31 490 Vernieuwing van de rijksdienst

Nr. 78 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2011

Op 11 november informeerde ik uw Kamer over de uitgangspunten van het concentratiebeleid (Kamerstuk 31 490, nr. 76) die het kabinet hanteert, zoals ik heb toegezegd tijdens het AO van 8 november. Afgelopen maandag 14 november 2011 bespraken wij in het wetgevingsoverleg BZK het beleid van het Kabinet om de groeiende leegstand bij de huisvesting van rijksdiensten op te vangen. Daar zegde ik u een lijst toe van de 57 plaatsen waar zich naar huidige inzichten in 2020 eigendomsposities van het rijk bevinden, voor zover het gebouwen met een vrijwel exclusieve kantorenfunctie betreft. In de bijlage vindt u de lijst met 57 plaatsen1 Ik geef u daar een toelichting bij.

Steden met eigendom

In het concentratiebeleid is ervoor gekozen om huurcontracten te laten expireren omdat dat de beste kans biedt om de voorraad van het Rijk gefaseerd te verkleinen. Daardoor spelen met name de eigendomspanden in de bestaande voorraad van de Rijksgebouwendienst richting de toekomst een rol. Met name de grotere eigendomspanden bieden kansen om departementen gezamenlijk te huisvesten en de toekomstige kantorenvoorraad efficiënt te organiseren.

Op dit moment bevindt het eigendom van gebouwen met een vrijwel exclusieve kantorenfunctie zich in 93 plaatsten. Met de huidige inzichten over afnemende vraag naar kantoorhuisvesting zullen er in 2020 nog 57 plaatsen verdeeld over Nederland zijn waar zich eigendomspanden met een vrijwel exclusieve kantorenfunctie zullen bevinden. In de bijlage is te zien welke plaatsen het betreft en de hoeveelheid oppervlakte per plaats.

Kanttekening

De lijst schetst het beeld op basis van de huidige actuele huisvestingsvraag van ministeries. Gegeven de invulling die de ministeries momenteel geven aan de taakstelling, kunnen daar nog verschuivingen in optreden. Voor sommige plaatsen kan dat effecten hebben, zowel in omvang metrages als – voor plaatsen met een kleine metrage – het blijven houden van een rijksdienst. Anderzijds is het mogelijk dat door genoemde omstandigheden juist andere plaatsen of huurpanden aan deze lijst worden toegevoegd. De nieuwe gerechterlijke kaart maakt bijvoorbeeld duidelijk waar zittingsplaatsen zijn. Niet al deze plaatsen maken onderdeel uit van de genoemde 57 plaatsen met eigendom, omdat het in sommige gevallen om huurpanden gaat. In dit verband verwijs ik naar de in mijn brief van 11 november jl. genoemde omstandigheden die het proces van gecombineerde huisvesting in rijkseigendomspanden beperkt.

Het definitieve beeld wordt bepaald in de uitwerking die in masterplannen plaats vindt. Naar verwachting komen die gefaseerd beschikbaar tot en met eind 2013. Bij de totstandkoming van de masterplannen wordt overlegd met departementen, diensten en provincies. De uitvoeringsperiode van de masterplannen loopt tot en met 2020.

Het vervolg

Vooreerst moeten de voorkeuren en vereisten van de overige bewindspersonen worden ingewonnen. Zij zijn aan zet binnen de grenzen van het beleid. Dat betekent dat keuzes mogelijk zijn zolang die bijdragen aan een efficiënte oplossing en geen leegstand wordt gecreëerd of huurcontracten langer moeten worden aangehouden.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven