31 570 Herziening Grondwet

B MOTIE VAN HET LID ENGELS C.S.

Voorgesteld 7 februari 2012

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat een grondwet wordt geacht de fundamentele normen en beginselen te bevatten die als grondslag dienen voor de inrichting van de rechts- en gezagsverhoudingen in de staat;

overwegende, met de regering, dat de Grondwet het fundament vormt van de democratische rechtsstaat, alsmede voor de grondslagen en verworvenheden daarvan;

overwegende, met de regering, dat de democratische rechtsstaat het kader biedt voor wetgeving, beleid en individueel rechtsherstel;

overwegende, met de regering, dat de Grondwet, als primair juridisch-staatkundig basisdocument van het staatsbestel, de essentialia daarvan dient uit te drukken;

overwegende, dat één van de voorstellen van de Staatscommissie Grondwet zich richt op het opnemen van een zogeheten algemene bepaling, waarin een aantal fundamentele beginselen van rechtsstaat en democratie meer expliciet tot uitdrukking worden gebracht;

van mening, dat het op grond van vorenstaande overwegingen van belang is nader te bezien in hoeverre en op welke wijze in de Grondwet het uitgangspunt dat Nederland een democratische rechtsstaat is, c.q. behoort te zijn, kan worden vastgelegd;

verzoekt de regering, met inachtneming van het advies van de Staatscommissie en van de kabinetsreactie, vóór 1 oktober 2012 een voorstel te (doen) ontwikkelen voor de formulering van een algemene bepaling in de Grondwet, waarin wordt uitgedrukt dat Nederland een democratische rechtsstaat is, zo mogelijk uitgewerkt dan wel aangevuld met nadere voorschriften;

en gaat over tot de orde van de dag.

Engels

Koole

Vliegenthart

Thom de Graaf

De Boer

Kuiper

Sörensen

Naar boven