31 444 XI
Jaarverslag en slotwet ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 2007

nr. 7
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 10 juni 2008

De Algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie1 heeft over het rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag 2007 van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 2007 (onderdelen wonen, wijken en integratie) (Kamerstuk 31 444 XI, nr. 2) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd.

Deze vragen, alsmede de daarop op 10 juni 2008 gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Van Gent

De griffier van de commissie,

Van der Leeden

1

Op welke wijze benadert u de opmerking van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de afhankelijkheid van prestaties van derden en de desbetreffende informatievoorziening aan de Kamer van de geleverde prestaties (zowel door het ministerie zelf als door derden)? Op welke wijze gaat u dit punt adresseren?

Het verbeteren en nader concretiseren van de begroting is een continue proces, waarbij gezocht wordt naar relevante informatie voor de Kamer. Als kabinetsdoelstellingen dusdanig afhankelijk zijn van derden dat de doelstellingen bij niet nakoming van de afspraken door derden in gevaar komen streef ik ernaar om de Kamer zo snel mogelijk in te lichten over de gemaakte afspraken en de eventuele niet nakoming daarvan. Zoals op pagina 41 van het rekenkamerrapport is aangegeven zal op hoofdlijnen melding worden gemaakt van dusdanige afspraken in de begroting voor het jaar 2009.

2

Kunt u aangeven hoe u de reactie van de Algemene Rekenkamer (ARK), zoals geformuleerd in het nawoord, interpreteert en kunt u de garantie geven dat de gemelde onvolkomenheden en tekortkomingen in het volgende jaarverslag van de ARK niet meer zullen voorkomen?

Ik interpreteer het nawoord van de Algemene Rekenkamer als volgt.

Betreffende de jaarafsluiting: «de bevindingen uit de evaluatie van de jaarafsluiting 2007 (met inbegrip van de accountantscontrole 2007) zullen aanleiding zijn tot het treffen van extra maatregelen om te verzekeren, dat de jaarafsluiting 2008 beter verloopt en de rekenkamer daarover ambtelijk en bestuurlijk haar signalen aan mij kan geven en uiteindelijk haar oordeel kan uitspreken».

Betreffende Lokale maatregelen luchtkwaliteit: «onderstreping dat de subsidies toegekend mochten worden op basis van het Besluit Milieusubsidies en dat de Rekenkamer aandacht vraagt om bij de toekenning van de derde en vierde tranche rekening te houden met de beoogde doelen, zodat daarmee bij de vaststelling van de subsidies geen verantwoordingsproblemen ontstaan». De minister van VROM zal het verantwoordingsarrangement afstemmen op het sturingsmodel, zoals vastgelegd in de wetgeving. Concreet betekent dit dat de bevoegde gezagsorganen aangeven in het NSL wat zij gaan doen om te voldoen aan de gestelde milieunormen; vervolgens zullen er voorschotten betaald worden door VROM waarbij de betalingen uit de derde en vierde tranche zullen voldoen aan de wettelijke eisen (zoals die uit het Besluit Milieusubsidies); vervolgens wordt de subsidie vastgesteld na de toets op rechtmatige besteding en tenminste evenzo grootte bijdrage van het bevoegde gezag. Indien bevoegde gezagsorganen onverhoopt er niet in slagen om de activiteiten uit het NSL tijdig te realiseren zullen deze daarop aangesproken kunnen worden door de gekozen vertegenwoordigers en via de instrumenten, die de Wet Milieubeheer biedt (zoals bestuursdwang).

Mijn beleid is erop gericht, dat de gemelde onvolkomenheden en tekortkomingen zo snel mogelijk worden opgelost.

Vragen 3 en 4 ontbreken in de nummering van de vragen.

5

Hoe oordeelt u over de visie van de ARK met betrekking tot onrechtmatigheid in de verplichtingen van de huurtoeslag? Acht u dit verwijt terecht in het licht van de gekozen «constructie» waarbij de minister van Financiën verantwoordelijk is voor het financieel beheer van de huurtoeslag en betekent dit niet dat een wijziging in deze «constructie» moet worden gebracht?

De opmerkingen van de Algemene Rekenkamer over de onrechtmatigheid in de verplichtingen van de huurtoeslag ervaar ik niet als een verwijt aan het adres van de minister voor WWI, maar als een constatering betreffende de uitvoering van de huurtoeslag door de Belastingdienst. Een wijziging in de gekozen constructie inzake de scheiding tussen beleidsverantwoordelijkheid en uitvoeringsverantwoordelijkheid acht ik niet noodzakelijk, omdat in die constructie ook voor de Tweede Kamer volstrekt duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is. De Rekenkamer redeneert overigens volgens de voorschriften uit de Rijksbegrotingsvoorschriften.

6

Hoe verklaart u dat het onrechtmatige besteedde bedrag voor de huurtoeslag € 59,5 miljoen bedraagt terwijl er nog geen betrouwbare beleidsinformatie voor de huurtoeslag van 2006 en 2007 beschikbaar is? Is het denkbaar dat het onrechtmatige besteedde bedrag na het beschikbaar komen van de definitieve gegevens over toekenning toeslagen 2006 en 2007 naar boven zal moeten worden bijgesteld?

In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag van VROM 2007 is de hoofdconclusie uit de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag van het ministerie van Financiën inzake de uitvoering van de huurtoeslag opgenomen. Daarin staat onder meer, dat de fouten in 2008 zoveel als mogelijk bij de definitieve vaststelling van het recht op toeslag worden gecorrigeerd. Het bedrag van €59,5 miljoen is de resultante van de steekproef die de Belastingdienst heeft getrokken op de uitbetaalde voorschotten huurtoeslag 2007. Zoals door de rekenkamer wordt beaamd ga ik niet over het financieel beheer van de huurtoeslag. Beleidsinformatie kan eerst worden geleverd nadat alle huurtoeslagen met betrekking tot een bepaald jaar zijn vastgesteld.

7

Bestaat het onrechtmatig bestede bedrag uit ten onrechte uitbetaalde of uit ten onrechte niet uitbetaalde toeslagen of uit een combinatie van beiden?

Het onrechtmatig bestede bedrag bestaat uit ten onrechte uitbetaalde toeslagen.

8

Hoeveel huurtoeslagontvangers hebben in 2007 onrechtmatig huurtoeslag ontvangen? Hoeveel van deze toeslagontvangers hebben onrechtmatig huurtoeslag ontvangen als gevolg van fouten bij verwerken van aanvraag- of wijzigingsformulieren door de Belastingdienst?

Volgens de Belastingdienst zijn de geconstateerde fouten niet te herleiden naar aantallen huurtoeslagontvangers. Het bedrag aan onrechtmatige huurtoeslag wordt bepaald met behulp van een statistische steekproef. De steekproef richt zich op het bepalen van de financiële rechtmatigheidsfouten en niet op de aantallen huurtoeslagontvangers die een (gedeeltelijke)onrechtmatige huurtoeslag hebben ontvangen.

In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het ministerie van Financiën wordt aangegeven dat de verschillen met name worden veroorzaakt door onjuiste of niet verwerkte mutaties op reeds ingediende aanvragen. Deze tekst is goedgekeurd door de joint auditors (blijkend uit de accountantsverklaring bij het jaarverslag van het Ministerie van Financiën.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van de Camp (CDA), Van Gent (GL), Voorzitter, Van der Staaij (SGP), Kamp (VVD), Arib (PvdA), Poppe (SP), Weekers (VVD), Ondervoorzitter, Dijsselbloem (PvdA), Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Van der Ham (D66), Vietsch (CDA), Verdonk (Verdonk), Jansen (SP), Ortega-Martijn (CU), Wolbert (PvdA), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Bouchibti (PvdA), Van Dijk (SP), Thieme (PvdD), Fritsma (PVV), Van Toorenburg (CDA), Uitslag (CDA) en Vacature (algemeen).

Plv. leden: Bilder (CDA), Dibi (GL), Vacature (SGP), Nicolaï (VVD), Timmer (PvdA), Kant (SP), Blok (VVD), Bouwmeester (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Pechtold (D66), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Neppérus (VVD), De Wit (SP), Voordewind (CU), Heijnen (PvdA), Zijlstra (VVD), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), Ulenbelt (SP), Vacature (PvdD), Madlener (PVV), Vacature (CDA), Vacature (CDA) en Karabulut (SP).

Naar boven