31 474 XVIII
Wijziging van de begrotingsstaten van de begroting Wonen, Wijken en Integratie (XVIII) voor het jaar 2008 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 5
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 30 juni 2008

De algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Van Gent

De griffier van de commissie,

Van der Leeden

1

Op welke wijze wordt het budget van € 8 miljoen door de provincies ingezet om het bouwen in collectief particulier opdrachtgeverschap te stimuleren?

Het bedrag is bedoeld voor de stimulering van collectief particulier opdrachtgeverschap door provincies. Zij kunnen bijvoorbeeld burgers ondersteunen die zich in een groep hebben georganiseerd om een woningbouwproject te realiseren. Het is aan de provincies om vorm te geven aan de exacte wijze van subsidieverlening. Het bedrag van € 8 mln wordt door middel van storting in het provinciefonds verdeeld over de provincies; per provincie een bedrag als basis en een bedrag naar rato van het aantal inwoners. Het hierop aangepaste BLS besluit treedt 20 juli in werking.

2

Wanneer kunnen we de resultaten van de taskforce overschrijdingen budget huurtoeslag verwachten?

Naar verwachting van de Belastingdienst zijn in de zomer van 2008 nagenoeg alle definitieve toeslagen 2006 vastgesteld. Dan kan WWI beginnen met een analyse hiervan en de doorvertaling naar het budget huurtoeslag in de daaropvolgende jaren. In het najaar van 2008 zal dan naar huidige verwachting meer duidelijkheid kunnen worden gegeven over de omvang en achtergronden van de overschrijding 2006 op de huurtoeslag.

3

Op basis van welke gegevens zijn de voorgestelde mutaties budget huurtoeslag geraamd?

De voorgestelde mutaties zijn gebaseerd op een nieuwe raming voor het jaar 2008. Deze raming is gebaseerd op de nieuwste macro-economische inzichten (CEP 2008), en op de meest recente informatie over de kasuitgaven huurtoeslag over 2007.

4

Bestaan de geraamde ontvangsten huurtoeslag uit vorderingen over toeslagjaar 2006 en toeslagjaar 2007?

De geraamde ontvangsten in 2008 vloeien voort uit de door de Belastingdienst gemelde terugvorderingen over de toeslagjaren 2006, 2007 en 2008 (onder andere overlijdensgevallen). De terugvorderingen over de toeslagjaren 2006 en 2007 leveren het grootste deel van de geraamde ontvangsten in 2008 op.

5

Hoeveel vorderingen huurtoeslag staan er nu open?

Volgens opgave van de Belastingdienst stonden per 15 juni 2008 ruim 320 000 terugvorderingen huurtoeslag open naar aanleiding van het definitief toekennen over 2006.

6

Hoeveel huishoudens moeten zowel over 2006 als over 2007 huurtoeslag terug betalen?

Volgens opgave van de Belastingdienst krijgt 31% van de groep huishoudens die inmiddels een definitieve toekenning over 2006 heeft ontvangen, te maken met een terugvordering over 2006.

Deze informatie geldt nog niet voor alle huishoudens met huurtoeslag, omdat nog niet voor alle huishoudens de huurtoeslag over 2006 definitief is vastgesteld. Als alle toeslagen over het jaar 2006 definitief zijn vastgesteld, kan worden aangegeven hoeveel huishoudens over 2006 huurtoeslag moeten terugbetalen. Naar verwachting van de Belastingdienst zijn in de zomer van 2008 de definitieve toeslagen 2006 verwerkt.

Voor het toeslagjaar 2007 kan nog niet aangegeven worden hoeveel terugvorderingen zullen ontstaan, omdat voor het jaar 2007 nog geen toeslagen definitief zijn vastgesteld.

7

Hoe groot is de gemiddelde vordering huurtoeslag per huishouden?

Van de groep huishoudens die inmiddels een definitieve toekenning over 2006 heeft ontvangen (ongeveer 1 mln) krijgt 31% te maken met een terugvordering over 2006, welke gemiddeld ongeveer € 600 bedraagt.

Deze informatie geldt nog niet voor alle huishoudens met huurtoeslag, omdat nog niet voor alle huishoudens de huurtoeslag over 2006 definitief is vastgesteld. Als alle toeslagen over het jaar 2006 definitief zijn vastgesteld, kan worden aangegeven wat de gemiddelde vordering per huishouden over dat jaar zal zijn. Naar verwachting van de Belastingdienst zijn in de zomer van 2008 nagenoeg alle definitieve toeslagen 2006 verwerkt.

8

Hoeveel huishoudens moeten in totaal (toeslagjaar 2006 en 2007) meer dan € 1000 huurtoeslag terugbetalen?

Van de groep huishoudens die inmiddels een definitieve toekenning over 2006 heeft ontvangen, moeten volgens opgave van de Belastingdienst ongeveer 70 000 huishoudens meer dan € 1000 terugbetalen.

Deze informatie geldt nog niet voor alle huishoudens met huurtoeslag, omdat nog niet voor alle huishoudens de huurtoeslag over 2006 definitief is vastgesteld. Naar verwachting van de Belastingdienst zijn in de zomer van 2008 nagenoeg alle definitieve toeslagen 2006 verwerkt.

Voor het toeslagjaar 2007 kan nog niet aangegeven worden hoeveel terugvorderingen zullen ontstaan en hoe hoog deze zullen zijn, omdat voor het jaar 2007 nog geen toeslagen definitief zijn vastgesteld.

9

Hoeveel huishoudens moeten in totaal (toeslagjaar 2006 en 2007) meer dan € 500 huurtoeslag terug betalen?

Van de groep huishoudens die inmiddels al een definitieve toekenning over 2006 heeft ontvangen, moeten volgens opgave van de Belastingdienst ongeveer 125 000 huishoudens meer dan € 500 terugbetalen.

Deze informatie geldt nog niet voor alle huishoudens met huurtoeslag, omdat nog niet voor alle huishoudens de huurtoeslag over 2006 definitief is vastgesteld. Naar verwachting van de Belastingdienst zijn in de zomer van 2008 nagenoeg alle definitieve toeslagen 2006 verwerkt.

Voor het toeslagjaar 2007 kan nog niet aangegeven worden hoeveel terugvorderingen zullen ontstaan en hoe hoog deze zullen zijn, omdat voor het jaar 2007 nog geen toeslagen definitief zijn vastgesteld.

10

Zijn er in de eerste helft van 2008 aanvragen voor de Wet bevordering eigen woningbezit (BEW) geweigerd omdat het budget te klein was voor het aantal aanvragen BEW?

Nee, op deze grond zijn geen aanvragen geweigerd.

11

Verwacht u dat dit jaar het subsidieplafond voor de BEW bereikt zal worden?

Op dit moment is nog geen subsidieplafond van kracht voor de BEW.

12

Welk doel dient het budget betaalbare woonkeuze koop- en huursector dat voor € 12,1 miljoen in de begroting 2008 staat en waar bij mutatie nog € 0,7 miljoen aan wordt toegevoegd? (2.3, niet beleidsartikel)

Het doel van het budget betaalbare woonkeuze koop- en huursector is de betaling van subsidie aan particulieren voor de vanaf 1979 en 1984 lopende eigen woning regelingen, ook wel genoemd de premiekoopregelingen, (Beschikking Geldelijke steun Eigen Woningen 1979 en 1984).

Jaarlijks ontvangen deze particulieren nog een bijdrage van het Rijk voor de betaling van rente en aflossing. Bij ongewijzigde omstandigheden zal de laatste betaling van deze bijdragen in 2021 plaatsvinden.

De mutatie van € 0,7 mln is opgevoerd omdat er minder subsidieontvangers dan geraamd hun woning verkopen en er dus meer subsidies betaald moeten worden. Verwacht wordt dat in 2011 en 2012 dit effect niet meer zal spelen.

13

Hoe zal het budget voor BLS zich na 2011 ontwikkelen? Loopt het budget dan weer op?

Voor de jaren 2012 en 2013 is er € 26,8 mln per jaar beschikbaar voor het BLS. Vanaf 2014 is per jaar € 119,8 mln beschikbaar, minus het budget dat dan eventueel benodigd is als gevolg van een extra beroep op de BEW-plus.

14

In een persbericht van 30 mei 2008 (vrom.nl: «Meer geld voor bewoners...») wordt geclaimd dat de minister € 300 miljoen extra uittrekt voor de wijkenaanpak. Kan worden aangegeven ten opzichte van welke raming dit geld «extra» wordt uitgetrokken?

Het begrotingsartikel 1 «Stimuleren krachtige steden en vitale wijken» bevat het programma «bevorderen van de leefbaarheid van de woonwijken». Dit programma kent een aantal instrumenten (ISV, Bewonersinitiatieven, Innovatiebudget Stedelijke vernieuwing, Programma Sociale Veiligheid en het Stimuleren wijkenaanpak).

Voor het instrument «Stimuleren wijkenaanpak» waren in beginsel in de rijksbegroting 2008 geen financiële middelen gereserveerd. Ten behoeve van het stimuleren van de wijkenaanpak heb ik in september 2008 een onderhandelaarsakkoord met Aedes gesloten dat de 40-wijkenaanpak in principe middels een additionele inzet van € 250 mln jaar in de betrokken wijken te realiseren. Op dat moment werd nog niet voorzien dat extra financiële middelen vanuit de rijksbegroting nodig zouden zijn t.b.v. de 40-wijkenaanpak. Wel is bij de algemene beschouwingen op verzoek van de Tweede Kamer (motie van Geel c.s.) € 20 mln voor 2008 ter beschikking gekomen voor bewonersbudgetten, en heb ik in november 2007 aangegeven dat ik voornemens was een knelpuntenpot te creëren voor wijken buiten de 40 aandachtswijken, die dreigen af te glijden naar het niveau van de 40 aandachtswijken. Tevens heeft de Tweede Kamer bij de begrotingsbehandeling een motie (motie Depla c.s.) aangenomen waarin verzocht werd ook voor 2009 en volgende jaren bewonersbudgetten te reserveren en is een amendement (v. Heugten) aangenomen om € 4 mln vrij te maken voor volkstuinen in steden.

Inmiddels is naar aanleiding van overleggen tussen gemeenten en woningcorporaties en de financiële invulling door gemeenten van de wijkactieplannen gebleken dat niet alle onderdelen van de wijkactieplannen financieel afgedekt kunnen worden, omdat dan wel deze onderdelen niet door woningcorporaties opgepakt mogen worden binnen de kaders van het Besluit Beheer Sociale Huursector, dan wel dat deze onderdelen niet financieel gedekt kunnen worden uit rijksregelingen, dan wel dat in rede niet van gemeenten gevraagd kan worden dat zij deze extra middelen zelf vanuit de eigen begroting voor de 40 wijkenaanpak reserveren. In dat licht heeft het kabinet besloten om voor de wijkenaanpak een extra budget van € 300 mln uit te trekken, welke voor de hierboven genoemde onderwerpen ingezet gaat worden. De uitwerking daarvan is u middels brief reeds toegezonden. Deze middelen waren niet in de begroting 2007 gereserveerd en in het coalitieakkoord waren voor de begroting van WWI ook geen extra middelen voor de wijkenaanpak opgenomen.

15

Is de € 300 miljoen extra (zie ook vorige vraag) voor de wijkenaanpak «nieuw» geld dat bij Voorjaarsnota is uitgetrokken of is dit geld dat ook al in het coalitieakkoord en de begroting voor 2007 beschikbaar was?

Zie antwoord vraag 14.

16

Kunnen alle «kasschuiven» in beeld worden gebracht die sinds het aantreden van het kabinet zijn toegepast op artikel 1 (krachtige steden en vitale wijken) van de begroting?

Sinds het aantreden van het kabinet Balkenende IV hebben op artikel 1 van de begroting voor WWI de volgende kasschuiven plaatsgevonden:

Zie tabel bijlage 1.1

17

Klopt het dat de heffing van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) van € 75 miljoen niet op de WWI-begroting te vinden is? Hoe krijgt de Kamer inzicht in de opbrengst en de besteding van deze middelen?

Het klopt dat de heffing van het CFV van € 75 mln niet op de WWI-begroting te vinden is. Deze heffing wordt wel zichtbaar in de aangepaste begroting van het CFV over 2008. Het CFV zal inzicht geven in de opbrengst en de besteding van deze middelen in het jaarverslag over 2008. Een jaarverslag van het CFV is een openbaar document en wordt jaarlijks door het CFV aan uw Kamer toegezonden. Over het presteren van en het toezicht op zbo’s (zoals het CFV) die onder mijn verantwoordelijkheid vallen, verantwoord ik mij in meer algemene zin richting de Kamer in de zogenaamde ZBO bijlage van de begroting en het jaarverslag van WWI. Specifieke aandacht voor de heffing voor en de besteding van de bijzondere projectsteun voor de 40 wijken zal besteed worden in de rapportages over de wijkenaanpak.

18

Kan voor de jaren 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011 inzichtelijk worden gemaakt wat er beschikbaar is voor bewonersinitiatieven? En kan daarbij een onderscheid worden gemaakt naar krachtwijken en overige wijken?

In 2007 waren geen middelen gereserveerd voor bewonersbudgetten. Voor 2008 is er via de motie van Geel c.s. € 20 mln aan bewonersbudgetten ter beschikking gekomen. Hiervan komt € 10 mln ter beschikking voor de 40 aandachtswijken, de andere € 10 mln komt ter beschikking voor bewonersinitiatieven in de andere wijken in de G-31gemeenten. Het kabinet heeft voor de periode 2009–2011 jaarlijks € 20 mln aan bewonersbudgetten ter beschikking gesteld. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan de motie Depla c.s. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 31 200 XVIII, nr. 26). Net zoals ter attentie van de bewonersbudgetten 2008 wil ik van deze € 20 mln per jaar de helft reserveren voor bewonersinitiatieven in de 40 aandachtswijken en de andere helft voor bewonersinitiatieven in de G-31 gemeenten buiten de 40 aandachtswijken. Omdat ik bewonersbetrokkenheid bij de wijkactieplannen in de 40 aandachtswijken echter zeer belangrijk vind, ben ik daarnaast voornemens om vanaf 2009 nog eens € 5 mln per jaar extra uit het budget voor de wijkenaanpak ter beschikking te stellen voor bewonersbudgetten in deze wijken. Daarmee komt voor de 40 aandachtswijken voor de periode 2009–2011 € 15 mln per jaar beschikbaar voor bewonersinitiatieven.

19

Kunt u met betrekking tot «paragraaf 2, Het beleid punt ad 2» uiteenzetten welk specifiek probleem opgelost moest worden en van welke begrotingspost naar welke begrotingspost gaat deze kassaschuif?

Het totaal aan begrotingsmutaties dient in enig jaar budgettair neutraal te zijn. Dit was voor het totaal aan specifieke mutaties bij de eerste suppletore begroting voor het jaar 2008 niet het geval. Daarom is een kasschuif toegepast. De belangrijkste verklaring voor de forse mutatie van € 44,5 mln is de vertraging van de investeringen Hoge Colleges van Staat/AZ van € 30 mln. op artikel 6. Het naar achteren schuiven van 30 mln op artikel 6 wordt gecompenseerd door het naar voren halen van middelen op het ISV-instrument van artikel 1. Aan deze kasschuif liggen geen beleidsmatige overwegingen ten grondslag.

20

Waarom is voor deze middelen (punt ad 6) binnen de doelstelling geen andere invulling gegeven?

De BLS regeling is zo opgezet dat geld dat in enig jaar niet is uitgegeven, omdat de woningproductie lager is dan gepland, gedurende de periode van de woningbouwafspraken beschikbaar blijft voor het inhalen van de opgelopen achterstand op een ander moment. Het was niet opportuun om bij de aanvang van de periode reeds BLS geld van de regio’s anders in te zetten, de productie in de regio’s moest immers nog op gang komen.

In mijn brief «Actieplan woningproductie» van 22 november 2007 (Kamerstukken 2007–2008, 31 200 XVIII, nr. 10) zijn twee lijnen aangegeven waarop BLS geld de komende periode anders ingezet wordt, namenlijk als extra impuls voor particulier opdrachtgeverschap en voor een knelpuntenpot.

De wijze waarop deze knelpuntenpot wordt vormgegeven is op dit moment onderwerp van discussie. Zowel de te maken verstedelijkingsafspraken voor de periode na 2010 als krimp maken onderdeel van die discussie uit. De besluitvorming hierover zal na de zomer plaastvinden.

21

Is de verwachting dat de niet gebouwde woningen alsnog in 2008 worden gerealiseerd boven op de voor dat jaar geprognotiseerde aantallen?

Het jaar 2008 is nog niet ver genoeg gevorderd om uitspraken over de totale productie van dit jaar te doen. Alle inzet is er op gericht om de doelstelling voor 2008 van 80 000–83 000 woningen te halen. Hiermee worden niet alle niet-gebouwde aantallen woningen uit de eerdere jaren van de woningbouwafspraakperiode (2005 tot 2010) alsnog gerealiseerd.

22

Waarom wordt dit geld niet toegerekend aan het oplossen van knelpunten in de zogenoemde krimpgebieden?

Zie antwoord vraag 20.

23

Kunt u punt ad 13 nader toelichten en wat zijn deze investering precies?

De Rijksgebouwendienst verzorgt de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken (AZ). Deze organisaties vallen buiten het reguliere huur-verhuurstelsel. Investeringen in de huisvesting van deze klanten van de Rijksgebouwendienst lopen via de begroting van WWI. Periodiek worden de kasramingen van de investeringsprojecten die momenteel in uitvoering zijn voor de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van AZ herzien en zo nodig wordt de begroting hierop aangepast. De intertemporele kasschuif van € 30 mln wordt deels verklaard doordat eerder opgelopen vertragingen in lopende projecten ook nog doorwerken in de geraamde kasuitgaven in 2008 en latere jaren. Daarnaast is er recente vertraging geweest in het aanbestedingstraject bij de renovatie van het Sleeswijkcomplex (fase 2) van de Raad van State. Inschrijvingen voldeden niet aan de voorwaarden van de procedure.

Voorbeelden van onderhanden projecten, behalve het al genoemde Raad van State project zijn: de vervanging van de klimaatinstallatie en het gebouwbeheersysteem bij het ministerie van Algemene Zaken, de renovatie van de Mauritstoren bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal en de dak- en gevelbeveiliging bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

24

Waarom keert het ministerie van Financiën de prijsbijstelling (punt ad 15) niet uit?

De inhouding van de prijsbijstelling was als noodzakelijke ombuigingsmaatregel opgenomen in de Miljoenennota 2008 (TK 2007–2008, 31 200, nr. 1, bladzijde 51).

25

Welke projecten komen in de problemen?

Er komen geen projecten in de problemen. Met het niet beschikbaar komen van de prijsbijstelling is rekening gehouden in de begroting 2008.

26

Wat is de achtergrond bij deze beleidskeuze?

Zie antwoord vraag 24.

27

Kunt u een nadere toelichting geven op de «specifieke problematiek op de WWI-begroting»? Waarom levert dit een mutatie van maar liefst € 44,5 miljoen op in het instrument ISV?

Zie antwoord vraag 19.

28

Wordt door het ministerie gemonitord in welke gemeenten het geld voor bewonersinitiatieven wordt gebruikt, of het wordt gebruikt waarvoor het bedoeld is en of het uiteindelijk resultaat heeft?

Door het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken (LSA) wordt in samenwerking met de Universiteit van Tilburg een onderzoek uitgevoerd naar de inzet van het geld voor bewonersinitiatieven en de wijze waarop de bewonersparticipatie in gemeenten is vormgegeven. De resultaten hiervan worden in 2009 gepresenteerd. Gemeenten dienen zich daarnaast over het gebruik van de bewonersbudgetten naar hun gemeenteraden te verantwoorden. Op basis van de deze verantwoordingen zal ik in mijn jaarlijkse, bestuurlijke overleggen met gemeenten over de wijkenaanpak de bereikte resultaten aan de orde stellen. Voor de overige gemeenten geldt het vouchersysteem of een vergelijkbaar systeem als voorwaarde om een bijdrage te kunnen krijgen van het Rijk. Het Rijk zal zelf tevens de goede voorbeelden in kaart brengen.

Naar aanleiding van dit totale beeld stel ik vast of de bewonersbudgetten het door mij gewenste resultaat hebben gehad.

29

Is het bedrag van € 165 mln bij het instrument «stimuleren wijkaanpak» een afgeleide van de € 157 mln voor «Medefinanciering vanuit het Rijk van de wijkactieplannen» uit uw brief over de verdeling van de extra € 300 mln voor de wijkaanpak (30 995, nr. 47)? Zo ja, waaruit is het verschil van € 8 mln euro te verklaren? Zo neen, kunt u puntsgewijs aangeven waar de vijf hoofdlijnen uit uw eerder genoemde brief zijn terug te vinden in de voorjaarsnota?

Neen, het bedrag van € 165 mln in de voorjaarsnota voor 2008 is geen afgeleide van de € 157 mln als bedoeld in de brief over de verdeling van de extra € 300 mln voor de wijkenaanpak (30 995, nr. 47).

In totaal is door het kabinet € 300 mln extra ter beschikking gesteld voor de wijkenaanpak. € 60 mln heeft daarbij betrekking op extra middelen voor bewonersinitiatieven in de periode 2009–2011. Daarmee resteert € 240 mln voor de overige onderdelen van de wijkenaanpak, waarvan conform de voorjaarsnota € 165 mln aan de begroting van 2008 is toegevoegd en € 75 mln aan de begroting van 2009. In het kabinet is afgesproken dat deze middelen met enige flexibiliteit ingezet mogen worden over de periode 2008–2011.

Met mijn brief 30 995, nr. 47, heb ik aangegeven hoe ik deze middelen over de periode 2008–2011 denk in te gaan zetten. Dit verdelingsvoorstel is nog niet verwerkt in de voorjaarsnota, omdat dit verdelingsvoorstel op het moment van vaststelling van de voorjaarsnota door in het kabinet nog niet aan de orde was. In de tabel in bijlage 2 geef ik weer hoe ik voornemens ben de extra middelen in de voorjaarsnota over de verschillende onderwerpen en verdeeld over de tijd denk in te zetten.1

30

Kunt u aangeven waarom er bij het instrument «faciliteren grotestedenbeleid» in de jaren 2009 t/m 2012 minder middelen nodig zijn?

Het kabinet blijft inzetten op het faciliteren van de grote steden door middel van onderzoek, experimenten en kennisoverdracht. Er is dan ook geen sprake van een vermindering van middelen, als wel van een herordening tussen programmabudgetten. Hierdoor is € 1,1 mln structureel overgeboekt van «Facilitering grotestedenbeleid» naar «Onderzoek». Deze € 1,1 mln onderzoeksmiddelen blijven beschikbaar voor het grotestedenbeleid.

Daarnaast is van het instrument «Faciliteren grotestedenbeleid» budget beschikbaar gesteld voor het Onderzoeksprogramma Duurzame bereikbaarheid Randstad. Voor 2008 gaat het om € 0,23 mln en vanaf 2009 om € 0,352 mln structureeel. De uitgaven van het Onderzoeksprogramma Duurzame bereikbaarheid Randstad worden op de VROM-begroting begroot en verantwoord. Het betreft hier derhalve een overboeking van de WWI- naar de VROM-begroting.

31

Hoe is de flinke bijstelling in de jaren 2010 en vooral in 2011 en 2012 in de post «Budget Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS)» te verklaren? Welke gevolgen heeft dit voor de woningbouwproductie?

In de voorjaarsnota 2008 die onlangs aan uw Kamer is aangeboden, heeft de minister van Financiën de belangrijkste wijzigingen aan de uitgavenkant van de begroting toegelicht. In dat kader heeft hij aangegeven dat voor de intensiveringen in de wijken, de bewonersbudgetten, de huurtoeslag en het hogere beroep op de BEW-plus in totaal € 300 mln beschikbaar wordt gesteld in 2008, aflopend naar ruim € 200 mln in 2011. Daarbij heeft de minister van Financiën aangegeven dat deze intensiveringen deels mogelijk zijn gemaakt via herprioritering binnen de WWI begroting.

De woningbouwopgave vanaf 2010, en de Rijksinzet daarbij, is onderdeel van het thans ingezette traject om voor de periode 2010–2020 te komen tot integrale en regionaal gedifferentieerde verstedelijkingsafspraken. Binnenkort zal ik u informeren over het proces om tot integrale verstedelijkingsafspraken te komen. Later dit jaar kan ik u meer inhoudelijk informeren over de opgaven waar we voorstaan en de wijze waarop we deze opgaven zullen gaan realiseren. Daartoe heb ik onder andere onderzoek uitgezet naar de financiële verhoudingen tussen publieke en private partijen bij grond- en gebiedsexploitatie en naar alternatieve vormen van financiering.

32

Waarop baseert u de veronderstelling dat de tegenvaller bij de huurtoeslag een structurele doorwerking kent?

Op dit moment is nog niet vast te stellen of de tegenvaller bij de huurtoeslag incidenteel dan wel structureel is. Meer zekerheid hierover is pas mogelijk na afronding van de analyse over de definitieve toeslagen 2006. Naar verwachting van de Belastingdienst zijn in de zomer van 2008 nagenoeg alle definitieve toeslagen 2006 verwerkt en kan begonnen worden met een analyse hiervan en de doorvertaling naar het budget huurtoeslag in de daaropvolgende jaren. In het najaar van 2008 moet meer duidelijkheid kunnen worden gegeven over de omvang en achtergronden van de overschrijding 2006 op de huurtoeslag.

Tot er meer zekerheid is over de achtergronden is de keuze gemaakt om de problematiek als structureel aan te merken. Verder is het een kwestie van voorzichtig ramen om te veronderstellen dat de tegenvaller een structurele doorwerking heeft, opdat niet in een later stadium wederom een tegenvaller in beeld wordt gebracht en daarvoor budgettaire inpassing gevonden moet worden.

33

Waarop baseert u zich als u stelt dat de Belastingdienst naar verwachting meer terugvorderingen zal instellen? Zijn deze terugvorderingen merendeels te wijten aan de Belastingdienst of aan de huurtoeslagontvangers?

De stijging van het verwachte aantal terugvorderingen in 2008 is gebaseerd op twee punten.

In de eerste plaats betreft het terugvorderingen die volgens opgave van de Belastingdienst door een vertraging bij het definitief toekennen van toeslagjaar 2006 zijn verschoven van 2007 naar 2008.

In de tweede plaats wordt een hoger bedrag aan terugvorderingen voor toeslagjaar 2007 verwacht op grond van ervaringscijfers over toeslagjaar 2006.

Het ontstaan van terugvorderingen is inherent aan de Awir-systematiek die uitgaat van het actuele inkomen, dat door aanvragers voorafgaand aan het jaar geschat moet worden. Veel mensen hebben lopende het jaar onvoldoende zicht op de (waarschijnlijke) hoogte van het jaarinkomen. Ook komt het voor dat mensen wijzigingen in hun inkomen niet tijdig aan de Belastingdienst doorgeven.

34

Waarop zijn de verwachtingen gebaseerd dat de Belastingdienst meer terugvorderingen zal instellen en ontvangsten zal realiseren als het gaat om de huurtoeslag? Waarom waren die verwachtingen er niet bij het opstellen van de ontwerpbegroting?

De stijging van het verwachte aantal terugvorderingen in 2008 is gebaseerd op de volgende twee punten.

In de eerste plaats betreft het terugvorderingen die volgens opgave van de Belastingdienst door een vertraging bij het definitief toekennen toeslagjaar 2006 zijn verschoven van 2007 naar 2008.

In de tweede plaats wordt een hoger bedrag aan terugvorderingen voor toeslagjaar 2007 verwacht op grond van ervaringscijfers toeslagjaar 2006.

Bij de opstelling van de ontwerpbegroting 2008 is gerekend met een lager bedrag aan terugvorderingen en ontvangsten omdat toen nog niet bekend was dat het definitief toekennen van toeslagjaar 2006 vertraging zou oplopen en ook waren er onvoldoende ervaringscijfers over toeslagjaar 2006 beschikbaar om de terugvorderingen voor toeslagjaar 2007 te verhogen.

35

Hoe komt het dat er in 2008 en 2009 minder middelen nodig zijn voor het instrument «energiebesparing in rijkshuisvesting»?

Als uitwerking van het coalitieakkoord heeft de Rijksgebouwendienst binnen het werkprogramma «Schoon en Zuinig» € 20 mln beschikbaar gekregen voor innovatie en pilotprojecten, gericht op energiebesparing en CO2-reductie. In eerste instantie is dat budget gelijkmatig verdeeld over de jaren 2008–2011. Bij de uitwerking blijkt het kasritme te moeten worden aangepast op de programmering. In 2008 wordt het programma opgestart. Gelet op de voorbereidingstijd van de toepassing van innovaties groeien de kasuitgaven geleidelijk, vanaf de start van het programma in 2008.

36

Was de renovatie van het dak en de gevel van het Koninklijk Paleis op de Dam nog niet eerder voorzien? Waarom is ervoor gekozen om deze renovatie direct aan te vangen?

De renovatie van dak en gevel was eerder voorzien, maar er is indertijd alleen budget beschikbaar gesteld voor de aanpak van de binnenzijde van het Paleis. De renovatie wordt nu aangevangen omdat tijdens het lopende project gebleken is dat gevel en dak slechter waren dan oorspronkelijk aangenomen, waardoor op termijn een veiligheidsrisico voor passanten zou kunnen optreden. Bovendien is de techniek om zandstenen gevels te restaureren verder ontwikkeld, waardoor nu een verantwoorde aanpak mogelijk is. Tot slot wordt de investering in de binnenzijde het beste beschermd door het verbeteren van de conditie van de buitenschil.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van de Camp (CDA), Van Gent (GL), voorzitter, Van der Staaij (SGP), Kamp (VVD), Arib (PvdA), Poppe (SP), Weekers (VVD), ondervoorzitter, Dijsselbloem (PvdA), Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Van der Ham (D66), Vietsch (CDA), Verdonk (Verdonk), Jansen (SP), Ortega-Martijn (CU), Wolbert (PvdA), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Bouchibti (PvdA), Van Dijk (SP), Thieme (PvdD), Fritsma (PVV), Van Toorenburg (CDA), Uitslag (CDA) en Vacature (algemeen).

Plv. leden: Bilder (CDA), Dibi (GL), Vacature (SGP), Nicolaï (VVD), Timmer (PvdA), Kant (SP), Blok (VVD), Bouwmeester (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Pechtold (D66), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Neppérus (VVD), De Wit (SP), Voordewind (CU), Heijnen (PvdA), Zijlstra (VVD), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), Ulenbelt (SP), Vacature (PvdD), Madlener (PVV), Vacature (CDA), Vacature (CDA) en Karabulut (SP).

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven