31 444 C
Jaarverslag en slotwet Provinciefonds 2007

nr. 2
RAPPORT BIJ HET JAARVERSLAG 2007 VAN HET PROVINCIEFONDS (C)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

’s-Gravenhage, 21 mei 2008

Hierbij bieden wij u aan het op 7 mei 2008 door ons vastgestelde «Rapport bij het Jaarverslag 2007 van het Provinciefonds (C)».

Algemene Rekenkamer

drs. Saskia J. Stuiveling,

president

Jhr. mr. W.M. de Brauw,

secretaris

Inhoud

1Inleiding5
1.1Over het Provinciefonds5
1.2Over dit onderzoek5
   
2Oordelen Algemene Rekenkamer over het jaarverslag7
2.1Oordeel over de financiële informatie7
2.2Oordeel over de saldibalans en toelichting7
2.3Oordeel over de informatie over de bedrijfsvoering8
2.4Oordeel over de informatie over het gevoerde beleid8
   
3Reactie staatssecretaris9
   
 Gebruikte afkortingen10

1 INLEIDING

In dit rapport presenteren wij de oordelen en de belangrijkste bevindingen van ons rechtmatigheidsonderzoek bij het Provinciefonds.

Hieronder geven we eerst een beschrijving van het Provinciefonds. Ook gaan we in op onze onderzoeksaanpak en wijze van rapporteren. In hoofdstuk 2 presenteren wij vervolgens onze oordelen over het Jaarverslag 2007 van het Provinciefonds. In hoofdstuk 3 staat de reactie van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) op dit onderzoek.

1.1 Over het Provinciefonds

Wij rapporteren per begrotingshoofdstuk over de resultaten van ons onderzoek. In totaal zijn er 26 begrotingshoofdstukken. Dit rapport gaat over begrotingshoofdstuk C: het Provinciefonds.

Het Provinciefonds keert geld uit aan de provincies, zodat zij hun provinciale taken kunnen verrichten. De uitgaven van het Provinciefonds in 2007 bedroegen € 1,1 miljard. De verplichtingen bedroegen € 1,1 miljard, en de ontvangsten € 1,1 miljard.

Het Provinciefonds is ingesteld op grond van artikel 3 van de Financiële-verhoudingswet (FVW). In artikel 3 van die wet is vastgesteld dat het Provinciefonds wordt beheerd door de minister van BZK en de minister van Financiën. Het Ministerie van BZK doet de administratie van het fonds en de accountantscontrole.

Beide bewindspersonen stellen jaarlijks vast hoe de algemene uitkeringen verdeeld worden over de provincies.

Provincies voeren autonoom het beleid uit dat wordt gefinancierd uit het Provinciefonds. Daarom hebben de minister van BZK en de minister van Financiën geen verantwoordelijkheid voor de resultaten die de provincies met deze gelden behalen. Zij leggen daarover dan ook geen verantwoording af in hun jaarverslag. Het beleid van de bewindslieden is er uitsluitend op gericht dat het fonds toereikend is en adequaat verdeeld wordt.

1.2 Over dit onderzoek

De Algemene Rekenkamer doet jaarlijks rechtmatigheidsonderzoek bij de rijksoverheid. Dit doen wij door na te gaan of de jaarverslagen van de ministers voldoen aan de eisen die de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) stelt: is de financiële informatie, de informatie over bedrijfsvoering en de informatie over beleid tot stand gekomen volgens de daarvoor geldende regels en goed weergegeven?

Daarnaast onderzoeken we ook de bedrijfsvoering zelf. Hiervoor gaan we onder andere na of het financieel beheer en materieelbeheer voldoen aan de eisen die de CW 2001 stelt. De bedrijfsvoering van het Provinciefonds is onderdeel van de bedrijfsvoering van het Ministerie van BZK, waarover wij rapporteren in ons Rapport bij het Jaarverslag 2007 van het Ministerie van BZK.

In onze rapporten bij de jaarverslagen melden we zowel de fouten en onzekerheden in de financiële informatie die de kwantitatieve tolerantiegrenzen overschrijden als de fouten en onzekerheden in de financiële informatie die de kwalitatieve tolerantiegrenzen overschrijden. Onder «fouten» verstaan we financiële informatie die niet rechtmatig tot stand gekomen is (het begrotingsgeld is niet volgens de regels uitgegeven) of die niet deugdelijk is weergegeven (er is geen goede verantwoording afgelegd in het jaarverslag). Van «onzekerheden» spreken we wanneer we door onvolkomenheden in het financieel beheer niet kunnen vaststellen of er al dan niet sprake is van fouten.

Op www.rekenkamer.nl kunt u meer lezen over hoe onze rapporten bij de jaarverslagen tot stand komen.

2 OORDELEN ALGEMENE REKENKAMER OVER HET JAARVERSLAG

De Algemene Rekenkamer heeft het Jaarverslag 2007 van het Provinciefonds beoordeeld. Wij hebben onderzocht of de minister het begrotingsgeld volgens de regels heeft uitgegeven en ontvangen en of zij daarover in het jaarverslag goed verantwoording heeft afgelegd.

Verder hebben we onderzocht of de informatie in het jaarverslag over de bedrijfsvoering en over het gevoerde beleid, deugdelijk tot stand is gekomen en voldoet aan de daaraan te stellen kwaliteitsnormen.

In dit hoofdstuk lichten wij ons oordeel over het jaarverslag toe.

Dit oordeel bestaat uit deeloordelen over:

• de financiële informatie (§ 2.1);

• de saldibalans (§ 2.2);

• de informatie over de bedrijfsvoering (§ 2.3);

• de informatie over het gevoerde beleid (§ 2.4).

2.1 Oordeel over de financiële informatie

De financiële informatie in het jaarverslag bestaat uit de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten in de verantwoordingsstaat en de toelichting daarbij.

De financiële informatie dient op grond van de CW 2001:

• rechtmatig tot stand te zijn gekomen;

• deugdelijk te zijn weergegeven;

• te voldoen aan de verslaggevingsvoorschriften.

Oordeel

De financiële informatie in het Jaarverslag 2007 van het Provinciefonds voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat wij geen fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave hebben geconstateerd die de kwantitatieve tolerantiegrenzen overschrijden.

Het bedrag aan uitgaven omvat in totaal € 380 000 aan overschrijdingen op het begrotingsartikel 1. Gaan de Staten-Generaal niet akkoord met de hiermee samenhangende slotwetmutatie, dan moeten wij ons oordeel over de financiële informatie mogelijk herzien.

Omdat we geen fouten en onzekerheden hebben aangetroffen in de financiële informatie in dit jaarverslag, ontbreekt in dit rapport de gebruikelijke bijlage met het overzicht van fouten en onzekerheden.

2.2 Oordeel over de saldibalans en toelichting

De saldibalans is een overzicht van de posten die aan het eind van het jaar nog openstaan en die naar het volgende jaar moeten worden meegenomen. Bij de saldibalans hoort een toelichting waarin nadere informatie wordt verstrekt over de afzonderlijke posten op deze balans.

De informatie in de saldibalans dient op grond van de CW 2001:

• rechtmatig tot stand te zijn gekomen;

• deugdelijk te zijn weergegeven;

• te voldoen aan de verslaggevingsvoorschriften.

Oordeel

De informatie in de saldibalans in het Jaarverslag 2007 van het Provinciefonds voldoet aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat wij geen fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave hebben geconstateerd die de kwantitatieve tolerantiegrenzen overschrijden.

In 2007 zijn geen voorschotten afgerekend.

Omdat we geen fouten en onzekerheden hebben aangetroffen in de financiële informatie in dit jaarverslag, ontbreekt in dit rapport de gebruikelijke bijlage met het overzicht van fouten en onzekerheden.

2.3 Oordeel over de informatie over de bedrijfsvoering

In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag verantwoordt de minister zich over de rechtmatigheid van de begrotingsuitvoering (of het begrotingsgeld volgens de regels is uitgegeven) en over de totstandkoming van de beleidsinformatie.

De informatie over de bedrijfsvoering dient op grond van de CW 2001:

• op deugdelijke wijze tot stand te zijn gekomen;

• te voldoen aan de verslaggevingsvoorschriften.

Deze twee aspecten betrekken wij in ons oordeel over de informatie over de bedrijfsvoering. We zeggen daarmee niets over de kwaliteit van de informatie zelf.

Oordeel over de informatie over de bedrijfsvoering

De informatie over de bedrijfsvoering in het Jaarverslag 2007 van het Provinciefonds is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.

Het onderzoek naar de bedrijfsvoering zelf van het fonds is onderdeel van ons Rapport bij het Jaarverslag 2007 van het Ministerie van BZK, hoofdstuk 3.

2.4 Oordeel over de informatie over het gevoerde beleid

In het jaarverslag verstrekt de minister ook beleidsinformatie: informatie over de gerealiseerde effecten van haar beleid, de daartoe geleverde prestaties en de daarmee gemoeide kosten.

De Algemene Rekenkamer beoordeelt ieder jaar de totstandkoming van de beleidsinformatie en of deze informatie voldoet aan de verslaggevingseisen.

Oordeel

De informatie over het gevoerde beleid in het Jaarverslag 2007 van het Provinciefonds is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingseisen.

3 REACTIE STAATSSECRETARIS

Reactie staatssecretaris

De staatssecretaris van BZK geeft in haar brief van 22 april 2008 aan dat het positieve oordeel van de Algemene Rekenkamer over de financiële informatie, de saldibalans met toelichting, de informatie over de bedrijfsvoering en het beleid bij het jaarverslag van het Provinciefonds haar geen aanleiding geeft tot een nadere reactie.

GEBRUIKTE AFKORTINGEN

BZK(Ministerie van) Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
CW 2001Comptabiliteitswet 2001
FVWFinanciële-verhoudingswet

Op www.rekenkamer.nl staat een verklarende woordenlijst met begrippen die veel voorkomen in onze rapporten bij de jaarverslagen.

Naar boven