31 444 E
Jaarverslag en slotwet Spaarfonds AOW 2007

nr. 5
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 12 juni 2008

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid¹ heeft over het Jaarverslag Spaarfonds AOW 2007 (Kamerstuk 31 444 E, nr. 1) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd. Deze vragen, alsmede de daarop bij brief van 12 juni 2008 gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

De Wit

Adjunct-griffier van de commissie,

Van de Wiel

1

Aangezien er geen echt vermogen in het AOW Spaarfonds zit, hoe is het dan mogelijk om rente te vergoeden over dit «fictieve» fonds?

De rente wordt vergoed over het (fictief) opgebouwde vermogen. Het vermogen inclusief de rente wordt aangewend ter reductie van de overheidsschuld. Het toegepaste rentepercentage is gebaseerd op het effectief rendement van 9–10-jaars staatsobligaties.

2

Hoe zijn de «bijdragen» in het AOW Spaarfonds afkomstig van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid opgebouwd? Waar komen deze bedragen vandaan?

De hoogte van de jaarlijkse storting en de toename daarvan is vastgelegd in de Wet Financiering Sociale Verzekeringen (artikel 86 en 87). Bij de invoering van het spaarfonds in 1997 is f 750 mln gestort. Vanaf 1998 wordt dit fonds jaarlijks met f 4 300 mln gevoed en deze voeding wordt jaarlijks verhoogd met f 250 mln. De jaarlijkse storting bedraagt thans bijna € 3,1 miljard in 2008 en het opgebouwde vermogensoverschot bedraagt € 31,1 miljard ultimo 2007. De stortingen komen uit de algemene middelen en worden direct aangewend ter vermindering van de overheidsschuld.

---

1 Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), De Wit (SP), voorzitter, Van Gent (GL), Hamer (PvdA), Blok (VVD), Nicolaï (VVD), Van Dijk (CDA), Smeets (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Van Hijum (CDA), Timmer (PvdA), Koşer Kaya (D66), Jonker (CDA), ondervoorzitter, Luijben (SP), Ulenbelt (SP), Ortega-Martijn (CU), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Koppejan (CDA), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Thieme (PvdD), Karabulut (SP) en Vos (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Gerkens (SP), Vendrik (GL), Heerts (PvdA), De Krom (VVD), Weekers (VVD), Smilde (CDA), Depla (PvdA), Aptroot (VVD), Uitslag (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Pechtold (D66), Spies (CDA), Irrgang (SP), Lempens (SP), Cramer (CU), Biskop (CDA), Kamp (VVD), Joldersma (CDA), Fritsma (PVV), Tang (PvdA), Ouwehand (PvdD), Gesthuizen (SP) en Heijnen (PvdA).