Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2015
In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu van
14 oktober 2015 is gesproken over mijn reactie op de aangenomen motie van de leden
Jacobi (PvdA) en De Vries (VVD) over een eventuele aanpassing van de planologische
kernbeslissing (PKB) Waddenzee ten behoeve van de vaargeul Ameland (Kamerstuk 31 409, nr. 91).
De commissie heeft verzocht om de Kamer vóór het algemeen overleg Scheepvaart d.d.
5 november 2015 een brief te doen toekomen met daarin een helder tijdpad en een einddatum
voor de in mijn brief genoemde oplossingen van knelpunten inzake de vaargeul. De commissie
verzoekt daarbij ook aan te geven wanneer de aanpassingen in de dienstregeling van
de veerboten voor 2016 gereed zouden kunnen zijn.
Zoals ik u in mijn brief van 28 september 2015 (Kamerstuk 31 409, nr. 91) heb aangegeven is een procesbegeleider voor het Open Plan Proces veerverbinding
Holwerd-Ameland benoemd. De heer Marc Jager, oud-gedeputeerde provincie Groningen,
is inmiddels gestart en heeft eerste gesprekken gevoerd met de verschillende betrokken
partijen: de gemeente Ameland, Wagenborg Passagiersdiensten en IenM/Rijkswaterstaat).
De heer Jager zal in nauwe afstemming met de betrokken partijen het proces voor de
eerste fase inrichten. Het is zijn ambitie om nog dit jaar een advies uit te brengen
over mogelijke oplossingsrichting(en) aan de betrokken partijen. Wanneer ik dit advies
heb ontvangen, zal ik de Tweede Kamer daarvan op de hoogte stellen. In de eerste helft
van 2016 worden oplossingsrichtingen nader uitgewerkt, inclusief tijdpaden voor de
uitvoering. Ik zal hieronder schetsen wat het verwachte oplevermoment voor de eindresultaten
is en hoe ik met tussentijdse resultaten wil omgaan.
Na oplevering van het advies van de heer Jager (2015) zullen betrokken partijen het
verdere tijdpad uitzetten, de benodigde werkzaamheden verrichten en opdracht tot onderzoek(en)
geven. De opdracht aan de heer Jager is om als onafhankelijk procesbegeleider met
de betrokken partijen mogelijke gedragen oplossingsrichtingen te verkennen conform
de brief van 4 mei 2015 (Kamerstuk 33 450, nr. 45). Hierbij verwacht ik dat de door mij in mijn eerdergenoemde brief aangedragen kansrijke
korte termijn opties, een eventuele aanpassing van de dienstregeling en de mogelijkheid
van een bochtafsnijding, de nodige aandacht zullen krijgen. Hiervoor zal overigens
wel aanvullend onderzoek nodig zijn om de morfologische effecten voor het gebied door
te rekenen. Het onderzoek zal binnen de tijdsafspraken voor het Open Plan Proces uitgevoerd
worden. Afhankelijk van deze gegevens kan bepaald worden of en welk traject ingezet
zou kunnen worden. Vanuit het BO MIRT proces zal dan bekeken moeten worden of opname
in een MIRT traject wenselijk is.
Ten aanzien van een eventuele aanpassing van de dienstregeling voor de veerverbinding
Holwerd-Ameland en de mogelijke ingangsdatum kan ik u het volgende aangeven. Eventuele
aanpassing van de dienstregeling zal binnen het Open Plan Proces als onderdeel van
mogelijke oplossingsrichtingen in beschouwing worden genomen. Wanneer binnen het Open
Plan Proces geconcludeerd wordt dat aanpassing van de dienstregeling in samenhang
met andere maatregelen een kansrijke optie is om de (vervolg)vertragingen te helpen
beperken, en daarmee de betrouwbaarheid van de dienstregeling te vergroten. dan kan
de concessiehouder een verzoek tot tussentijdse wijziging van de dienstregeling indienen.
Om het draagvlak te toetsen zal daarover door IenM advies worden gevraagd aan het
consumentenplatform en de betrokken decentrale overheden, alvorens op het verzoek
te besluiten.
Medio 2016 wordt het eindresultaat van het Open Plan Proces opgeleverd.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus