31 511 Beleidsdoorlichting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2016

Met de motie Harbers c.s. (Kamerstuk 34 000, nr. 36) is verzocht uw Kamer voorafgaand aan de start van een beleidsdoorlichting te informeren over de opzet en de vraagstelling en uw Kamer de mogelijkheid te geven hierop invloed uit te oefenen. De Minister van Financiën heeft u geïnformeerd over de uitwerking hiervan (Kamerstuk 34 000, nr. 59). In deze brief informeer ik u over de opzet en vraagstelling van de beleidsdoorlichting van artikel 12 (tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten). Deze beleidsdoorlichting staat gepland voor 2017.

Beleid en doelstelling van artikel 12

Beleidsartikel 12 betreft de tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Deze tegemoetkoming zorgt ervoor dat leerlingen in het voortgezet onderwijs en in het voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (vo en vavo) en studenten aan een lerarenopleiding de financiële mogelijkheden hebben om onderwijs te volgen. De Minister is verantwoordelijk voor de toegankelijkheid van het onderwijs in Nederland.

De Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (hierna: WTOS) kent in de huidige vorm een tegemoetkoming voor drie doelgroepen, namelijk een tegemoetkoming voor leerlingen van achttien jaar en ouder in het vo en vavo, voor studenten aan lerarenopleidingen, en voor leerlingen in deeltijd vo 18+ en vavo.

Afbakening van de beleidsdoorlichting

In de doorlichting voor het jaar 2017 zullen de regelingen voor de hiervoor genoemde doelgroepen worden meegenomen. De budgettaire omvang van het begrotingsartikel 12 in 2016 bestaat voor circa € 88 miljoen aan uitgaven en € 3 miljoen aan ontvangsten. De doorlichting betreft dit totale budget van het artikel.1

De doorlichting zal betrekking hebben op de periode 2009–2016. De laatste beleidsdoorlichting van de WTOS heeft in 2008 plaatsvonden. Met de geplande doorlichting wordt hierop aangesloten.

Onderzoeksopzet

In de beleidsdoorlichting zullen de volgende hoofdvragen aan de orde komen:

  • Draagt het beleid bij aan het doel van het beleidsartikel, namelijk het zorgen voor financiële mogelijkheden om onderwijs mogelijk te maken (doeltreffendheid)?

  • Wordt dit doel op efficiënte wijze behaald (doelmatigheid)?

Het uitgangspunt van de opzet van de beleidsdoorlichting is de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE). Hierbij zullen de in artikel 3, tweede lid, van de RPE genoemde verplichte onderdelen aan de orde komen.

Onderzoeksmethode en onderliggende evaluaties

De beleidsdoorlichting vormt een syntheseonderzoek gebaseerd op evaluaties en onderzoeken die sinds de vorige beleidsdoorlichting zijn uitgevoerd. Sinds de beleidsdoorlichting van de WTOS in 2008 is een aantal onderzoeken en evaluaties uitgevoerd die betrekking hadden op (onderdelen) van de WTOS, zoals de Evaluatie tegemoetkoming lerarenopleiding (februari 2014) en de schoolkostenmonitor vo en mbo (2013 en 2016).

In aanvulling daarop staat in de rijksbegroting voor het jaar 2016 een onderzoek naar de werking van de WTOS gepland («ander onderzoek doeltreffendheid en doelmatigheid»). Nu in 2014 reeds een evaluatie heeft plaatsgevonden van de tegemoetkoming leraren, zal het in 2016 geplande onderzoek betrekking hebben op de overige onderdelen in de WTOS. Dit onderzoek wordt in 2016 uitgevoerd. Een rapport zal naar verwachting voor het einde van 2016 worden opgeleverd.

Beleidsopties bij 20% minder middelen

Zoals vereist op grond van artikel 3, tweede lid onder g, van de RPE, en zoals verzocht door uw Kamer, zal in de doorlichting aandacht worden besteed aan de 20%-besparingsvariant. De besparingsvariant zal in de doorlichting worden toegepast op budgettaire uitgaven van het hele artikel – die in 2016 zijn begroot op circa € 88 miljoen.2

Aanpak en tijdpad

De beleidsdoorlichting wordt uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau. De inkoopprocedure zal in de komende maanden worden gestart.

Om de onafhankelijkheid en kwaliteit van de doorlichting extra te borgen zal daarnaast een onafhankelijke deskundige worden gevraagd om een oordeel te geven over de kwaliteit van de doorlichting.

De beleidsdoorlichting staat gepland voor 2017. Ik streef ernaar de geplande beleidsdoorlichting voor het einde van 2017 te versturen aan de Tweede Kamer.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Met uitzondering van € 0,5 miljoen dat nog betrekking heeft op het reeds vervallen hoofdstuk 3 van de WTOS.

X Noot
2

Met uitzondering van het deel dat nog betrekking heeft op het reeds vervallen hoofdstuk 3 van de WTOS (€ 0,5 miljoen).

Naar boven