nr. 3
AMENDEMENT VAN HET LID IRRGANG
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat, kolom 2, wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 92 Nominaal en onvoorzien worden
het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € PM (x € 1 000).
II
Na artikel 92 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
| Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten |
---|
93 Inhuur externe deskundigheid | PM | PM | |
Toelichting
Het kabinet heeft als doel om de inhuur van externen terug te dringen.
Dit amendement behelst twee zaken ter ondersteuning daarvan.
Ten eerste worden de uitgaven inzichtelijk gemaakt in de begrotingsstaten
van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Ten tweede wordt dit artikel per begroting gemaximeerd met de bedragen
uit 2007. Hiermee kan de Kamer haar begrotingsrecht aanwenden om de inhuur
van externe deskundigheid terug te dringen zoals wordt gevraagd in de motie
Schinkelshoek (31 444 VII, nr. 8).
Op de begroting van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer is voor 2007 een bedrag van € 69 720 (x 1000)
opgenomen voor de inhuur van externen. Omdat dit bedrag een combinatie is
van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer (XI) en de begrotingsstaten van Wonen, Wijken en
Integratie (XVIII) en de verdeling nog niet bekend is, zijn PM bedragen opgenomen.
Dit betekent dat de twee begrotingen samen gemaximeerd worden met het bovengenoemde
bedrag.
Een soortgelijk amendement is ingediend op de suppletore begroting van
alle ministeries, alsmede voor de suppletore begroting van de Staten-Generaal.
Irrgang