Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2022
Op 2 juni 2022 heeft de vaste commissie voor onderwijs, cultuur en wetenschap van
uw Kamer mij gevraagd om te reageren op de brief van de MBO Raad die hij namens meerdere
organisaties aan uw Kamer stuurde over het carrièreperspectief in het mbo. Deze brief
is een vervolg op eerdere oproepen van de sociale partners aan het kabinet om te investeren
in het carrièreperspectief van docenten in het mbo. Dit zou tot uiting moeten komen
door de regeling salarismix die nu alleen voor de Randstad geldt uit te breiden naar
heel Nederland en hiervoor aanvullend een budget van € 90 miljoen beschikbaar te stellen.
Dit verzoek is later in juni herhaald in brieven aan uw Kamer van de MBO Raad1 en de AOB2 afzonderlijk.
De analyse dat aantrekkelijke werkomstandigheden en een goed carrièreperspectief voor
docenten en ander personeel in het mbo belangrijk zijn, deel ik. Ook in het mbo zijn
door mbo-instellingen signalen afgegeven over oplopende tekorten en is het belangrijk
dat het onderwijs verzorgd wordt door goede docenten. Daarom investeren we in goede
opleidingen, zij-instroom, de regionale aanpak personeelstekort en samen opleiden
en professionaliseren en werken we binnen de werkagenda Leraren aan verdere verbetering
op dit gebied. In de Kamerbrief «Lerarenstrategie» die u onlangs van mijn collega
Minister Wiersma en mij ontving, ben ik hier nader op ingegaan.
Het is van belang dat er goede afspraken komen over de salarismix. Uit de evaluatie
van de salarismix «Een gemengd succes» in 20203 is gebleken dat de in de periode 2009–2012 gemaakte afspraken met mbo-instellingen
in de Randstad – waarop de afspraken tot nu toe betrekking hebben – bijstelling behoeven.
Ik zie het als een taak van de sociale partners om met elkaar tot nieuwe passende
afspraken te komen. Het is dan ook mooi om in het onderhandelaarsakkoord voor de cao
mbo 2022–2023 te lezen dat er een paragraaf gewijd wordt aan het Carrièreperspectief
en een passende salarisstructuur. Hierbij gaan de salarissen in het mbo met 4,2% omhoog.
Sociale partners geven verder aan dat zij er onderling voor gaan zorgen dat het aandeel
docenten in een hogere salarisschaal LC (of hoger) salaris landelijk minimaal op het
niveau van 2020 gehandhaafd blijft. Hierbij wordt het voorbehoud gemaakt voor de effecten
van extra middelen voor maatregelen in het kader van COVID-19. Aanvullend wordt een
beoogde verhoging van het percentage LC-docenten afhankelijk gesteld van extra middelen
die door het kabinet beschikbaar gesteld worden.
In het coalitieakkoord zijn er geen middelen gereserveerd voor ophoging van de regeling
salarismix. Onduidelijk is verder of eventuele extra middelen het gewenste effect
van meer docenten in LC zullen hebben. In de afgelopen jaren is namelijk in de Randstad
het percentage LC-docenten jaarlijks afgenomen, ondanks dat de regeling salarismix
daar van toepassing was4. Dat er in deze periode meer docenten in het mbo werkten kan hierop van invloed zijn
geweest.
Dit kabinet heeft al bij de voorjaarsnota besloten tot forse investeringen in het
mbo. Momenteel spreek ik met de MBO Raad en andere partijen over de werkagenda mbo.
Hierbij is hoe we de aantrekkelijkheid van het beroep van docent mbo kunnen verhogen
één van de onderwerpen. Uw Kamer ontvangt een dezer dagen de kaderbrief werkagenda
mbo waarin ik u verder over dit proces informeer.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf