nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Waterschapswet
en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren te wijzigingen in verband met
verbeteringen van wetstechnische en inhoudelijk ondergeschikte aard;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Waterschapswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7, tweede lid, wordt «eerste tot en met vierde lid»
vervangen door: eerste en tweede lid.
B
In artikel 12, tweede lid, onder b en c, wordt «artikel 116, onder
d» telkens vervangen door: artikel 116, onder c.
C
In artikel 13, eerste lid, wordt «tenminste» vervangen door:
ten minste.
D
Aan artikel 31, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel q door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
r. lid van het algemeen bestuur of van het dagelijks bestuur van
een ander waterschap.
E
In het eerste lid van artikel 79 wordt «de door dat bestuur te nemen
besluiten» vervangen door: het beleid van dat bestuur.
F
In artikel 108, tweede lid, onder b, wordt «artikel 115, eerste
lid onder a en b» vervangen door: artikel 115, eerste lid.
G
Artikel 116 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel a komt te luiden:
a. ingezetene: degene die blijkens de gemeentelijke basisadministratie
persoonsgegevens bij het begin van het kalenderjaar woonplaats heeft in het
gebied van het waterschap en die aldaar gebruik heeft van woonruimte, met
dien verstande dat gebruik van woonruimte door de leden van een gezamenlijke
huishouding wordt aangemerkt als gebruik door een lid van dat huishouden,
dat wordt aangewezen door de in artikel 123, derde lid, onderdeel b, bedoelde
ambtenaar van het waterschap;
2. In onderdeel c wordt «tenminste» vervangen door: ten
minste.
H
Artikel 120 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onder b, wordt na «500» een komma
ingevoegd.
2. In het zesde lid wordt «tenminste» vervangen door:
ten minste.
I
In artikel 121, tweede lid, wordt «de heffingen» vervangen
door: de heffing.
J
Aan artikel 122a wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Op het tweede lid is artikel 116 van toepassing.
K
Artikel 122b, tweede lid, tweede volzin, komt te luiden:
Daarbij kunnen de artikelen 118 tot en met 121 van overeenkomstige toepassing
worden verklaard.
L
Artikel 122g wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Bij de maatregel kan worden bepaald dat ter uitvoering van die
maatregel nadere regels worden gesteld bij verordening van het algemeen bestuur.
M
Na artikel 122k wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 122l
Nadere regels met betrekking tot de zuiveringsheffing kunnen worden gesteld
bij verordening van het algemeen bestuur.
N
In artikel 151, derde lid, wordt na «artikel 120, eerste lid»
ingevoegd: , of 122b, eerste lid.
ARTIKEL II
De Wet verontreiniging oppervlaktewateren wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7, derde lid, wordt «150 gram zuurstof per etmaal»
vervangen door: 54,8 kilogram zuurstof per kalenderjaar.
B
In artikel 19, tweede lid, artikel 20, zesde lid, en artikel 21, eerste
lid, wordt «afgevoerd» telkens vervangen door: geloosd.
C
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «€ 25,00 per vervuilingseenheid»
vervangen door: € 35,50 per vervuilingseenheid.
2. In het vierde lid wordt «bedraagt ten minste 50%
en ten hoogste 100% van» vervangen door: is gelijk aan.
ARTIKEL III
De Wet modernisering waterschapsbestel wordt als volgt gewijzigd:
A
In het derde lid van artikel X wordt «de artikelen 106 en 107 van
de Waterschapswet» vervangen door: de artikelen 105, 106 en 107 van
de Waterschapswet.
B
Artikel XI wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
1. « en 122g» wordt geschrapt.
2. «122b, tweede lid,» wordt gewijzigd in: en 122b, eerste
lid,.
2. Het tweede lid, komt te luiden:
De belastingverordeningen ter zake van de heffingen bedoeld in artikel
117, 122a en 122d van de Waterschapwet en artikel 18 van de Wet verontreiniging
oppervlaktewateren, zoals deze artikelen luiden met ingang van de inwerkingtreding
van respectievelijk artikel I en artikel II van deze wet, worden voor de eerste
maal vastgesteld vóór de vaststelling van de begroting over
het jaar 2009.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,