Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 januari 2015
In de laatste voortgangsrapportage basisimplementatie ERP (Kamerstuk 31 460, nr. 49) heb ik u gemeld dat de planning van de migratie van de F-16 wordt herzien. Inmiddels
is duidelijk dat de geplande einddatum voor de migratie van de F-16 niet zal worden
gehaald. Dit wordt veroorzaakt door het huidige operationele tempo. Hierdoor wordt
ook de basisimplementatie ERP als geheel op een latere datum voltooid.
Tijdens migraties wordt de bedrijfsvoering enkele weken zoveel mogelijk stil gelegd,
omdat er geen wijzigingen in de administratie kunnen worden verwerkt. In verband met
de wettelijke luchtwaardigheidseisen is het bijhouden van deze gegevens een verplichting.
Eventuele mutaties, ten gevolge van onvermijdelijke activiteiten, zoals vlieguren
en onderhoud, moeten worden opgespaard en na deze periode handmatig worden verwerkt.
Dit arbeidsintensieve proces beperkt het gebruik van de F-16 tijdens de migratie en
kan niet worden gecombineerd met de inzet van de F-16, zoals die nu plaats vindt.
De migratie van de F-16 naar ERP zal derhalve niet in één keer gebeuren, maar gefaseerd.
Voor midden 2015 worden wel de bevoorradingsprocessen gemigreerd. De onderhoudsprocessen
worden echter gefaseerd per groep van toestellen gemigreerd, op het moment dat de
toestellen beschikbaar zijn.
De fasering wordt momenteel nader uitgewerkt. Hierbij wordt rekening gehouden met
de inzet, het effect op de bedrijfsvoering en ook het langer aanhouden van legacy-systemen en projectmedewerkers voor de migratie. In de volgende voortgangsrapportage,
naar verwachting in februari 2015, wordt u hierover nader geïnformeerd.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert