31 415 DNA-onderzoek in strafzaken

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2016

Bij brief van 13 oktober jl. heeft u mij gevraagd om een reactie op berichtgeving dat agenten zelf DNA onderzoek gaan doen.

De commissie Zouridis wijst in haar driejaarlijkse signalering (Kamerstukken 29 279 en 29 628, nr. 328) op het feit dat de strafrechtketen zich op termijn geconfronteerd zal zien met een sporenexplosie, onder meer omdat het forensisch instrumentarium meer en beter onderzoek mogelijk maakt. Deze ontwikkeling is op dit moment al gaande en zal in de toekomst exponentieel toenemen.

In dat kader zijn politie, OM, NFI en de Hogeschool Amsterdam voornemens om te onderzoeken of het mogelijk is dat forensische rechercheurs van de politie een aantal stappen in de analyse van DNA op locatie kunnen uitvoeren met speciale onderzoeksapparatuur. Uitgangspunt is dat de digitale data die daarbij worden gegenereerd voor een deskundigen-oordeel direct online worden toegestuurd aan het NFI. De uitslag van de NFI-analyse ontvangt de politie vervolgens op zeer korte termijn. Uiteraard worden in dit onderzoek ook uitdrukkelijk de kwalitatieve en juridische randvoorwaarden en de bedrijfsvoeringsaspecten (kosten en capaciteitsbeslag bij incidentele of structurele toepassing van deze mogelijkheid) in beschouwing genomen. De gedachte achter het project Local DNA is, dat snelle vaststelling van DNA-profielen van mogelijke verdachten grote voordelen kan hebben in de opsporing.

Na afloop van deze onderzoeksfase – over ongeveer twee jaar – zullen politie, OM en NFI gezamenlijk een besluit nemen over de haalbaarheid en een mogelijk vervolg van het project.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven