31 500
Realisatie Nationaal Ruimtelijk Beleid

nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 september 2009

In mijn brief van 3 juni jl. (Tweede Kamer 2008–2009, 31 500 nr. 15), waarin ik uw Kamer het ontwerp Besluit algemene regels ruimtelijke ordening voorlegde, heb ik u medegedeeld dat in het Bestuurlijk Overleg Ruimte is afgesproken dat, gezien de nieuwe wijze van samenwerking binnen de Wro, flankerend aan het ontwerpbesluit een bestuurlijke omgangscode wenselijk wordt geacht over de wijze van toepassing en uitvoering van de Amvb. Ik heb u toegezegd hierover nader te informeren.

Over deze bestuurlijke omgangscode heb ik in het Bestuurlijk Overleg van 24 september jl. overeenstemming bereikt. Ik doe u deze code hierbij toekomen.1

In acht paragrafen wordt, in aanvulling op het ontwerpbesluit Amvb Ruimte beschreven hoe de bestuurlijke verhoudingen bij de uitvoering van de Amvb zijn, waar gevoeligheden liggen en wat we van elkaar kunnen verwachten. Een code die een goede basis vormt voor het vervolg en waar we elkaar bestuurlijk op kunnen aanspreken.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven