Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 augustus 2013
Met genoegen, doe ik u hierbij ter informatie het jaarverslag toekomen van het «Paris
Memorandum of Understanding on Port State Control»1.
Het «Paris Memorandum of Understanding on Port State Control» is een samenwerkingsverband
tussen 27 landen met betrekking tot de inspectie van buitenlandse zeeschepen (havenstaatcontrole).
Ook Nederland is aangesloten bij de overeenkomst. Het doel is om door middel van een
geharmoniseerd inspectieregime milieuincidenten tegen te gaan en de veiligheid en
werk- en leefomstandigheden van de bemanning aan boord te verbeteren.
Het Nederlandse Ministerie van Infrastructuur en Milieu faciliteert een permanent
secretariaat ten behoeve van de doelmatige werking van het Memorandum. In die zin
publiceert het secretariaat een jaarverslag waarin onder andere een overzicht wordt
gegeven van de resultaten van havenstaatcontrole. Het secretariaat is ondergebracht
bij de Inspectie Leefomgeving en Transport.
In de loop der jaren is het jaarverslag van het Memorandum uitgegroeid tot een gezaghebbend,
veel geciteerd document in de scheepvaartwereld. Met name de in het jaarverslag opgenomen
«White, Grey and Black List» van vlaggenstaten en de «RO List», een lijst van Erkende
Klassenbureaus die als vertegenwoordiger van vlaggenstaten kunnen optreden, worden
met grote belangstelling door het internationale maritieme bedrijfsleven en de vakpers
ontvangen.
De lijsten worden door de Europese Commissie erkend als een maatstaf voor kwaliteit
van het scheepsregister.
Nederland is in 2012 gezakt van plaats 4 naar plaats 15 van de White List. Hoewel
Nederland daarmee nog steeds tot de groep van bovengemiddeld goed presterende landen
behoort, is dit natuurlijk geen goede ontwikkeling. Mijn streven is en blijft om de
Nederlandse vloot tot de veiligste vloten van de wereld te laten behoren. Naar aanleiding
van de daling op de ranglijst heb ik een aantal maatregelen genomen, waaronder gesprekken
met reders waarvan meerdere malen een schip is aangehouden alsmede het uitvoeren van
thema-inspecties aan boord van Nederlandse schepen. Voorts is in samenwerking met
de KVNR een seminar georganiseerd en is een brief naar alle Nederlandse reders gestuurd
om hen te wijzen op hun verantwoordelijkheid. De reders zijn immers primair verantwoordelijk
voor de veiligheid van hun schepen.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus