31 552
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de beëindiging van de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege door de Minister van Justitie

nr. 8
MOTIE VAN DE LEDEN VAN VELZEN EN AZOUGH

Voorgesteld 2 september 2009

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat in tbs-klinieken een beperkt aantal vreemdelingen zit dat illegaal verblijft of ongewenst is verklaard in Nederland en dat niet kan worden uitgezet naar het land van herkomst;

constaterende, dat de voorliggende wetswijziging geen oplossing zal bieden voor dit probleem omdat er altijd een groep zal blijven die niet uitgezet kan worden;

constaterende, dat deze vreemdelingen nooit op (begeleid) verlof kunnen en daarmee geen kans hebben te resocialiseren, waardoor de tbs-maatregel nooit kan worden opgeheven;

van oordeel, dat het niet opheffen van de tbs-maatregel omdat iemand ongewenst is verklaard of illegaal verblijft in Nederland, ongewenst en inhumaan is;

overwegende, dat de oplossing gelegen zou kunnen zijn in het bieden van een tijdelijke verblijfsvergunning, waardoor ook deze vreemdelingen op verlof kunnen;

verzoekt de regering zo spoedig mogelijk met een oplossing te komen voor deze groep mensen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Velzen

Azough

Naar boven