31 537
Voorstel van wet van de leden Koşer Kaya en Blok tot wijziging van de Pensioenwet met betrekking tot de medezeggenschap van pensioengerechtigden in pensioenfondsbesturen

nr. 15
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 26 november 2009

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

In de beweegreden wordt «ter verbetering van de bestaande regeling voor de medezeggenschap van pensioengerechtigden in de besturen van pensioenfondsen» vervangen door: met name om een evenwichtige samenstelling van de besturen van pensioenfondsen te bevorderen en daartoe de medezeggenschap van de belanghebbenden in de pensioenfondsbesturen beter te regelen.

2

Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:

A

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. In het bestuur van een bedrijfstakpensioenfonds zijn de belanghebbenden op een evenwichtige wijze vertegenwoordigd met dien verstande dat:

a. de vertegenwoordigers van werknemersverenigingen ten minste evenveel zetels bezetten als de vertegenwoordigers van werkgeversverenigingen in de betrokken bedrijfstak of bedrijfstakken; of

b. indien vertegenwoordigers van pensioengerechtigden zetels bezetten, zij tezamen met de vertegenwoordigers van werknemersverenigingen ten minste evenveel zetels bezetten als de vertegenwoordigers van de werkgeversverenigingen.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. In het bestuur van een ondernemingspensioenfonds zijn de belanghebbenden op een evenwichtige wijze vertegenwoordigd met dien verstande dat:

a. de werknemersvertegenwoordigers ten minste evenveel zetels bezetten als de werkgeversvertegenwoordigers; of

b. indien vertegenwoordigers van pensioengerechtigden zetels bezetten, zij tezamen met werknemersvertegenwoordigers ten minste evenveel zetels bezetten als de werkgeversvertegenwoordigers.

3

In artikel I, onderdeel C, komt artikel 101, eerste lid, te luiden:

1. In het bestuur van een pensioenfonds zijn de belanghebbenden op een evenwichtige wijze vertegenwoordigd met dien verstande dat de verdeling van de zetels van vertegenwoordigers van werknemersverenigingen of werknemersvertegenwoordigers en vertegenwoordigers van pensioengerechtigden plaats vindt op basis van de onderlinge getalsverhoudingen. Van deze verdeling kan worden afgeweken indien de betrokken partijen daarmee akkoord zijn.

4

Artikel I, onderdeel D komt te luiden:

D

Aan artikel 109 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

8. Het bedrijfstakpensioenfonds is gehouden om op verzoek van werknemers of een werknemersvereniging mee te werken aan de verstrekking van informatie aan de werknemers van het fonds over het voornemen tot oprichting, of over het bestaan, van een werknemersvereniging. Het bedrijfstakpensioenfonds is tevens gehouden om op verzoek van pensioengerechtigden of een vereniging van pensioengerechtigden mee te werken aan de verstrekking van informatie aan de pensioengerechtigden van een fonds over het voornemen tot oprichting, of over het bestaan, van een vereniging van pensioengerechtigden.

5

In artikel I, onderdeel E, komt het tweede onderdeel te luiden:

2. Een nieuw lid wordt toegevoegd, luidende:

7. Het ondernemingspensioenfonds is gehouden om op verzoek van werknemers of een werknemersvereniging mee te werken aan de verstrekking van informatie aan de werknemers van het fonds over het voornemen tot oprichting, of over het bestaan, van een werknemersvereniging. Het ondernemingspensioenfonds is tevens gehouden om op verzoek van pensioengerechtigden of een vereniging van pensioengerechtigden mee te werken aan de verstrekking van informatie aan de pensioengerechtigden van het fonds over het voornemen tot oprichting, of over het bestaan, van een vereniging van pensioengerechtigden.

Toelichting

De meeste fracties hebben bij de plenaire bespreking van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer aangegeven dat zij naast de vertegenwoordiging van pensioengerechtigden in de pensioenfondsbesturen ook een ander probleem zagen, namelijk de totstandkoming van representatieve fondsbesturen waarvan de samenstelling een grotere diversiteit vertoont dan thans. Zij vonden dat in het algemeen de samenstelling van de besturen beter behoort aan te sluiten bij de aanwezige deelgroepen binnen het verzekerdenbestand. De indieners onderschrijven deze zienswijze en zijn op die grond bereid hun wetsvoorstel aan te passen en een ruimere strekking te geven. In deze nota van wijziging is de aanhef van artikel 99, eerste en derde lid, alsmede van artikel 101, eerste lid, ten opzichte van het huidige wetsvoorstel gewijzigd (onderdelen A en C). Vastgelegd wordt dat in de besturen van bedrijfstak- en ondernemingspensioenfondsen de belanghebbenden op een evenwichtige wijze vertegenwoordigd dienen te zijn. Onder een evenwichtige vertegenwoordiging van de belanghebbenden wordt verstaan dat het bestuur van een pensioenfonds wat betreft de samenstelling moet aansluiten bij de diversiteit van het verzekerdenbestand. In verband met deze wijziging is ook de formulering van de beweegreden aangepast. Voorts zijn de teksten van artikel 109, achtste lid, en artikel 110, zevende lid, gewijzigd (onderdelen D en E). Ter bevordering van de diversiteit binnen de besturen is de beoogde informatieplicht van pensioenfondsen ten aanzien van belangenorganisaties uitgebreid naar de geleding van de werknemers.

Koşer Kaya

Blok

Naar boven