nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID PETERS
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en
eerbiediging mensenrechten worden het verplichtingenbedrag en het
uitgavenbedrag verhoogd met € 12 500
(x € 1 000).
II
In artikel 8 Versterkt cultureel profiel en positieve
beeldvorming in en buiten Nederland worden het verplichtingenbedrag
en het uitgavenbedrag verlaagd met € 12 500
(x € 1 000).
Toelichting
Dit amendement beoogt het vrijmaken van gelden ter verhoging van het bedrag
in het Mensenrechtenfonds, opgenomen in beleidsartikel 1.2 Mensenrechten,
van 22,5 tot 35 miljoen euro. Hoewel het fonds recentelijk van 20 naar 22,5
miljoen euro is opgehoogd, is meer geld nodig voor de implementatie van dit
speerpunt van het regeringsbeleid. Het fonds beoogt doorlopend aan te spreken
te zijn voor projecten maar is inmiddels al bijna uitgeput.
Het extra geld kan naast de reeds omschreven doelstellingen van het fonds
worden ingezet voor:
– bescherming en ondersteuning van meer mensenrechtenverdedigers
en mensenrechtenorganisaties (in bijvoorbeeld Zimbabwe);
– capaciteitsopbouw bij autoriteiten van zwakke staten, voor
de implementatie van processen op het gebied van transitional justice en mensenrechten
(in bijvoorbeeld Afghanistan);
– bevordering van de naleving van het verbod op kinderarbeid;
– de verdieping van de mensenrechtendialoog met Israel waartoe
de Kamer de regering bij de motie Van Baalen c.s. heeft opgeroepen.
Beleidsartikel 8.3 beoogt de goede naam van Nederland in het buitenland
onder het voetlicht te brengen. De voorgestelde verhoging van het Mensenrechtenfonds
kan worden gefinancierd uit de middelen gereserveerd voor dit artikel. Financiering
van activiteiten op het gebied van mensenrechten versterkt de door Nederland
geambieerde voortrekkersrol op dat gebied en draagt zo bij aan de goede naam.
Peters