31 574
PKB Randstad 380 kV verbinding Haarlemmemeer Oost

nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2008

Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) het kabinetsstandpunt betreffende de planologische kernbeslissing «Randstad 380 kV verbinding Haarlemmermeer Oost»1  alsmede de bundel van zienswijzen2 en het achterliggende milieueffectrapport2.3

Deze planologische kernbeslissing (pkb) houdt verband met het feit dat, om het transport van elektriciteit in de Randstad in de toekomst te kunnen waarborgen, nieuwe 380 kV hoogspanningsverbindingen moeten worden aangelegd tussen Beverwijk en Zoetermeer en tussen Wateringen en Zoetermeer. De voorliggende pkb heeft betrekking op de eerstgenoemde verbinding: de «Noordring».

Het gebied waarbinnen het tracé van de verbinding kan worden gezocht, wordt neergelegd in een planologische kernbeslissing (pkb). In dat verband is begin dit jaar de pkb «Randstad 380 kV verbinding» vastgesteld. In mijn brief van 6 februari 2008 (Kst. 30 892, nr. 12) heb ik u meegedeeld dat de minister van VROM en ikzelf voornemens waren een partiële herziening van deze pkb voor te bereiden. Doel hiervan is, het zoekgebied voor de Noordring voor zover dat ten oosten van Hoofddorp ligt, te wijzigen in een zoekgebied gebaseerd op een voorstel van de gemeente Haarlemmermeer.

Dit voorstel was eerder aan de orde gekomen tijdens de parlementaire behandeling van de pkb «Randstad 380 kV verbinding» op 24 juni jl.

In mijn brief van 26 augustus jl. (Kst. 31 574, nr. 1) heb ik u de ontwerp pkb (het kabinetsvoornemen) van de partiële herziening «Randstad 380 kV verbinding Haarlemmermeer Oost» ter informatie toegezonden. Mede op basis van de zienswijzen die op dit voornemen zijn ontvangen, is nu het kabinetsstandpunt bepaald. Met deze partiële herziening ligt er een zoekgebied voor de Noordring voor, dat loopt van Beverwijk via Leiderdorp naar Zoetermeer waarbij voor de passage van de Haarlemmermeer de keuze bestaat uit een tracé oostelijk of westelijk van Hoofddorp.

Gelet op de urgentie van de aanleg van de verbinding Beverwijk-Zoetermeer heb ik tezamen met de minister van VROM reeds onderzocht welke tracémogelijkheden er binnen het hiervoor beschreven zoekgebied bestaan, en welk tracé daarvan onze voorkeur heeft. Dit voorgenomen voorkeurstracé, dat in samenspraak met de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de minister van Verkeer en Waterstaat tot stand is gekomen, wordt beschreven in een separate brief die ik u rond deze tijd toezend.

Graag zouden wij de planologische kernbeslissing «Randstad 380 kV verbinding Haarlemmermeer Oost»en het voorgenomen totale tracé voor de Noordring in onderlinge samenhang met uw Kamer bespreken.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Zie Kamerstuk 31 574, nr. 3.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
3

Hoewel de nieuwe Wro het instrument van de pkb niet meer kent, wordt deze pkb-procedure nog – volgens de oude WRO – doorlopen omdat hij gestart is onder het oude recht.

Naar boven