31 495
Oprichting Stichting Nationaal Historisch Museum

nr. 20
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 oktober 2009

Hierbij informeer ik U over de stand van zaken betreffende het Nationaal Historisch Museum. Op 30 juni 2009 is in de Tweede Kamer een motie aangenomen (kamerstuk 31 495, nr. 18) waarin u mij verzocht te bewerkstelligen dat het Nationaal Historisch Museum (NHM) naast het Nederlands Openluchtmuseum (NOM) wordt gebouwd, teneinde de mogelijkheden tot synergie tussen beide instellingen optimaal te benutten. Ik wil de Tweede Kamer laten weten dat ik deze motie zal uitvoeren en heb daartoe de directie van het Nationaal Historisch Museum verzocht hieraan medewerking te verlenen. Ik stel vast dat de directie zich hiervoor wil inzetten.

In deze brief breng ik de consequenties van dit besluit in beeld in de aanloop naar de volgende periode in de ontwikkeling van het Nationaal Historisch Museum.

Het Nationaal Historisch Museum en het Nederlands Openluchtmuseum

Het Nationaal Historisch Museum is nu aan zet als het gaat om de conceptontwikkeling en de bouw ervan. Door de locatie van het Nationaal Historisch Museum naast het Nederlands Openluchtmuseum kunnen de mogelijkheden tot synergie optimaal worden benutten. Net als andere rijksgesubsidieerde musea zijn het Nationaal Historisch Museum en het Nederlands Openluchtmuseum zelfstandige instellingen met een autonome status en eigen verantwoordelijkheid. Ik stel vast dat beide instellingen bereid zijn op verschillende terreinen op constructieve wijze met elkaar samen te werken, zowel wat betreft het bouwtraject, de exploitatie en de inhoudelijke afstemming van hun activiteiten.

Het gebouw

Bij de bouw van het Nationaal Historisch Museum zijn zorgvuldigheid en kwaliteit essentieel. Het budget dat ik ter beschikking stel voor de bouw en exploitatie van het museum is ongewijzigd gebleven. Het bedrag bestaat voor 2010 uit 5 miljoen en loopt met de ontwikkeling van het Nationaal Historisch Museum op tot 12 miljoen structureel. Daarvan is 5 miljoen bestemd voor huisvesting, de 7 miljoen is voor de exploitatie van het Nationaal Historisch Museum, zoals activiteiten en personeel. Vanzelfsprekend heeft het debat over locatie van het Nationaal Historisch Museum ook gevolgen voor de planning van de bouw ervan. Ter voorbereiding van de bouw vind ik het een verstandige keuze van het Nationaal Historisch Museum en het Nederlands Openluchtmuseum om gezamenlijk een vooronderzoek te laten uitvoeren, dit in nauw overleg met de Rijksbouwmeester. Ten behoeve van de afstemming tussen het Nationaal Historisch Museum en het Nederlands Openluchtmuseum – maar ook met andere betrokken partijen zoals Burgers’Zoo, Arnhemse Linie of andere overheden – wordt een procesbegeleider aangesteld. Op basis van de uitkomsten van het vooronderzoek zal een programma van eisen worden opgesteld dat rond de zomer van 2010 gereed is. In samenhang daarmee zal de Tweede Kamer dan worden geïnformeerd over de keuze van het ontwikkelmodel en de verdere planning.

Raad van Advies

In gesprek met de Tweede Kamer gaf u mij de suggestie voor een curatorium. Ik vind dat een goede suggestie. Ik wil u melden dat het Nationaal Historisch Museum een Raad van Advies zal oprichten om de brede inhoudelijke en maatschappelijke betrokkenheid te vergroten. In het voorjaar van 2010 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over het profiel en de samenstelling van deze Raad van Advies. Ik vind het maatschappelijke draagvlak voor het Nationaal Historisch Museum van groot belang, zoals ook de Raad voor Cultuur eerder in haar advies van 19 mei jl. terecht heeft benadrukt. Ik waardeer dat het Nationaal Historisch Museum ook het advies van de Raad voor Cultuur ter harte neemt. Ik ga ervan uit dat de Raad van Advies een waardevolle bijdrage zal leveren aan zowel de verbreding als verdieping van het maatschappelijk draagvlak voor het Nationaal Historisch Museum.

Activiteiten

Het Nationaal Historisch Museum heeft ten doel het bevorderen van het historisch besef en de kennis van de geschiedenis van Nederland. Het bouwen van het museum heeft prioriteit. Naast de voorbereiding van de bouw ervan werkt het Nationaal Historisch Museum al aan dit doel door via diverse activiteiten nu al zichtbaar te zijn voor het publiek. Aan de hand van de historische chronologie, maar ook via thematische benaderingen en historische plekken en personen zal geschiedenis bij een zo groot mogelijk publiek onder de aandacht worden gebracht. Ik waardeer de inzet van het Nationaal Historisch Museum dan ook om met behulp van de canon via het onderwijs en cultuureducatie reeds in deze fase de belangstelling voor geschiedenis en het Nationaal Historisch Museum te stimuleren. In dat verband stel ik vast dat het Nationaal Historisch Museum Anno per 1 januari 2010 zal voortzetten – een jaar eerder dan aanvankelijk gepland –, en dat een belangrijk aantal succesvolle activiteiten en projecten van de stichting Actueel Verleden/Anno zal worden gecontinueerd door het Nationaal Historisch Museum. De huidige organisatie Anno stopt haar activiteiten per 31 december 2009. De resterende middelen van Anno zullen beschikbaar komen voor het Nationaal Historisch Museum.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

Naar boven