31 460
Project SPEER

nr. 11
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 januari 2010

Hierbij bied ik u een nadere toelichting aan op mijn brief van 9 december 2009 (Kamerstuk 31 460, nr. 10) over een rectificatie van de antwoorden op de commissievragen over de voortgangsrapportage SPEER (Kamerstuk 31 460, nr. 9). Om deze toelichting is verzocht op 21 december jl. met kenmerk 2009D65816.

In de rectificatie heb ik gemeld dat de zin «Daarnaast is met het gehele programma SPEER in totaal een besparing van € 60 miljoen bij de materieelexploitatie voorzien» geen recht doet aan het totaal aan besparingen binnen het SPEER-programma en dat deze zin als volgt moet luiden: «Ook wordt na fase 1 vastgehouden aan de beoogde besparing van € 60 miljoen per jaar bij de materieelexploitatie».

In fase 1 van SPEER, die naar verwachting midden 2014 gereed is, is in de materieel-exploitatie een besparing voorzien van € 20 miljoen per jaar. In het vervolg op de invoering na fase 1 van SPEER wordt vastgehouden aan de beoogde besparing van € 60 miljoen per jaar in de materieelexploitatie. De totale besparing in de materieelexploitatie door de invoering van SPEER bedraagt dan € 80 miljoen per jaar. Dit bedrag is opgenomen in tabel 1 van de voortgangsrapportage SPEER (Kamerstuk 31 460, nr. 9).

De staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries

Naar boven