31 532 Voedingsbeleid

Nr. 169 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 september 2016

Als ouder wil je je kinderen het beste geven. Een goede start in het leven, met de beste kansen voor een mooie toekomst. Goed en gezond eten is daarvoor belangrijk. Steeds meer ouders weten dat, maar het lukt niet altijd. Bijna alle kinderen eten minder groenten en fruit dan aanbevolen. Sommige ouders willen graag, maar zien zich dagelijks geconfronteerd met de beroemde kinderlijke koppigheid: «Dat lust ik niet!» Andere ouders weten zelf ook niet goed wat gezonde voeding is. Eten lijkt steeds meer een vanzelfsprekendheid. Wie weet nog waar eten vandaan komt, wat de ingrediëntenlijst precies betekent, hoe kaas, appelmoes, boterhamworst of stroop gemaakt wordt? Zelf vers eten klaarmaken krijgt lang niet iedereen meer van thuis uit mee en op latere leeftijd kom je er niet meer aan toe om het nog te leren.

Met eten is het net als met al die andere belangrijke vaardigheden in het leven: jong geleerd is oud gedaan. Eten kennen en herkennen, proeven, waarderen, weten waar het vandaan komt en hoe het tot stand komt, koken en klaarmaken, het vergt allemaal een leerproces. Daarom slaan wij de handen ineen om kinderen al jong te leren (over) eten. Om bewuste en gezonde keuzes te kunnen maken, samen met hun ouders of als ze later groot zijn. Weten over eten helpt om gezond te eten, en het draagt ook bij aan waardering voor boeren en voedselondernemers en aan de populariteit van primaire en ambachtelijke producten. Met deze brief lanceren wij de aanpak «Jong Leren Eten».

Aanleiding

Gezond eten is een essentieel onderdeel van een gezonde leefstijl. Daarom heeft het thema gezondheid veel aandacht gekregen in de Voedselagenda voor veilig, gezond en duurzaam voedsel die het kabinet u oktober vorig jaar heeft toegezonden (Kamerstuk 31 532, nr. 156). Gezond eten en gezonde mensen zijn ook goed voor de samenleving als geheel: het voorkomen van ziekten is beter en goedkoper dan het genezen van patiënten. Bovendien zijn vitale mensen productiever.

Nederlandse kinderen eten echter niet zo gezond: minder dan 1% van hen eet de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid groente en minder dan 5% de aanbevolen twee stuks fruit per dag. Meer dan één op de tien kinderen tussen de 4 en 20 jaar heeft overgewicht, 3% binnen deze leeftijdsgroep is obees (CBS, 2015). Veel kinderen weten bovendien niet waar hun eten vandaan komt, hoe het geproduceerd wordt, wat pure smaak is en hoe zij eten kunnen bereiden en bewaren.

Kinderen lopen daardoor niet alleen gezondheidsrisico’s die hun ontwikkeling en leerprestaties belemmeren, ook leren zij niet om bewuste, gezonde en duurzame keuzen te maken. Als ze dat niet jong leren, doen ze dat later ook niet: consumenten komen meer op afstand te staan van (de betekenis en herkomst) van hun eten en realiseren zich mede daardoor vaak onvoldoende wat de effecten van hun (menu)keuze betekenen voor hun gezondheid en de natuurlijke omgeving. We moeten daarom de afstand verkleinen en de bewustwording vergroten.

Dat begint bij kinderen: het is belangrijk dat zij kennis over gezonde en duurzame voeding met de paplepel krijgen ingegoten. Uit onderzoek1 blijkt bovendien dat kennis over voedsel en voeding het best beklijft bij een integrale aanpak (niet alleen educatie, maar ook aandacht voor gedrag) en als meer concrete activiteiten als school- en moestuinen, kooklessen, boerderij-educatie en bedrijfsbezoeken worden ondernomen.

Jong Leren Eten

Met Jong Leren Eten leggen we de koppeling tussen voedsel en voeding en tussen theorie en praktijk. We creëren voor de scholen een samenhangend totaalpakket aanvullend op bestaande programma’s, waarbinnen groente en fruit in de klas (EU-schoolfruit), smaak- en kooklessen, schooltuinen, bedrijfsbezoeken, lespakketten een logische verbinding met elkaar aangaan en elkaar versterken. Bovenop de bestaande smaaklessen zorgen we dat scholen hun leerlingen ook kooklessen kunnen gaan aanbieden. En omdat het belangrijk is dat kinderen besef krijgen van waar het eten vandaan komt en met hoeveel zorg het wordt geproduceerd, breiden we de mogelijkheden voor bedrijfsbezoeken uit. Vanzelfsprekend trekken we hierin samen op met het bedrijfsleven.

Jong Leren Eten vormt een aanvulling op bestaande structuren als Gezonde School, Duurzaam Door, Smaaklessen en EU-schoolfruit. We brengen meer samenhang aan tussen de instrumenten zodat het effect van de inzet ervan groter wordt. We maken het aanbod toegankelijk met één loket waar scholen terecht kunnen: een internetportal, jonglereneten.nl, waar ze zelf de volle breedte en variatie aan mogelijkheden kunnen vinden. Zo kunnen scholen zien welk aanbod er (in hun regio) is, aangeven van welke mogelijkheden zij gebruik wensen te maken en kunnen zij advies en ondersteuning krijgen bij het organiseren van de activiteiten die zij willen realiseren. Regionaal werkende «makelaars» gaan hen helpen de weg te vinden door de vragen en wensen van scholen te koppelen aan het (landelijke en lokale) aanbod (zie hieronder).

Extra inzet, meer bereik

Het aanbod, dat bestaat uit een combinatie van nieuwe en bestaande activiteiten, zal gebundeld worden op de portal van Jong Leren Eten. Scholen kunnen zelf het door hen gewenste pakket samenstellen. Om dit aanbod voor scholen vindbaar te maken wordt in ieder geval gebruik gemaakt van bestaande portals, die al een groot bereik hebben in het onderwijs zoals gezondeschool.nl. Via de inzet van Gezonde School is de afgelopen jaren al veel bereikt. Door gezamenlijke inspanningen vanuit zowel partijen uit de gezondheidswereld als uit het onderwijs zelf is inmiddels een derde van alle scholen (po, vo en mbo) bereikt. Het is belangrijk om deze structuren goed te benutten en aan te sluiten bij de behoefte van het onderwijs. Op de successen van Gezonde School wordt daarom voortgebouwd met het extra aanbod van Jong Leren Eten. Daarnaast wordt waar mogelijk aangesloten bij gemeenten en bedrijven in programma’s als Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG), projecten rond moestuintjes, schooltuinen en boerderijeducatie. Via jonglereneten.nl wordt ook het regionale en lokale aanbod van activiteiten en programma’s ontsloten. Cruciaal is dat we hiermee het bereik van scholen enorm vergroten.

We trekken voor Jong Leren Eten jaarlijks 5,7 miljoen euro uit. Daarmee stellen we (met provinciale cofinanciering) provinciale uitvoeringsbudgetten beschikbaar, gericht op concrete lokale en regionale activiteiten zoals bedrijfsbezoeken, boerderijeducatie, schooltuinen en kooklessen. We investeren in landelijke onderwijsondersteuning via nascholingsvouchers voor docenten. We ondersteunen de ontwikkeling en het aanbod van smaaklessen, een onderwijsloket voor de schoolfruitregeling, gezonde schoolkantines, projecten kinderopvang en consultatiebureaus, schooltuinieren, boerderij-educatie en kooklessen, en vernieuwing van lopende voedselprojecten. Daarnaast vragen we aan het bedrijfsleven een bijdrage, bijvoorbeeld door excursies voor scholen mogelijk te maken via vouchers. Hiervoor worden PPS- constructies opgezet. En een belangrijke rol is voorzien voor provinciale makelaars, die eveneens met cofinanciering door provincies aan de slag gaan, aanvullend op de bestaande inzet van Natuur- en Milieueducatie (NME) en GGD.

In verbinding met wat zijn waarde bewezen heeft

Vanuit GGD (gezondheid) en NME-organisaties (groen en voedsel) zijn adviseurs het eerste inhoudelijk aanspreekpunt voor scholen voor advies en stimulering. GGD en NME beschikken over goede regionale netwerken, zijn ingevoerd in het actorennetwerk en hebben actieve toegang tot de scholen. Uit deze kring van adviseurs (maar ook uit andere kringen) willen wij het landelijk dekkende net van makelaars opleiden en aanstellen: mensen die extra bekendheid kunnen geven aan het aanbod van Jong Leren Eten en scholen stimuleren om dit thema op te pakken.

Vanaf januari 2017 zullen deze makelaars vragen van scholen inventariseren en hen adviseren van welke ondersteuning zij gebruik kunnen maken. Ze kunnen door scholen en andere geïnteresseerde organisaties benaderd worden als een soort helpdesk en wegwijzer, zodat vanuit de individuele behoeften en wensen van de scholen een passend aanbod wordt verzorgd en daardoor meer kinderen worden bereikt met informatie en activiteiten over voedsel en voeding. Op de Nationale Onderwijs Tentoonstelling eind januari 2017 zullen zij zich presenteren aan het onderwijsveld.

Naast aandacht voor de schoolsituatie is het van belang dat ouders goed worden aangesloten op wat kinderen op school aan kennis en kunde hebben opgedaan. Zo kunnen opgedane handelingsvaardigheden ook in de thuissituatie worden toegepast en kunnen de school en ouders elkaar versterken bij het creëren van een gezonde leefstijl. Het RIVM heeft onderzoek gedaan naar werkzame elementen van ouderbetrokkenheid en heeft in samenspraak met leefstijlinstituten tips voor scholen verzameld.2 In aanvulling op het ondersteuningsaanbod voor scholen die aan de slag gaan met de Gezonde School-aanpak worden regiobijeenkomsten georganiseerd waar deze tips en goede voorbeelden over ouderbetrokkenheid worden gedeeld. Maatschappelijke initiatieven gericht op het verder vergroten van de kinder- en ouderparticipatie bij dit thema moedigen wij verder aan.

Ambitie in cijfers

Met het plan Jong Leren Eten wordt geïntensiveerd op reeds bestaande inzet op gezonde voeding in het onderwijs. Er is de afgelopen jaren al veel gedaan: een derde van alle scholen is via Gezonde School bereikt, met als resultaat onder meer dat 750 scholen een vignet Gezonde School hebben behaald. Het streven is het aantal vignetten op voeding jaarlijks met 5% te laten groeien.

Het percentage scholen in het primair onderwijs dat heeft deelgenomen aan smaaklessen ligt nu op 60%; het streven is 75%. Dat is haalbaar doordat wij de komende jaren deze projecten structureel versterken en aan meer scholen kunnen aanbieden.

Met de EU-Schoolfruitregeling bereiken wij nu 30% van het primair en 10% van het voortgezet onderwijs; dit willen wij brengen naar respectievelijk 60% en 20%. Dat doen we door volgend jaar de EU-Schoolfruitregeling en de EU-Schoolmelkregeling samen te voegen en substantieel te versterken.

Het is belangrijk dat wanneer een school in het vo of mbo inzet op educatie over gezonde voeding, dit ook doortrekt in het eigen beleid en het aanbod van de schoolkantine. Een aantal jaren terug was een gezonde kantine immers nog echt een uitzondering. Door middel van expertise van het Voedingscentrum (via het programma De Gezonde Schoolkantine) en nauwe betrokkenheid van het onderwijs zijn alle scholen benaderd en geadviseerd. Dit heeft er toe geleid dat ongeveer een derde van de schoolkantines in het vo een gezonder aanbod heeft. Resultaten die zijn behaald ten aanzien van de gezonde schoolkantines zijn eerder dit jaar toegelicht in de brief d.d. 9 mei 2016 (TK 31 899, nr. 27). Maar we zijn er nog niet: daarom zal ook hierop inzet gecontinueerd en versterkt worden. Uiteindelijk met het doel om in alle (school)kantines een gezond aanbod de normaalste zaak van de wereld te maken.

Gezondheidsbevordering in breder perspectief

Zoals toegezegd in de brief van 21 oktober 2015 en tijdens het algemeen overleg Preventiebeleid van 31 maart jl. zal de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) uw Kamer dit najaar een brief doen toekomen over de beleidsinzet die na 2016 zal plaatsvinden op gezondheidsbevordering in breder perspectief in de kinderopvang en in het onderwijs (po, vo en mbo) via de Gezonde School en Gezonde Kinderopvang. Momenteel bevindt de planvorming door de PO-Raad, VO-raad, MBO Raad, het RIVM Centrum Gezond Leven en GGD GHOR Nederland zich in de afrondende fase. De ministeries van VWS, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Economische Zaken (EZ) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn hier allen nauw bij betrokken. In deze brief zal nader worden toegelicht hoe het aanbod van Jong Leren Eten aansluit bij en samenhangt met het aanbod dat voor en door het onderwijs – in het plan Gezonde School 2017–2020 – ontwikkeld is.

Natuur- en Milieueducatie in perspectief van duurzaamheid.

Motieven voor een meer duurzame keuze op het gebied van voedsel en voeding hangen ook samen met onderwerpen als klimaat, biodiversiteit, water en dierenwelzijn. Het thema voedsel, maar ook andere natuur-, milieu- en duurzaamheidsthema’s, krijgen vorm en uitvoering via het programma DuurzaamDoor 2017–2020. EZ is hierin leidend, met betrokkenheid van de Ministeries van Infrastructuur en Milieu, OCW, provincies, gemeenten en waterschappen. Samen met hen wordt het programma DuurzaamDoor momenteel breder ingevuld. De besluitvorming hierover zal voor het eind van dit jaar afgerond kunnen worden, waarna de Staatssecretaris van EZ uw Kamer ook hierover nader zal informeren.

Tot slot

We willen zoveel mogelijk kinderen voedsel laten proeven, ervaren en beleven. Zo verbeteren we de gezondheid van kinderen én hun leerprestaties, en groeit een nieuwe generatie op die de gezonde en duurzame voedselkeuze makkelijker en vanzelfsprekender weet te maken.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Effectiveness of Nutrition education in Dutch primary schools: M. Battjes-Fries, 2016 (WUR); Evaluatie programma Voedselwijs Amsterdam: C. Dijkstra; J. Seidell, 2016 (VU)

X Noot
2

Zie: https://www.gezondeschool.nl/primair-onderwijs/een-gezonde-school-worden/draagvlak-en-participatie/ouderbetrokkenheid voor deze tips voor het primair onderwijs, in het najaar van 2016 zullen deze worden ontsloten voor het voortgezet onderwijs.

Naar boven