Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31444-III nr. 1 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31444-III nr. 1 |
Aangeboden 21 mei 2008
A. | Algemeen | 4 |
1. | Aanbieding jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening | 4 |
2. | Leeswijzer | 8 |
B. | Ministerie van Algemene Zaken | 9 |
1. | Realisatie beleidsprioriteiten | 9 |
2. | Beleidsartikel «Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid» | 12 |
2.1 | Algemene beleidsdoelstelling | 12 |
2.2 | Budgettaire gevolgen van beleid | 12 |
2.3 | Financiële toelichting budgettaire gevolgen van beleid | 13 |
2.4 | Nader geoperationaliseerde doelstellingen | 13 |
2.4.1 | Coördinatie van het algemeen regeringsbeleid | 13 |
2.4.2 | Coördinatie van het algemeen communicatiebeleid | 13 |
2.4.3 | Leveren van bijdragen aan de langere termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid | 15 |
3. | Bedrijfsvoeringsparagraaf | 17 |
C. | Kabinet der Koningin | 18 |
1. | Activiteiten | 18 |
2. | Budgettaire gevolgen | 18 |
3. | Bedrijfsvoeringsparagraaf | 18 |
D. | Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten | 19 |
1. | Algemeen | 19 |
2. | Budgettaire gevolgen | 19 |
3. | Bedrijfsvoeringsparagraaf | 20 |
E. | Jaarrekening | 21 |
1. | Verantwoordingsstaat van het Ministerie van Algemene zaken | 21 |
2. | Verantwoordingsstaat van het Kabinet der Koningin | 22 |
3. | Verantwoordingsstaat van de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten | 23 |
4. | Saldibalans Ministerie van Algemene Zaken met toelichting | 24 |
5. | Saldibalans Kabinet der Koningin met toelichting | 27 |
6. | Saldibalans Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten met toelichting | 28 |
7. | Baten-lastendienst Publiek en Communicatie | 29 |
7.1 | Samenvattende verantwoordingsstaat | 29 |
7.2 | Balans | 29 |
7.3 | Staat van baten en lasten | 30 |
7.4 | Kasstroomoverzicht | 31 |
7.5 | Doelmatigheid | 32 |
8. | Topinkomens | 33 |
9. | Inhuur externen | 34 |
1. AANBIEDING VAN HET JAARVERSLAG EN VERZOEK TOT DECHARGEVERLENING AAN DE VOORZITTERS VAN DE EERSTE EN TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
Hierbij bied ik het departementale jaarverslag over het jaar 2007 aan van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Algemene Zaken decharge te verlenen over het in het jaar 2007 gevoerde financiële beheer met betrekking tot de uitvoering van de begroting van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld van haar bevindingen en haar oordeel met betrekking tot:
– het gevoerde financieel en materieel beheer;
– de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;
– de financiële informatie in de jaarverslagen en in de jaarrekeningen;
– de departementale saldibalansen;
– de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;
– de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden.
Bij het besluit tot dechargeverlening dienen, naast het onderhavige jaarverslag en het hierboven genoemde rapport van de Algemene Rekenkamer, de volgende wettelijk voorgeschreven stukken te worden betrokken:
– het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2007. Dit jaarverslag wordt separaat aangeboden;
– de slotwet van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten over het jaar 2007; deze slotwet is als afzonderlijk Kamerstuk gepubliceerd. Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen voordat de betrokken slotwet is aangenomen;
– het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2007 met betrekking tot de onderzoeken bedoeld in artikel 83 van de Comptabiliteitswet 2001. Dit rapport, dat betrekking heeft op het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel Jaarverslag van het Rijk, wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aangeboden;
– de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2007 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2007, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2007 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001). Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van de Tweede Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van de Eerste Kamer,
Handtekening: {a]}Datum:
Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
De departementale begroting en verantwoording van het Ministerie van Algemene Zaken worden opgesteld volgens de VBTB-systematiek. De begroting geeft daarbij aan wat het ministerie wil bereiken, hoe het dat gaat doen en hoeveel dat zal kosten. Het jaarverslag geeft – als tegenhanger van de begroting – inzicht in wat er daadwerkelijk is bereikt, op welke wijze dat is bereikt en wat de werkelijke uitgaven zijn geweest.
Begroting III bestaat met ingang van 2004 uit drie begrotingsstaten: één voor het Ministerie van Algemene Zaken, één voor het Kabinet der Koningin en één voor de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Deze driedeling is in navolgend jaarverslag terug te vinden in de onderdelen B tot en met D. Onderdeel E bevat de jaarrekening.
In onderdeel B van het jaarverslag wordt achtereenvolgens ingegaan op de realisatie van de beleidsprioriteiten voor 2007, op specifiek het beleidsartikel «Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid» en op de bedrijfsvoering van het Ministerie van Algemene Zaken. In afwijking van de rijksbegrotingsvoorschriften wordt niet afzonderlijk ingegaan op de gerealiseerde maatschappelijke effecten of op de mate van doelbereiking. Ik verwijs hiervoor naar mijn brief aan de Tweede Kamer van 29 juni 2006 (de zgn. «comply or explain brief»; Kamerstukken II 2005/2006, 29 949, nr. 53).
In onderdeel C worden de uitgevoerde taken van het Kabinet der Koningin toegelicht, de financiële consequenties daarvan en de bedrijfsvoering.
Onderdeel D gaat kort in op de wettelijke taken van de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de daarbij horende financiële realisatie en de bedrijfsvoering.
Onderdeel E bevat de jaarrekening, met daarin de verantwoordingsstaten, de saldibalansen met toelichting, de verantwoording van de baten-lastendienst Publiek en Communicatie, een opgave van de topinkomens en een overzicht externe inhuur.
B. MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN
1. REALISATIE BELEIDSPRIORITEITEN
Passend bij de grondwettelijke taak van de ministerraad en de voorzitter, de bevordering van het algemeen regeringsbeleid en de eenheid daarvan, is door de ministerraad een beleidsprogramma voor de kabinetsperiode 2007–2011 gemaakt, getiteld «Samen werken samen leven» gebaseerd op het gelijkluidende coalitie-akkoord.
Het beleidsprogramma heeft 74 doelen en 10 projecten, passend binnen de zes pijlers van beleid. Voorafgaand daaraan heeft een dialoog plaats gevonden onder de titel «Samen werken aan Nederland».
Samen werken, samen leven |
---|
Groei, duurzaamheid, respect en solidariteit. Dat zijn de doelen voor Nederland. Maar dat gaat niet vanzelf, zeker niet in de huidige complexe samenleving. We mogen geen talent onbenut laten. Iedereen verdient de kans om mee te doen. |
Samen werken we aan zes concrete doelen: |
• Een constructieve speler zijn in Europa en de wereld, |
• Met een vernieuwende en sterke economie, |
• Die steeds schoner en zuiniger wordt, |
• Een land waarin iedereen telt en meedoet, |
• Waarin je veilig kunt leven en werken, |
• En een overheid die helpt, en niet hindert. |
Het kabinet kan en wil dit niet alleen doen. We blijven in contact met bedrijven en burgers. Dat leidt tot betere oplossingen. Want Nederland is teamwork. |
De «delivery» van het beleidsprogramma wordt in het begrotings- en verantwoordingsproces vorm gegeven.
De agendering van het onderwerp waarden en normen tijdens de vorige kabinetsperiode sloot goed aan bij de gevoelens in de samenleving. Het huidige kabinet wil dan ook doorgaan met het bevorderen van een respectvolle omgang van mensen met elkaar. In het vorig jaar uitgebrachte Beleidsprogramma is een aantal concrete maatregelen genoemd waarmee het kabinet beoogt deze doelstelling te bereiken. Het gaat om:
– de totstandkoming van gedragscodes in onder meer wijk, buurt, school en sportvereniging, met toezicht op de naleving. Het kabinet ondersteunt ook buurtbemiddeling en bemiddeling op scholen. Er komt een meldpunt integriteitsaantastingen bij de overheid;
– het tegengaan van asociaal gedrag in het verkeer en openbaar vervoer;
– het normeren van het vergunningenbeleid bij manifestaties die een risico inhouden voor kwetsbare groepen als jeugdigen;
– het veiliger maken van het media-aanbod;
– het aanpakken van agressie tegen werknemers met een publieke taak;
– het door politie en justitie serieus behandelen van aangiftes van discriminatie.
In de verantwoordingsverslagen van de ministers die eerstverantwoordelijk zijn voor de realisatie van deze maatregelen, wordt gerapporteerd over de voortgang. Overigens is het kabinet voornemens om waar mogelijk aan te sluiten bij initiatieven van burgers zelf. Een respectvolle omgang van mensen met elkaar valt immers niet door het kabinet af te dwingen. Daarom is een samenspel met de samenleving essentieel.
Het Innovatieplatform is in 2007 voor een nieuwe periode gestart met enkele nieuwe leden en wederom 3 leden vanuit het kabinet. Het Innovatieplatform werkte in 2007 aan een visie op de concurrentiekracht van Nederland die in 2008 wordt opgeleverd en benut zal worden om de lange termijn agenda voor Nederland Ondernemend en Innovatief te ondersteunen.
Voorts is voor een aantal «maatschappelijke sectoren» een eerste verkenning gemaakt van focusgebieden waar initiatieven ontplooid kunnen worden. Dit zal in 2008 worden opgepakt.
Europese en internationale samenwerking
Het Kabinet Balkenende IV heeft tot een van zijn hoofddoelstelling gemaakt het versterken van het draagvlak voor de Europese samenwerking. Daarin past dat gedurende 2007 is ingezet op een verdere versterking van de politieke regie bij het Nederlandse Europabeleid. Bij de versterking van de politieke regie, speelt de Minister-president een centrale rol. De discussie over Europa op het niveau van de ministerraad is in 2007 zeer intensief geweest. De instrumenten van de Ministeriële Stuurgroep EU-aangelegenheden en de Raad Internationale en Europese Zaken (RIEZ) hebben daarbij hun waarde bewezen.
De Europese regeringsleiders bereikten op 19 oktober 2007 in Lissabon een definitief akkoord over de tekst van het EU-Hervormingsverdrag. Het verdrag is op 13 december 2007 in Lissabon ondertekend. Het nieuwe verdrag versterkt het democratische gehalte van de EU, verheldert de bevoegdheidsverdeling en voorziet in de noodzakelijke verbetering van de Europese besluitvorming. Met het verdrag kan de Unie de blik op de belangrijkste inhoudelijke prioriteiten, zoals werkgelegenheid, concurrentievermogen, klimaat, energie, migratie en veiligheid richten.
Voorts nam de minister-president op internationaal vlak in september 2007, ten tijde van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York, deel aan de High Level Event on Climate Change. In zijn toespraak is hij ingegaan op de noodzaak met het oog op klimaatverandering aanpassingsmaatregelen te nemen. Tijdens de EU-Afrikatop in november zijn Europa en Afrika een strategisch partnerschap aangegaan in onder meer vrede en veiligheid, goed bestuur, regionale integratie en handel. Ook heeft de minister-president het desastreuze beleid van president Mugabe van Zimbabwe aan de orde gesteld. De minister-president heeft diverse bilaterale bezoeken afgelegd waaronder aan Canada en Rusland om de economische en politieke betrekkingen te verstevigen.
De minister-president heeft in het kader van zijn rol in de Koninkrijksrelaties als voorzitter van de Rijksministerraad en de Rondetafelconferentie in 2007 een besluit vastgesteld tot instelling van een onderraad van de Rijksministerraad. Dit besluit is op 17 december 2007 in de Staatscourant gepubliceerd en vervolgens in werking getreden
De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) heeft de interdepartementale samenwerking verder gestimuleerd door via de Voorlichtingsraad (VoRa) en zijn commissies gezamenlijke projecten uit te voeren en zaken af te stemmen. Veel daarvan is opgenomen in het Jaarprogramma Gemeenschappelijke Communicatie, waarin algemene beleids-communicatie, publieksvoorlichting en de inzet van nieuwe media hun plek hebben. Daarnaast is de Dienst Publiek en Communicatie van de RVD dé dienst voor de uitvoering van gemeenschappelijke communicatie.
2. BELEIDSARTIKEL «BEVORDEREN VAN DE EENHEID VAN HET ALGEMEEN REGERINGSBELEID»
In een brief van december 2000 aan de Tweede Kamer over VBTB (Kamerstukken II 2000/2001, 26 573, nr. 56) is toegelicht dat het kader voor de taken en de verantwoordelijkheden van de Minister-president – en daarmee het werkterrein van het Ministerie van Algemene Zaken – zich laat samenvatten onder de noemer «bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid».
Deze algemene beleidsdoelstelling wordt onderscheiden in vier operationele doelstellingen:
• coördinatie van het algemeen regeringsbeleid;
• coördinatie van het algemeen communicatiebeleid;
• het leveren van bijdragen aan de langere-termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid;
• algemeen.
In de volgende paragrafen 2.2 tot en met 2.4 worden achtereenvolgens gepresenteerd en toegelicht de budgettaire gevolgen van beleid en de realisatie van de operationele doelstellingen. De operationele doelstelling «algemeen» wordt echter, voor zover van belang, toegelicht in paragraaf 3.
2.2 Budgettaire gevolgen van beleid
Bedragen x € 1 000 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid | Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2007 | 2007 | |
Verplichtingen | 49 504 | 51 271 | 45 089 | 54 808 | 51 960 | 2 848 |
Uitgaven | 49 371 | 50 597 | 46 028 | 51 978 | 51 960 | 18 |
Programma-uitgaven | ||||||
– coördinatie van het algemeen regeringsbeleid | 3 129 | 6 999 | 2 159 | 698 | 1 306 | – 608 |
– coördinatie van het algemeen communicatiebeleid | 8 037 | 9 441 | 10 586 | 17 762 | 20 202 | – 2 440 |
– leveren van bijdragen aan de langere termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid | 747 | 567 | 567 | 758 | 645 | 113 |
Apparaatsuitgaven | 37 458 | 33 590 | 32 716 | 32 760 | 29 807 | 2 953 |
Bovenstaande uitgaven inclusief: | ||||||
baten-lastendienst | ||||||
Publiek en Communicatie | – | – | 6 806 | 6 957 | 11 066 | 4 109 |
Ontvangsten | 10 966 | 5 699 | 7 431 | 1 839 | 1 344 | – 495 |
2.3 Financiële toelichting budgettaire gevolgen van beleid
Indien naast de uitkomsten in bovenstaande tabel rekening wordt gehouden met mutaties die reeds naar aanleiding van de eerste en tweede suppletore begrotingswet zijn verwerkt, is sprake van een totaal overschot op de begroting van € 2.1 mln. Hiervan is € 1.4 mln. toe te schrijven aan meevallende uitgaven bij de uitvoering van het jaarprogramma overheidscommunicatie, € 0,5 mln. heeft betrekking op meevallende uitgaven in de bedrijfsvoeringssfeer terwijl het restant betrekking heeft op diverse kleinere posten.
De meerontvangst heeft voornamelijk betrekking op een doorbelasting van overhead aan de baten- en lastendienst Publiek en communicatie.
Voor een meer gedetailleerde toelichting op budgettaire ontwikkelingen in 2007 wordt verwezen naar de eerste en tweede suppletore begroting en naar de – separaat met dit jaarverslag aan de Tweede Kamer aan te bieden – slotwet.
2.4 Nader geoperationaliseerde doelstellingen
2.4.1 Coördinatie van het algemeen regeringsbeleid
In het kader van de coördinatie van het algemeen regeringsbeleid zijn in 2007 met name van belang geweest het opstellen van het beleidsprogramma, het debat over waarden en normen/respect, het Innovatieplatform en de internationale en Europese samenwerking. Voor een verslag van de activiteiten in dat verband wordt verwezen naar paragraaf B.1 (Realisatie beleidsprioriteiten).
Voorts wordt door het Kabinet van de Minister-president (KMP) het secretariaat van de Ministerraad (SMR), het secretariaat van de Rijksministerraad en het secretariaat van de onderraden van de Rijksministerraad gevoerd.
De onderraden zijn hernieuwd vastgesteld op basis van de zes pijlers uit het coalitieakkoord. Aldus wordt bijgedragen aan meer samenhang in beleidsvorming.
KMP/SMR levert overeenkomstig ondersteuning aan de (plv.) voorzitter van de Ministerraad, de Minister-president en de vice Ministers-presidenten.
2.4.2 Coördinatie van het algemeen communicatiebeleid
Jaarprogramma Gemeenschappelijke Communicatie 2007
In 2007 voerde de Voorlichtingsraad voor het eerst zijn Jaarprogramma Gemeenschappelijke Communicatie uit. In het Jaarprogramma zijn vrijwel alle gemeenschappelijke activiteiten op het terrein van de overheidscommunicatie samengebracht. Het programma kent een groot aantal projecten en heeft drie achterliggende doelstellingen: een sterkere positie van communicatie in het hart van het beleidsproces, meer samenwerking tussen de departementen in presentatie en uitvoering van communicatie en verdere professionalisering van de communicatiediscipline. Op elk van deze doelstellingen zijn belangrijke resultaten geboekt.
Op het gebied van internet en nieuwe media is voor de rijksoverheid een internetstrategie ontwikkeld die een kwaliteitsverbetering van de huidige webarchitectuur beoogt. Ten behoeve van een efficiënte en effectieve webarchitectuur zullen beleid en communicatie intensiever met elkaar samenwerken. Op het gebied van e-participatie is een aantal pilots uitgevoerd; op grond van deze ervaringen wordt het komend jaar invulling gegeven aan de dialoog tussen burger en overheid.
De Coördinatiegroep Voorlichtingsraad heeft de start van het kabinet intensief ondersteund. Ook dit jaar is in een gecoördineerde campagne van Postbus 51 nieuwe en relevante regelgeving onder de aandacht van het publiek gebracht. Zo mogelijk is de informatie afgestemd op het specifieke profiel van de burger. De Voorlichtingsraad heeft mede sturing gegeven aan de verdere vormgeving van het Contactcentrum voor de overheid en het Bedrijvenloket. De site regering.nl is volledig vernieuwd, waardoor ook deze site in lijn gebracht is met de uniforme vormgeving voor overheidssites.
De Academie voor Overheidscommunicatie heeft in opdracht van de Voorlichtingsraad een visie op de professionalisering van de communicatiediscipline opgesteld en deze vertaald in concrete activiteiten. In 2008 wordt een begin gemaakt met de implementatie. Een eerste proef met kennisuitwisseling en samenwerking met gemeenten is zeer succesvol afgerond.
Overheidscommunicatie Nieuwe Stijl
In het regeerakkoord zijn taakstellende afspraken gemaakt over het vergroten van de efficiëntie van de rijksdienst. De projecten die verder worden uitgewerkt om de communicatiefunctie nog efficiënter in te richten zijn:
– één gemeenschappelijke infrastructuur voor internet met een beperkt aantal sites
– één intranet voor de rijksoverheid en één personeelsblad voor alle rijksambtenaren
– oprichting van een centrale groep van communicatieadviseurs
– één digitaal nieuwsoverzicht voor alle ambtenaren waardoor de papieren knipselkranten kunnen worden afgeschaft
– meer thematische samenhang in de massamediale communicatie en vermindering van het aantal campagnes en coproducties.
De uitvoering van deze projecten is onder de noemerOverheidscommunicatie Nieuwe Stijl belegd bij een projectteam dat organisatorisch is ondergebracht bij het ministerie van Algemene Zaken. Sinds september werkt het projectteam aan de uitvoering van de projecten die in 2011 moeten zijn afgerond. Met Overheidscommunicatie Nieuwe Stijl wordt concreet invulling gegeven aan de concerngedachte die aan de vernieuwing van de rijksdienst ten grondslag ligt.
Er zijn grote stappen gezet in de verdere ontwikkeling van de publieksvoorlichting door de Postbus 51 Informatiedienst. Het accent heeft daarbij gelegen op kwaliteit. Om te voorzien in juiste en volledige beantwoording van de moeilijke burgervragen is een 2e lijn vraagbeantwoording geïntroduceerd. In de voorlichting wordt gebruik gemaakt van informatie in de vorm van vraag-en-antwoordcombinaties. De website www.postbus51.nl heeft een nieuw interdepartementaal redactiemodel en alle teksten zijn geactualiseerd. Om de kwaliteit van de dienstverlening te meten, wordt gewerkt met een objectief kwaliteitszorgsysteem. De ondersteunende ICT is gestabiliseerd. Dit heeft geleid tot het vrijwel volledig realiseren van alle prestatie- en kwaliteitsnormen.
Indicator | Streefwaarde 2007 | Realisatie 2007 |
---|---|---|
Financieel voordeel collectieve inkoop van mediaruimte (versus afzonderlijke inkoop door ministeries) | Kostenbesparing van 25% bij inkoopvolume van € 90 mln. | Kostenbesparing van 26% bij een inkoopvolume van € 106 mln. |
Prestatie-indicatoren Postbus 51 | Telefonie shared service 80% beantwoord binnen 40 sec. | Telefonie shared service 75% beantwoord binnen 40 sec. (gemiddelde (100%) beantwoordingstijd 41 sec.) |
e-mail shared service: 80% beantwoord binnen 48 uur (zijnde 2 werkdagen) | e-mail shared service: 76% binnen 48 uur (gemiddelde (100%) beantwoordingstijd 34 uur) | |
Kwaliteitsindicatoren burgertevredenheid Postbus 51 (norm) | Norm telefonie: 7,5 | 7,5 |
Norm e-mail : 6,5 | 6,9 | |
Norm Internet: 7,0 | 7,4 | |
Klanttevredenheid dienstverlening Academie voor overheidscommunicatie | Cursisten geven een 7 als rapportcijfer | 7,8 |
Rijksbrede huisstijl, één logo
In 2007 heeft het Kabinet het nieuwe, rijksbrede logo gepresenteerd. Doel hiervan is dat alle departementen en vele uitvoeringsorganisaties binnen het rijk dezelfde huisstijl gaan voeren, zodat meer eenduidigheid en herkenbaarheid ontstaan en op termijn veel geld wordt bespaard. Het nieuwe logo moet de momenteel honderden gebruikte logo’s gaan vervangen. Nu het logo gepresenteerd is, wordt het logo gepreciseerd, de huisstijl uitgewerkt en wordt een begin gemaakt met de invoering. Met een eenduidige huisstijl wordt de concerngedachte van het rijk zichtbaar.
2.4.3 Het leveren van bijdragen aan de langere-termijn beleidsontwikkeling van het regeringsbeleid
De WRR heeft door zijn onafhankelijkheid, multidisciplinaire samenstelling en wettelijke taak een bijzondere plaats in het geheel van wetenschappelijke instituten binnen de overheid. De WRR heeft de ambitie om fundamentele maatschappelijke vraagstukken te identificeren, te analyseren vanuit eenlangetermijnperspectief en er toekomstgericht over te adviseren. Dit gebeurt zodanig dat wezenlijk wordt doorgedrongen tot het denken over wat beleidsmatig wenselijk is en de daarop volgende besluitvorming.
In 2007 is uitvoering gegeven aan de voorgenomen projecten, zoals die zijn vastgelegd in het (aanvullend) Werkprogramma WRR, dat behoort bij de zevende raadsperiode (2003–2007). Er zijn drie rapporten uitgebracht: Investeren in werkzekerheid, Europa in Nederland, en Identificatie met Nederland. Vooral met de publicatie en de landingsactiviteiten van het rapportIdentificatie met Nederland is ook een bijzondere bijdrage geleverd aan het publieke debat.
In het kader van het 35-jarig jubileum van de WRR is een tweedaagse internationale conferentie georganiseerd, getiteld De denkende staat? met daarbij de nadruk op de rol van denktanks en adviesorganen. Tevens is het eerste exemplaar van de WRR jubileumpublicatie Op steenworp afstand. Op de brug tussen wetenschap en politiek aangeboden aan Koningin Beatrix. In het boek worden onafhankelijk denken en openbaar adviseren als dienst aan de democratie in een historisch en internationaal perspectief geplaatst. Tevens wordt ingegaan op het belang van onafhankelijke kennis voor het leren van de staat.
In de tweede helft van 2007 heeft een commissie onder leiding van mr. Y. C. M. T. van Rooy de zevende raadsperiode van de WRR geëvalueerd. Het rapport van deze evaluatie is begin 2008 gepubliceerd. De conclusie van de commissie is als volgt:
«Zoals al in de inleiding gesteld, is de commissie in het algemeen positief over het functioneren van de WRR, en over de ontwikkeling van het instituut en zijn werk in de afgelopen raadsperiode. Hoewel de commissie de toekomst van de raad met vertrouwen tegemoet ziet, heeft ze wel enkele aandachtspunten geformuleerd die richting kunnen geven aan de ambities voor de achtste raad. Hier volgen nogmaals kort deze aanbevelingen:
• Aandacht voor de W van de WRR.
• Versterk de internationale dimensie van (het werk van) de WRR.
• Belang van presentatie en communicatie van (het werk van) de WRR.
• Meer aandacht voor doorwerking.
• Continueer en verbreed de deelname aan het publieke debat.
• Condities creëren voor een hoogwaardige raad en staf.
• Bestendig de onafhankelijke positie van de WRR in de kennis- en adviesstructuur.
• Het «merk» WRR is sterk. Hanteer daarom programma’s in plaats van te spreken over de x-ste Raad. Er is maar één WRR.
(Op koers: evaluatie WRR 2003–2007, pag. 11)
Prestaties | ||
---|---|---|
Begroting 2007 | Realisatie 2007 | |
Rapporten aan de regering | 7 | 3 |
Verkenningen | 2 | 4 |
Webpublicaties | 10 | 23 |
Conferenties | 8 | 9 |
WRR-lecture | 1 | 1 |
Overige publicaties | 3 | 5 |
3. DE BEDRIJFSVOERINGPARAGRAAF
Aan de beheersing van de bedrijfsvoeringsprocessen bij het Ministerie van Algemene Zaken, in het bijzonder het financieel en materieel beheer, ligt een adequaat stelsel van maatregelen en administratieve organisatie ten grondslag. De werking daarvan is in 2007 met behulp van de departementale planning & control cyclus en de uitvoering van het toezichtplan van de afdeling FEZ en het auditplan van de Auditdienst van het Ministerie van Economische Zaken gemonitord. Bij de uitvoering zijn geen onrechtmatigheden van enig belang geconstateerd, noch is er aanleiding geweest tot het treffen van specifieke maatregelen. De tolerantiegrens op artikelniveau is niet overschreden. De niet-financiële informatie in het jaarverslag is op controleerbare wijze tot stand gekomen.
In 2007 hebben, zoals voorgenomen, de volgende activiteiten plaatsgevonden:
– namens de Koningin onderhouden van contacten met bewindslieden, commissarissen der Koningin en andere hoogwaardigheidsbekleders;
– informatie verzamelen en op grond hiervan de Koningin schriftelijk en mondeling informeren, in het bijzonder ten behoeve van haar gesprekken met de Minister-president en met andere binnenlandse en buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders, staatsbezoeken en werkbezoeken;
– begeleiden van de Koningin tijdens staatsbezoeken en ander verblijf buitenlands;
– voeren van correspondentie namens de Koningin;
– het tijdig en in correcte vorm aan de Koningin ter tekening of ter goedkeuring voorleggen van alle door de ministeries aangeboden staatsstukken en het verzorgen van de daarbij behorende correspondentie;
– behandelen en doorgeleiden van aan de Koningin gerichte verzoekschriften;
– archiveren van staatsstukken en in goede en geordende staat bewaren daarvan (volgens de Archiefwet).
2. BUDGETTAIRE GEVOLGEN EN TOELICHTING
Bedragen x € 1 000 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Kabinet der Koningin | Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2007 | 2007 | |
Verplichtingen | 2 043 | 2 059 | 2 209 | 2 223 | 2 210 | 13 |
Uitgaven | 2 043 | 2 059 | 2 209 | 2 223 | 2 210 | 13 |
Ontvangsten | nihil | 5 | nihil | nihil | nihil | nihil |
Het verschil tussen de oorspronkelijk vastgestelde begroting en de realisatie in 2007 is hoofdzakelijk toe te schrijven aan loon- en prijsstijgingen. Voor een meer gedetailleerde toelichting wordt verwezen naar de tweede suppletore begroting en de – separaat aan dit verslag – aan de Tweede Kamer aangeboden slotwet.
In 2004 zijn tussen het Ministerie van Algemene Zaken en het Kabinet der Koningin afspraken gemaakt over de dienstverlening van het ministerie en de van toepassing zijnde planning & control cyclus. Op basis van deze planning & control cyclus, het toezicht van de afdeling FEZ van het Ministerie van Algemene Zaken en de door de Auditdienst van het Ministerie van Economische Zaken uitgevoerde audits is de bedrijfsvoering in 2007 en in het bijzonder het financieel en materieel beheer gemonitord. Daarbij zijn geen onrechtmatigheden van enig belang geconstateerd, noch is er aanleiding geweest tot het treffen van specifieke maatregelen. De tolerantiegrens op artikelniveau is niet overschreden.
D. COMMISSIE VAN TOEZICHT BETREFFENDE DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN
De taken van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) zijn beschreven in hoofdstuk 6 van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV) 2002. In hoofdstuk 6 «toezicht en klachtbehandeling», artikel 64, tweede lid, worden de taken van de Commissie beschreven, namelijk:
– het toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering van hetgeen bij of krachtens deze wet en de Wet veiligheidsonderzoeken is gesteld;
– het gevraagd en ongevraagd inlichten en adviseren van Onze betrokken Ministers aangaande de door de commissie geconstateerde bevindingen;
– het adviseren van Onze betrokken Ministers ter zake van het onderzoeken en beoordelen van klachten;
– het ongevraagd adviseren van Onze betrokken Ministers ter zake van de uitvoering van artikel 34.
Onder de toezichthoudende taak van de CTIVD vallen naast de AIVD en MIVD ook de ambtenaren van de politie, van de Koninklijke marechaussee en van de rijksbelastingdienst, voor zover deze functionarissen werkzaamheden verrichten ten behoeve van de AIVD (art. 60 WIV 2002). Tevens valt onder de toezichthoudende taak van de CTIVD de coördinator van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (art. 4 WIV 2002).
Om uitvoering te geven aan haar taak voert de Commissie onderzoeken uit waarover zij, via de betrokken Ministers, rapporteert aan de Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal. Ook adviseert zij de betrokken Ministers (AZ, BZK en Defensie), al dan niet op verzoek van de Tweede Kamer. Bovendien neemt zij de feitelijke behandeling van klachten over de AIVD respectievelijk de MIVD over en adviseert zij de betrokken ministers over de afhandeling daarvan.
2. BUDGETTAIRE GEVOLGEN EN TOELICHTING
Bedragen x € 1 000 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten | Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2007 | 2007 | |
Verplichtingen | 478 | 506 | 634 | 856 | 1 026 | – 170 |
Uitgaven | 478 | 506 | 634 | 856 | 1 026 | – 170 |
Ontvangsten | nihil | 5 | nihil | 10 | nihil | 10 |
De uiteindelijke realisatie is lager uitgevallen hoofdzakelijk als gevolg van een nog niet volledige bezetting van de personele formatie.
In 2004 zijn tussen het Ministerie van Algemene Zaken en de CTIVD afspraken gemaakt over de dienstverlening van het ministerie en de van toepassing zijnde planning & controlcyclus. Op basis van deze planning & control cyclus, het toezicht van de afdeling FEZ van het Ministerie van Algemene Zaken en de door de Auditdienst uitgevoerde audits is de bedrijfsvoering in 2007 en in het bijzonder het financieel beheer gemonitord. Daarbij zijn geen onrechtmatigheden van enig belang geconstateerd, noch is er aanleiding geweest tot het treffen van specifieke maatregelen. De tolerantiegrens op artikelniveau is niet overschreden. Gelet op de omvang van de CTIVD is er geen sprake van materieel beheer van enige omvang.
1. DEPARTEMENTALE VERANTWOORDINGSSTAAT 2007 VAN HET MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN
Bedragen x € 1000 | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) | ||||||||
Art. | Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie1 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | ||||||
Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | ||
Totaal | 51 960 | 1 344 | 51 978 | 1 839 | 18 | 495 | ||||
Beleidsartikel | ||||||||||
01 | Bev. v/d eenheid van het alg. regeringsbeleid | 51 960 | 51 960 | 1 344 | 54 808 | 51 978 | 1 839 | 2 848 | 18 | 495 |
Niet-beleidsartikel | ||||||||||
03 | Nominaal en Onvoorzien | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
1 De gerealiseerde bedragen zijn steeds naar boven afgerond (EUR1000).
De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaat is opgenomen in paragaaf B van dit jaarverslag.
2. VERANTWOORDINGSSTAAT 2007 VAN HET KABINET DER KONINGIN
Bedragen x € 1000 | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) | ||||||||
Art. | Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie1 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | ||||||
Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | ||
Totaal | 2 210 | – | 2 223 | – | 13 | – | ||||
Artikel | ||||||||||
01 | Kabinet der Koningin | 2 210 | 2 210 | – | 2 223 | 2 223 | – | 13 | 13 | – |
1 De gerealiseerde bedragen zijn steeds naar boven afgerond (EUR1000).
De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaat is opgenomen in paragaaf C van dit jaarverslag.
3. VERANTWOORDINGSSTAAT 2007 VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BETREFFENDE DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN
Bedragen x € 1000 | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) | ||||||||
Art. | Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie1 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | ||||||
Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | ||
Totaal | 1 026 | – | 856 | 10 | – 170 | 10 | ||||
Artikel | ||||||||||
01 | Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten | 1 026 | 1 026 | – | 856 | 856 | 10 | – 170 | – 170 | 10 |
1 De gerealiseerde bedragen zijn steeds naar boven afgerond (EUR1000).
De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaat is opgenomen in paragaaf D van dit jaarverslag
4. SALDIBALANS MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN MET TOELICHTING
Saldibalans van het Ministerie van Algemene Zaken (III) over het jaar 2007 (EUR 1 000) | |||||
---|---|---|---|---|---|
1) | Uitgaven ten laste van de begroting | 51 978 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 1 839 |
3) | Liquide middelen | 5 | |||
4) | rekening-courant RHB KH Begr. I, CVT en KdK | 8 974 | 4a) | Rekening-courant RHB Min v AZ | 59 027 |
5) | Uitgaven buiten begrotingsverband (=intra-comptabele vorderingen) | 1 131 | 6) | Ontvangsten buiten begrotingsverband (= intra comptabele schulden) | 1 222 |
7) | Openstaande rechten | 0 | 7a) | Tegenrekening openstaande rechten | 0 |
8) | Extra comptabele vorderingen | 0 | 8a) | Tegenrekening extra comptabele vorderingen | 0 |
9a) | Tegenrekening extra comptabele schulden | 0 | 9) | Extra comptabele schulden | 0 |
10) | Voorschotten | 1 794 | 10a) | Tegenrekening voorschotten | 1 794 |
11a) | Tegenrekening garantieverplichtingen | 0 | 11) | Garantieverplichtingen | 0 |
12a) | Tegenrekening openstaande verplichtingen | 3 044 | 12) | Openstaande verplichtingen | 3 044 |
13) | Deelnemingen | 0 | 13a) | Tegenrekening deelnemingen | 0 |
Totaal | 66 926 | Totaal | 66 926 |
Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2007 van het Ministerie van Algemene Zaken (III)
1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten
Verrekening van de begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten 2007 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
4) Rekening courant Commissie van Toezicht (CVT), Kabinet der Koningin (KDK) en het Koninklijk Huis (KH)
Specificatie van de rekeningen courant:
Commissie van Toezicht | € 826 000 |
Kabinet der Koningin | € 2 174 000 |
Koninklijk Huis | € 5 974 000+ |
Totaal | € 8 974 000 |
5) Uitgaven buiten begrotingsverband (=intra-comptabele vorderingen)
Nadere specificatie van de uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen):
Omschrijving: | Vordering: |
Kas- en reisvoorschotten | € 5 000 |
Salarisuitgaven | € 878 000 |
Overige Vorderingen | € 248 000+ |
Totaal | € 1 131 000 |
Het betreft de uitbetaling van het salaris (van december 2007) aan het personeel van de baten-lastendienst Publiek en Communicatie, onderdeel van het Ministerie van Algemene Zaken. Vereffening ad € 734 000 tussen de rekening couranten van de baten-lastendienst en het ministerie was niet mogelijk in verband met late aanlevering van de realisatiecijfers vanuit BZK. Begin 2008 worden deze uitgaven ten laste van de baten-lastendienst gebracht.
Het betreft hier uitgaven ten behoeve van derden waarvoor het ministerie (nog) vorderingen heeft ingesteld (moet instellen).
6) Ontvangsten buiten begrotingsverband (= intra-comptabele schulden)
Nadere specificatie van de ontvangsten buiten begrotingsverband:
Omschrijving | Schulden |
Netto salarissen | € 1 077 000 |
Te verrekenen bijdragen | € 80 000 |
Diverse ontvangsten | € 65 000+ |
€ 1 222 000 |
De op de salarissen van december 2007 ingehouden loonheffing ten behoeve van de Belastingdienst en de premie-inhoudingen ten behoeve van het ABP worden in januari 2008 betaald.
Ingevolge de Mediawet is de Rijksvoorlichtingsdienst aangewezen als zendgemachtigde. Uit hoofde hiervan ontvangt het ministerie jaarlijks een bijdrage van het Commissariaat voor de Media. Hiermee worden de uitgaven en kosten gefinancierd die verband houden met de productie van tv-spots en radiospots in het kader van Postbus 51-uitzendingen door de overheid. Ultimo 2007 bedroeg het saldo € 80 000. Afwikkeling hiervan zal in 2008 plaatsvinden door het volledige bedrag dat nog per 31 december 2007 afgewikkeld moet worden toe te voegen aan de bijdrage van het Commissariaat voor de Media voor het jaar 2008.
Overeenkomstig de afgesproken gedragslijn zijn de betalingen aan het UWV ad € 1 794 000 opgenomen onder de voorschotten, voor zover het betalingen betreft waarvoor de controlerende instantie nog geen verklaring heeft kunnen afgeven. Afwikkeling van dit voorschot zal plaatsvinden in 2008.
12) Openstaande verplichtingen
Nadere specificatie van de openstaande verplichtingen:
Omschrijving | Bedrag |
Openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband | € 3 044 000 |
Openstaande verplichtingen buiten begrotingsverband | € 0+ |
Totaal | € 3 044 000 |
Toelichting op de opbouw van openstaande verplichtingen
Openstaande verplichtingen binnen begrotingsverband
Opbouw van de openstaande verplichtingen | Bedrag |
Verplichtingen per 01-01-2007 | € 214 000 |
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar | € 54 807 000+ |
Totaal | € 55 021 000 |
Tot betaling gekomen in het verslagjaar | € 51 977 000 | |
Negatieve bijstellingen van aangegane verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren | € 0+ | |
€ 51 977 000 -/- | ||
Openstaande verplichtingen op 31-12-2007 | € 3 044 000 |
5. SALDIBALANS KABINET DER KONINGIN MET TOELICHTING
Saldibalans van het Kabinet der Koningin (III) over het jaar 2007 (EUR 1 000) | |||||
---|---|---|---|---|---|
1) | Uitgaven ten laste van de begroting | 2 223 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 0 |
3) | Liquide middelen | 1 | |||
4) | Rekening-courant RHB KdK | 0 | 4a) | Rekening-courant RHB Min v AZ | 2 174 |
5) | Uitgaven buiten begrotingsverband (=intra comptabele vorderingen) | 0 | 6) | Ontvangsten buiten begrotingsverband (= intra comptabele schulden) | 50 |
7) | Openstaande rechten | 0 | 7a) | Tegenrekening openstaande rechten | 0 |
8) | Extra comptabele vorderingen | 0 | 8a) | Tegenrekening extra comptabele vordering | 0 |
9a) | Tegenrekening extra comptabele schulden | 0 | 9) | Extra comptabele schulden | 0 |
10) | Voorschotten | 0 | 10a) | Tegenrekening voorschotten | 0 |
11a) | Tegenrekening garantieverplichtingen | 0 | 11) | Garantieverplichtingen | 0 |
12a) | Tegenrekening openstaande verplichtingen | 0 | 12) | Openstaande verplichtingen | 0 |
13) | Deelnemingen | 0 | 13a) | Tegenrekening deelnemingen | 0 |
Totaal | 2 224 | Totaal | 2 224 |
Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2007 van het Kabinet der Koningin (III)
1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten
Verrekening van de begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten 2007 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
6) Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intra-comptabele schulden)
Nadere specificatie van de ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden):
Omschrijving Schulden:
Netto salarissen € 50 000
De op de salarissen van december 2007 ingehouden loonheffing ten behoeve van de Belastingdienst en de premie-inhoudingen ten behoeve van het ABP worden in januari 2008 betaald.
6. SALDIBALANS COMMISSIE VAN TOEZICHT BETREFFENDE DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN MET TOELICHTING
Saldibalans van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (III) over het jaar 2007 (EUR 1 000) | |||||
---|---|---|---|---|---|
1) | Uitgaven ten laste van de begroting | 856 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 10 |
3) | Liquide middelen | 0 | |||
4) | rekening-courant RHB CVT | 0 | 4a) | Rekening-courant RHB Min v AZ | 826 |
5) | Uitgaven buiten begrotingsverband (=intra comptabele vorderingen) | 0 | 6) | Ontvangsten buiten begrotingsverband (= intra comptabele schulden) | 20 |
7) | Openstaande rechten | 0 | 7a) | Tegenrekening openstaande rechten | 0 |
8) | Extra comptabele vorderingen | 0 | 8a) | Tegenrekening extra comptabele vordering | 0 |
9a) | Tegenrekening extra comptabele schulden | 0 | 9) | Extra comptabele schulden | 0 |
10) | Voorschotten | 0 | 10a) | Tegenrekening voorschotten | 0 |
11a) | Tegenrekening garantieverplichtingen | 0 | 11) | Garantieverplichtingen | 0 |
12a) | Tegenrekening openstaande verplichtingen | 0 | 12) | Openstaande verplichtingen | 0 |
13) | Deelnemingen | 0 | 13a) | Tegenrekening deelnemingen | 0 |
Totaal | 856 | Totaal | 856 |
Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2007 van de Commissie van Toezicht (III)
1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten
Verrekening van de begrotingsuitgaven 2007 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
6) Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intra-comptabele schulden)
Nadere specificatie van de ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden):
Omschrijving Schulden:
Netto salarissen € 20 000
De op de salarissen van december 2007 ingehouden loonheffing ten behoeve van de Belastingdienst en de premie-inhoudingen ten behoeve van het ABP worden in januari 2008 betaald.
7. BATEN-LASTENDIENST DIENST PUBLIEK EN COMMUNICATIE
7.1 Samenvattende verantwoordingsstaat 2007 inzake baten-lastendienst Dienst Publiek en Communicatie van het Ministerie van Algemene Zaken
Bedragen x € 1000 | |||
---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) = (2) – (1) | |
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijkvastgestelde begroting |
Totale baten | 36 500 | 51 494 | 14 994 |
Totale lasten | 36 350 | 50 891 | 14 541 |
Saldo baten/lasten | 150 | 603 | 453 |
Totale kapitaalontvangsten | 400 | 0 | – 400 |
Totale kapitaaluitgaven | – | – | – |
Bedragen x € 1 000 | ||
---|---|---|
Balans per 31-12-2007 | Balans per 31-12-2006 | |
Activa | ||
Immateriële activa | – | – |
Materiële activa | ||
– grond en gebouwen | – | – |
– installaties en inventarissen | – | – |
– overige materiële vaste activa | 22 | 33 |
Voorraden | 1 434 | 1 595 |
Debiteuren | 15 743 | 16 304 |
Nog te ontvangen | 5 485 | 4 315 |
Liquide middelen | 10 533 | 15 042 |
Totaal activa | 33 217 | 37 289 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | ||
– exploitatiereserve | 3 338 | 3 277 |
– verplichte reserve | – | – |
– onverdeeld resultaat | 603 | – 62 |
Leningen bij het MvF | – | – |
Voorzieningen | 612 | 125 |
Crediteuren | 16 005 | 22 440 |
Nog te betalen | 12 659 | 11 385 |
Totaal passiva | 33 217 | 37 289 |
Het saldo van baten en lasten zal worden toegevoegd aan de exploitatiereserve.
De exploitatiereserve blijft ook na toevoeging binnen de grenzen zoals deze op basis van de Regeling Baten- en Lastendiensten 2007 door het Ministerie van Financiën is vastgesteld voor DPC.
Voorzieningen bij de Dienst Publiek en Communicatie worden getroffen voor juridische of feitelijke verplichtingen die hun oorzaak vinden op of voor de balansdatum, waarbij voor afwikkeling van de verplichting een uitstroom van middelen zal gaan plaatsvinden waarvan de omvang nog niet vast staat, maar die wel op betrouwbare wijze kan worden geschat. Het verloop van deze voorziening is als volgt geweest:
Bedragen x € 1 000 | |
---|---|
Stand per 1 januari 2007 | 125 |
Onttrekkingen | 83 -/- |
Vrijval | 42 -/- |
Dotatie | 612 |
Stand per 31 december 2007 | 612 |
De voorziening van € 612 bestaat uit een reorganisatievoorziening van € 145 en een voorziening wachtgeld en overige verlieslatende contracten van € 467.
Bedragen x € 1 000 | |||
---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en oorspronkelijke begroting (2) – (1) | |
Baten | |||
Opbrengst moederdepartement | 10 990 | 6 957 | – 4 033 |
Opbrengst overige departementen | 20 310 | 43 965 | 23 655 |
Opbrengst derden | 5 200 | 572 | – 4 628 |
Rentebaten | – | – | – |
Bijzondere baten | – | – | – |
Totaal baten | 36 500 | 51 494 | 14 994 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | |||
– personele kosten | 10 800 | 11 246 | 446 |
– materiële kosten | 25 550 | 38 568 | 13 018 |
Rentelasten | – | 225 | 225 |
Afschrijvingskosten | |||
– materieel | – | 32 | 32 |
– immaterieel | – | – | – |
Overige lasten | |||
– dotaties voorzieningen | – | 820 | 820 |
– bijzondere lasten | – | – | – |
Totaal lasten | 36 350 | 50 891 | 14 541 |
Saldo van baten en lasten | 150 | 603 | 453 |
De opbrengst van het moederdepartement is lager dan vooraf begroot omdat, in tegenstelling tot de begroting, in de verantwoording alle opdrachten aan DPC uit het jaarprogramma Gemeenschappelijke Communicatie zijn verantwoord onder Opbrengst overige departementen.
De hoger dan geraamde opbrengsten van overige departementen resp. de materiële kosten hangt, naast voornoemd punt, vooral samen met het in shared service gaan van communicatiediensten zoals campagnemanagement. De één op één aan opdrachtgevers door te belasten externe kosten en de daadwerkelijke verrekening daarvan worden als lasten en baten verantwoord.
Bedragen x € 1 000 | ||||
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (2) – (1) | ||
1 | Rekening-courant RHB per 1 januari 2007 | 7 849 | 15 042 | 7 193 |
2 | Totale operationele kasstroom | 150 | – 4 488 | – 4 638 |
– Totaal investeringen (-/-) | – | – | – | |
– Totale boekwaarde desinvesteringen (+) | – | – | – | |
3 | Totaal investeringsstroom | – | – 21 | – 21 |
– Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | – | – | – | |
– Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 400 | – | – 400 | |
– Aflossing op leningen (-/-) | – | – | – | |
– Beroep op leenfaciliteit (+) | – | – | – | |
4 | Totale financieringskas-stroom | 400 | – | 400 |
5 | Rekening-courant RHB per 31 december 2007 (1+2+3+4) | 8 399 | 10 533 | 2 134 |
De stand van de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding per 31 december 2007 is € 4,5 mln. lager dan de stand per 1 januari 2007. Dit is voornamelijk veroorzaakt door een afname van de crediteurenpositie van DPC.
Indicator | Streefwaarde 2007 | Uitkomst 2007 |
---|---|---|
Gebruik van het contactcentrum, waarbij telefonie en internet zijn geïntegreerd | Aantallen telefoon shared service: 229 000; | 192 343 |
Aantallen e-mail shared service: 103 000; | 136 654 | |
Aantallen internet sessies: 2000 000 | 3 655 277 | |
Voldoende klanttevredenheid over de dienstverlening van consultancy, media-inkoop en -advies, monitoring, deskundigheidsbevor- dering, publieksvoorlichting en campagne-ondersteuning Postbus 51 | Opdrachtgevers geven minimaal een rapportcijfer 7 per hoofdproduct | Bij het laatstgehouden klanttevredenheidonderzoek in 2006 is op deze indicator een 7,2 gescoord. Het klanttevredenheidonderzoek vindt een keer in de twee jaar plaats. |
Verhouding direct: indirect personeel | Richting 80 : 20 | 87 : 13 |
Declarabele uren | Advies: 1 050 uur per jaar per fte; norm 67% | 62,4% |
Overig: 1 200 uur per jaar per fte; norm 76% | 78,2% |
De ontwikkeling in het gebruik van het contactcentrum past binnen de langere termijnontwikkeling. Hierbij dient te worden aangetekend dat de moeilijkheidsgraad van de vragen toeneemt. De veronderstelling is thans dat dit komt doordat vragenstellers zich «voorbereid» hebben door eerst informatie op te zoeken op internet.
Op grond van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Stb. 2006, 95) is een overzicht opgenomen van medewerkers die in het verslagjaar meer hebben verdiend dan het gemiddelde belastbare loon van de ministers. Dit gemiddelde belastbare loon is voor 2007 vastgesteld op € 169 000,– Voor het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is geensprake van functionarissen met een hoger belastbaar inkomen zoals hiervoor vermeld.
Overzicht niet-financiële informatie over inkoop van adviseurs en tijdelijk personeel (inhuur externen)
Uitgaven voor inkoop van adviseurs en tijdelijk personeel (inhuur externen) (cf. definitie Informatiestatuut 2007 – bijlage 4)
Ministerie van Algemene ZakenVerslagjaar: 2007 | |
---|---|
Uitgaven in 2007 (in € x 1 000)programma- en apparaatskosten | |
1. Interim-management | 76 |
2. Organisatie- en Formatieadvies | |
3. Beleidsadvies | |
4. Communicatieadvisering | |
Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4) | 76 |
5. Juridisch Advies | |
6. Advisering opdrachtgevers automatisering | |
7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie | 8 |
(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7) | 8 |
8. Uitzendkrachten (formatie & piek) | 361 |
Ondersteuning bedrijfsvoering | 361 |
Totaal uitgaven inhuur externen | 445 |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31444-III-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.