31 568 Staatkundig proces Nederlandse Antillen

Nr. 90 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2011

Op 26 april 2011 heb ik u de mid-termevaluatie Onderwijs en Jongeren SamenwerkingsProgramma (OJSP) aangeboden (TK 2010–2011, 31 568, nr. 84). Ik heb u daarbij gezegd dat ik met de verantwoordelijke ministers van Curaçao en Sint Maarten tot actieplannen wilde komen die als addenda op het huidige OJSP kunnen worden vastgesteld. Beide actieplannen zijn inmiddels gereed en zend ik u hierbij toe1.

Inmiddels zijn ook de mid-termevaluaties van programma’s Institutionele Versterking van de Bestuurskracht (IVB) van Curaçao en Sint Maarten afgerond. Deze evaluaties en het actieplan van Sint Maarten dat naar aanleiding hiervan is opgesteld wil ik u hierbij eveneens aanbieden. Ik verwacht u het IVB-actieplan van Curaçao op korte termijn ook toe te kunnen zenden.

Onderwijs en Jongeren Samenwerkingsprogramma (OJSP)

Het Onderwijs en Jongeren Samenwerkingsprogramma 2008–2012 is gestart als een overkoepelend programma voor de vijf eilanden van de Nederlandse Antillen en als vervolg op het Onderwijsprogramma 2002–2006. Voor Saba, Sint Eustatius en Bonaire is het OJSP in 2009 vervangen door de verbeterplannen van het ministerie van OCW. Curaçao en Sint Maarten hebben het OJSP ieder uitgewerkt in een eigen programma.

Op 18 maart 2011 is het eindrapport van de externe mid-termevaluatie opgeleverd. Uit de evaluatie blijkt dat «de goede dingen» gebeuren en er positieve resultaten zijn bereikt, maar ook dat de doelen op het terrein van onderwijsvernieuwing en onderwijsverbetering zeer ambitieus zijn en dat er maatregelen nodig zijn om de effectiviteit, efficiëntie en de duurzaamheid van de investeringen te vergroten. Daarom is besloten om actieplannen vast te stellen om de resterende looptijd van het OJSP zodanig in te vullen dat de beoogde resultaten van het OJSP zoveel mogelijk worden gerealiseerd.

Uitgangspunt bij de actieplannen is dat het OJSP wordt gehandhaafd als beleidskader, maar binnen het OJSP een keuze wordt gemaakt in de doelen die gerealiseerd kunnen worden in 2012. Deze doelen zijn zoveel mogelijk gericht op wat er merkbaar verandert in de klas en op duurzame verbeteringen.

Sint Maarten ligt goed op schema bij de uitvoering van het OJSP en heeft de aanbevelingen van de mid-termevaluatie snel opgepakt. Op basis van het actieplan waarin de aanbevelingen zijn verwerkt heeft Sint Maarten de laatste set projectvoorstellen eind juni kunnen indienen.

Op basis van het actieplan heb ik Sint Maarten echter wel een aantal aandachtspunten meegeven, te weten:

  • Secundair BeroepsOnderwijs (SBO): de nieuw te bouwen SBO school moet zo spoedig mogelijk onder beheer van een schoolbestuur gebracht worden waarbij het schoolbestuur aan een aantal voorwaarden moet voldoen (bewezen trackrecord, bedrijfsmatige aanpak, brede basis met vertegenwoordigers uit onderwijsveld en bedrijfsleven)

  • De inspectie moet volledig geëquipeerd zijn en proactief te werk gaan

  • Aantrekken van voldoende leerkrachten en zorgen voor adequate (bij) scholing indien dat nodig blijkt

  • Het voortzetten van invoering van leerplicht

  • De post onderhoud scholen moet duidelijk zichtbaar zijn op de (meerjaren)begroting van Sint Maarten. Tevens is van belang dat de ontwikkelingen die met het OJSP in gang zijn gezet ook duurzaam worden ingebed in het reguliere beleid van Sint Maarten na 2012 en dat de financiering hiervan zeker wordt gesteld in de (meerjaren)begroting.

De totstandkoming van het OJSP-actieplan van Curaçao heeft meer tijd in beslag genomen, onder andere vanwege de politieke en ambtelijke wisselingen binnen het ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport. Het actieplan bevat wel een aantal duidelijke prioriteiten, die zijn uitgewerkt in concrete acties en beoogde doelen en resultaten. Ook zijn er afspraken gemaakt over de manier waarop het actieplan wordt gemonitord en bijgestuurd.

Gedurende de resterende programmaperiode zal de voortgang worden gemeten op basis van de periodieke scans van de OJSP monitor. De voorzitter van de Begeleidingscommissie OJSP blijft, onder meer op basis van deze scans, een halfjaarlijks advies over de voortgang en richting van het OJSP aan de minister van BZK, de ministers van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport van Sint Maarten en de minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport van Curaçao richten. Ook zullen Sint Maarten en Curaçao driemaandelijks aan BZK rapporteren over de voortgang van de uitvoering van het actieplan.

Institutionele versterking van de Bestuurskracht (IVB)

De samenwerkingsprogramma’s Institutionele Versterking en Bestuurskracht 2008–2012 van Curaçao en Sint maarten zijn een vervolg op het Samenwerkingsprogramma Bestuurlijke Ontwikkeling 2002–2006 (SBO). In 2011 zijn beide IVB-programma’s (separaat) tussentijds geëvalueerd.

Op 22 augustus 2011 is het eindrapport mid-termevaluatie IVB van Sint Maarten opgeleverd. Uit deze evaluatie blijkt dat de IVB projecten relevant zijn, maar ook dat in aanloop van de staatkundige transitie op 10-10-10 er binnen het IVB voornamelijk hard is gewerkt aan de nieuwe staatsinrichting van het land Sint Maarten. Nu de transitie van eilandgebied naar land heeft plaatsgevonden, is het volgens de evaluatie zaak de focus te verleggen naar het primaire ontwikkelingsdoel van IVB, namelijk deugdelijkheid van bestuur. Daarom is besloten om een actieplan vast te stellen om de resterende looptijd van het IVB zodanig in te vullen dat de beoogde resultaten van het IVB zoveel mogelijk worden gerealiseerd. Het actieplan vindt u in de bijlage bij deze brief1. Gedurende de resterende programmaperiode zal Sint Maarten driemaandelijks rapporteren aan de Vertegenwoordiging van Nederland over de voortgang naar aanleiding van het actieplan.

Op 1 september 2011 is het eindrapport van de mid-termevaluatie van het IVB-programma van Curaçao opgeleverd. In dit rapport is geconcludeerd dat de doelstellingen van het IVB-programma zeer breed zijn geformuleerd. Vanwege de breedte van de doelstellingen ontbreekt het aan een duidelijke focus in het programma en aan coherentie tussen de verschillende doelstellingen. Bovendien is de evaluator kritisch over de sturing en coördinatie van het IVB-programma. De evaluatoren doen daarom de volgende aanbevelingen:

  • Maak afspraken over de prioriteiten voor het programma en formuleer haalbare doelen, op basis van de activiteiten en resultaten tot nu toe, afgezet tegenover de doelstellingen op hoger niveau in het programma. Gezien het belang van het thema checks and balances in het IVB-programma en het gebrek aan projecten die hierop gericht zijn, dient de focus gedurende de resterende looptijd van IVB op dit thema te liggen.

  • Versterk de regie over het IVB-programma onder verantwoordelijkheid van de minister van Bestuur, Planning en Dienstverlening, met een duidelijke afbakening van taken en verantwoordelijkheden voor de betrokken partijen. IVB heeft een eenduidige trekker nodig die de regie voert, met voldoende support om de trekker daarin te ondersteunen. Deze trekker dient politieke steun te hebben. Daarnaast dient de taak van inhoudelijke monitoring duidelijk belegd te worden bij de trekker vanuit BPD, met de minister als eindverantwoordelijke.

Deze aanbevelingen worden momenteel uitgewerkt in een actieplan voor de resterende programmaperiode. Dit gebeurt door het Curaçaose ministerie van Bestuur, Planning en Dienstverlening in overleg met het ministerie van BZK. De verwachting is dat dit actieplan op korte termijn zal worden vastgesteld, waarna het aan uw Kamer zal worden aangeboden.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven