31 441
Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met decentralisering van de langdurigheidstoeslag en op bevordering van maatschappelijke participatie gerichte ondersteuning van huishoudens met schoolgaande kinderen

nr. 4
NADER RAPPORT¹

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State)

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 23 april 2008, aangeboden aan de Koningin door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 13 maart 2008, nr. 08.000765, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 16 april 2008, nr. W12.08.0089/III, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. De redactionele kanttekeningen zijn conform het advies verwerkt met uitzondering van de volgende opmerkingen.

Het advies om overal het begrip maatschappelijke participatie te hanteren²kon slechts ten dele worden opgevolgd. Met name waar het de lokale vormgeving van de langdurigheidstoeslag betreft is namelijk juist bijdragen aan de arbeidsparticipatie het doel.

De laatste redactionele overweging van de raad (betreffende artikel 35, zesde lid, Wet werk en bijstand)³ leidt, naar de mening van de regering, niet tot een verduidelijking van het wetsvoorstel en is om die reden dan ook niet gevolgd.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb

---

1 De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

2 De redactionele kanttekening luidt: Aangezien participatiebevordering een centraal element is, zowel in het wetsvoorstel als in de memorie van toelichting één uniforme terminologie hanteren; bij voorkeur het begrip «maatschappelijke participatie» (vergelijk bijvoorbeeld het begrip «(arbeids) participatie» in paragraaf 1 memorie van toelichting en het begrip «maatschappelijke participatie» in de considerans).

3 De redactionele kanttekening luidt: In het voorgestelde artikel 35, zesde lid, WWB (artikel I, onderdeel C) tot uitdrukking brengen dat bijzondere bijstand in de vorm van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering uitsluitend kan worden verleend in verband met kosten die uit een dergelijke verzekering kunnen worden gedekt.