUDIGING TOESLAGEN
Aanleiding
De rijksoverheid draagt met verschillende vormen van toeslagen bij in
de kosten van zorg, huur, kinderopvang en kinderen. Het gaat om huur-, zorg-,
kinderopvang- en kindertoeslag (vanaf 2009 kindgebonden budget geheten).
De Belastingdienst/Toeslagen is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze
toeslagen. In totaal worden iedere maand circa 8 miljoen voorschotten voor
toeslagen uitbetaald. Een complicerende factor daarbij is dat al deze voorschotten één
of meerdere malen per jaar wijzigen. De grote aantallen zorgen ervoor dat –
ook bij een probleem dat een zeer klein percentage van de doelgroep betreft –
een aanzienlijk aantal mensen met problemen te maken krijgt.
In de praktijk blijkt dat de begrijpelijkheid van de toeslagen voor de
burger te wensen overlaat. Zo zijn met name de huur- en kinderopvangtoeslag
dermate ingewikkeld dat bij het invullen van de aanvraag- en wijzigingsformulieren
veel fouten worden gemaakt. Dit leidt tot langere aanvraagtermijnen en/of
verkeerde toeslagbedragen. Een ander uitvoeringsprobleem voor de Belastingdienst
is dat bepaalde grondslagen voor de toeslagen niet goed (objectief) toetsbaar
blijken te zijn, of de toetsgegevens niet betrouwbaar zijn. Denk bijvoorbeeld
aan de huurprijs of de verblijfstatus van de ontvanger van de toeslag. Dit
bemoeilijkt het toezicht en daarmee de rechtmatige uitvoering. Bij de zorgtoeslag
zorgt vooral het grote aantal (ongeveer 5 miljoen) toeslagen voor problemen.
Tot slot leggen de vele uitzonderingen een groot beslag op de uitvoeringscapaciteit
in verhouding tot het aantal aanvragen dat het betreft.
Het kabinet heeft – gezien deze knelpunten – bij verschillende
gelegenheden1 aangegeven dat vereenvoudigingen
in de toeslagen noodzakelijk zijn. In dit IBO zal worden onderzocht hoe deze
kunnen worden vormgegeven. Gedacht kan worden aan forfaitaire bedragen, het
gebruik maken van reeds aanwezige, betrouwbare gegevens (zoals nu al de gegevens
van de kinderbijslag voor de kindertoeslag) etc.
Het wettelijke kader voor de uitvoering van de inkomensafhankelijke regelingen
wordt gevormd door de Awir (Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen).
De evaluatie van de Awir die drie jaar na inwerkingtreding dient te worden
uitgevoerd, zal daarom benut worden bij dit IBO.
Probleemstelling
Hoe kunnen de verschillende toeslagen zodanig worden vereenvoudigd dat
de burger deze regelingen goed begrijpt en eenvoudig kan ontvangen en dat
de Belastingdienst deze in de toekomst nagenoeg probleemloos kan uitvoeren?
Uitgangspunten zijn budgettaire neutraliteit en dat aan de achterliggende
doelstellingen van de individuele toeslagen recht gedaan wordt.
Onderzoeksaanpak
• Inventarisatie van de huidige problemen bij de uitvoering van de
inkomensafhankelijke regelingen en de Awir. Benut daarbij – zover relevant –
mogelijke inzichten van de evaluatie van Awir.
• Opstellen van een programma van eisen waaraan de vormgeving van
de toeslagregelingen en de Awir moeten voldoen. Denk bijvoorbeeld aan objectief
toetsbare grondslagen waarvan toetsing administratief mogelijk is, een beperking
van het aantal grondslagen, harmonisatie van begrippen en (draagkracht)
principes en het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik;
• Uitwerken van concrete beleidsvarianten voor wijzigingen in de
regelingen en/of de Awir. De focus ligt op het vergroten van de begrijpelijkheid
en de uitvoerbaarheid. Daarnaast kunnen beleidsvarianten aan de orde komen
voor problemen die bij de evaluatie van de Awir worden gesignaleerd maar die
van een andere orde zijn.
Samenstelling werkgroep
Financiën, VWS, J&G, OCW, WWI, SZW, EZ, CPB en (evt.) nog twee
externe deskundigen.