Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31517 nr. 3 |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Gerelateerd
Printen
Delen
31 517
Wijziging van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer en van het
Reglement voor de Griffie voor de interparlementaire betrekkingen in verband
met het toevertrouwen van de zorg voor de Griffie voor de interparlementaire
betrekkingen aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
nr. 3
VOORSTEL
Het Reglement voor de Griffie voor de interparlementaire betrekkingen der Staten-Generaal komt te luiden:
REGLEMENT VOOR DE GRIFFIE INTERPARLEMENTAIRE BETREKKINGEN DER STATEN-GENERAAL
Ten dienste van beide Kamers der Staten-Generaal is er bij de Tweede Kamer een Griffie interparlementaire betrekkingen. De Griffier van de Tweede Kamer is het bevoegd gezag voor de Griffie interparlementaire betrekkingen.
Er is een gemengde commissie voor afstemming en advies voor de interparlementaire betrekkingen. De gemengde commissie is belast met:
a) de inhoudelijke aansturing van de dienstverlening door de Griffie interparlementaire betrekkingen aan de beide Kamers en hun delegaties naar interparlementaire assemblees en vergaderingen;
b) het adviseren van de leden van beide Kamers, het College van Senioren van de Eerste Kamer, het Presidium van de Tweede Kamer en de Voorzitters van beide Kamers over interparlementaire aangelegenheden, waaronder de besteding en de prioritering van gelden ten behoeve van het lidmaatschap van interparlementaire instellingen en in het kader van de interparlementaire betrekkingen;
c) het toezicht op de uitvoering van het reglement genoemd in artikel 5. In voorkomende gevallen beslist de gemengde commissie over de toepassing van de bepalingen van dat reglement.
De gemengde commissie bestaat uit ten minste vier leden, waartoe in ieder geval elk van beide Kamers twee leden uit haar midden benoemt. Deze leden zijn in ieder geval lid van een delegatie naar een interparlementaire assemblee of vergadering.
De gemengde commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en een ondervoorzitter. Zij wordt bijgestaan door de griffier voor de interparlementaire betrekkingen.
De gemengde commissie stelt een afzonderlijk reglement op voor het bijwonen van vergaderingen die verband houden met het lidmaatschap van interparlementaire instellingen, alsmede voor de vergoeding van de daaraan verbonden reisen verblijfkosten. Dit reglement behoeft goedkeuring van de Huishoudelijke Commissie van de Eerste Kamer en het Presidium van de Tweede Kamer.
De Griffie interparlementaire betrekkingen is belast met:
a) het onderhouden van de administratieve betrekkingen van de Staten-Generaal met interparlementaire instellingen;
b) het adviseren van de leden van beide Kamers, het College van Senioren van de Eerste Kamer, het Presidium van de Tweede Kamer en de Voorzitters van beide Kamers over interparlementaire aangelegenheden;
c) het bijstaan van de leden der Staten-Generaal, die deel uitmaken van internationale parlementaire vergaderingen, bij de uitoefening van hun taak;
d) het ondersteunen van de gemengde commissie voor afstemming en advies;
e) het uitvoeren van het reglement genoemd in artikel 5;
f) andere taken die haar in het kader van het onder artikel 2 genoemde door de Griffier van de Tweede Kamer, in overleg met de Griffier van de Eerste Kamer en de voorzitter van de gemengde commissie, worden opgedragen.
De Griffie interparlementaire betrekkingen levert al vele jaren ondersteuning aan de Eerste en de Tweede Kamer op het terrein van de interparlementaire betrekkingen. De medewerkers van de Griffie interparlementaire betrekkingen worden momenteel aangestuurd door een gemengde commissie van toezicht. Deze gemengde commissie is ook het bevoegd gezag van deze medewerkers.
Gebleken is dat deze constructie niet goed meer functioneert. Het werkgeverschap kan niet adequaat worden vervuld. Daarom wordt de Griffie interparlementaire betrekkingen ondergebracht bij de Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft een professionele ambtelijke ondersteuning en kan als bevoegd gezag het werkgeverschap goed waarborgen.
De inhoudelijke ondersteuning door de medewerkers van de Griffie interparlementaire betrekkingen zal niet veranderen door de voorgestelde wijzigingen. Ook de inhoudelijke aansturing door de gemengde commissie blijft ongewijzigd. De wijze van samenwerking tussen de diverse delegatieleiders en de medewerkers van de Griffie interparlementaire betrekkingen blijft ongewijzigd. Uiteraard moet het mogelijk zijn om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en op mogelijk daaruit voortvloeiende behoeften aan nieuwe vormen van dienstverlening.
De Griffier van de Tweede Kamer benoemt ingevolge de artikelen 13 en 14 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer de griffier voor de interparlementaire betrekkingen en de overige ambtenaren en is voorts belast met de overige rechtspositionele bevoegdheden ten aanzien van alle medewerkers van de Griffie interparlementaire betrekkingen.
Gelet op het grote belang van een juiste ondersteuning voor zowel de Eerste als de Tweede Kamer, zal de Griffier van de Tweede Kamer in overleg treden met de Griffier van de Eerste Kamer bij majeure aangelegenheden inzake de Griffie interparlementaire betrekkingen, zoals bijvoorbeeld de benoeming van een nieuwe griffier voor de Griffie interparlementaire betrekkingen. Ook met de gemengde commissie zal hierover worden overlegd. Aan het standpunt van de Griffier van de Eerste Kamer en van de gemengde commissie zal een zwaarwegend belang worden gehecht.
De Griffie interparlementaire betrekkingen zal deel uit gaan maken van de ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer. De dienstverlening aan de Eerste en de Tweede Kamer blijft ongewijzigd.
Artikel 2 regelt de taken van de gemengde commissie voor afstemming en advies. De Griffie interparlementaire betrekkingen levert ondersteuning aan zowel de Eerste als de Tweede Kamer. Er worden verschillende delegaties uit beide Kamers ondersteund. De gemengde commissie krijgt de taak de inhoudelijke ondersteuning aan te sturen en af te stemmen met de voorzitters van de delegaties. Deze werkwijze is analoog aan de wijze waarop in zowel de Eerste als de Tweede Kamer commissies en hun voorzitters sturing geven aan de werkzaamheden van de commissiegriffiers.
De gemengde commissie mag gevraagd en ongevraagd adviseren. De gelden waarop gedoeld wordt in onderdeel b van dit artikel hebben met name betrekking op lidmaatschapsgelden van internationale organisaties.
De gemengde commissie bestaat nu uit vier leden. In het oude artikel 3 wordt dwingend voorgeschreven dat een aantal delegaties vertegenwoordigd is in de gemengde commissie. De mogelijkheid wordt nu gecreëerd om meer leden te benoemen. Voorlopig wenst de gemengde commissie de omvang van haar samenstelling te handhaven op vier leden. Voor een goede afstemming van de dienstverlening aan de delegaties wenst zij periodiek, bijvoorbeeld twee maal per jaar, overleg te voeren met alle delegatievoorzitters. Zij sluit niet uit in de toekomst gebruik te willen maken van de mogelijkheid voor te stellen het aantal leden van de commissie alsnog uit te breiden. Beide Kamers moeten met minimaal 2 leden vertegenwoordigd zijn in de gemengde commissie. Voor een goede «input» in de commissie wordt het lidmaatschap van een delegatie naar een interparlementaire assemblee of vergadering noodzakelijk geacht.
Het jaarlijks opnieuw aanwijzen van de leden vindt in de praktijk niet meer plaats en komt daarom te vervallen.
Artikel 4 is ongewijzigd.
Dit artikel is conform het oude artikel 8. Het hier genoemde reglement kent geen formele citeertitel. Het reglement wordt vaak aangehaald als het Reisreglement.
Het oude artikel 5 komt te vervallen; de benoeming van een griffier interparlementaire betrekkingen geschiedt voortaan conform de bepalingen in de artikelen 13, 14 en 15 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer.
Het takenpakket van de Griffie interparlementaire betrekkingen blijft ongewijzigd. De ondersteuning wordt geboden aan de Eerste en de Tweede Kamer. De omvang van de ondersteuning wordt ingevuld op basis van de behoefte. Vooralsnog is de huidige formatieve omvang toereikend.
Wat betreft de rechtspositionele bevoegdheden zijn de bepalingen in artikel 14 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer en het ARSG leidend. De Griffier van de Tweede Kamer is, gelet op het Delegatiebesluit 1989, volledig bevoegd ten aanzien van personele en ambtelijke taken; echter, wanneer wordt overwogen de taken van de Griffie interparlementaire betrekkingen te wijzigen zal dit alleen gebeuren in overleg met de Griffier van de Eerste Kamer en de voorzitter van de gemengde commissie.
Het oude artikel 6 belast de griffier interparlementaire betrekkingen met in dit artikel genoemde werkzaamheden. In het nieuwe artikel 6 wordt dit de taak van de Griffie interparlementaire betrekkingen.
Onderdeel f van artikel 6 maakt het mogelijk dat het werkterrein van de Griffie interparlementaire betrekkingen wordt verbreed met aanpalende taken. Een eventuele wijziging zal geschieden in overleg met de Griffier van de Eerste Kamer en met de voorzitter van de gemengde commissie.
Het oude artikel 7 komt te vervallen. Conform de bepalingen in het Reglement van Orde van de Tweede Kamer is de Griffier van de Tweede Kamer hiervoor verantwoordelijk.
Het oude artikel 8 is vernummerd tot artikel 5.
Het oude artikel 9 komt eveneens te vervallen. In het nieuwe artikel 2 krijgt de gemengde commissie opnieuw een adviestaak. Deze taak is breder dan voorheen. Dit maakt artikel 9 overbodig.
Directe link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31517-3.html