31 409 Zee- en binnenvaart

33 009 Innovatiebeleid

Nr. 423 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

En van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Defensie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2023

De maritieme maakindustrie is belangrijk voor Nederland. Wij leven met water en de industrie is essentieel voor onze veiligheid, de energietransitie en het verdienvermogen van Nederland. De maritieme maakindustrie staat echter onder druk. Om deze reden is onder leiding van de gezant mevrouw Marja van Bijsterveldt, zoals aangekondigd op 13 maart 2023 in Kamerstuk 31 409, nr. 397, in intensieve samenwerking tussen de sector en betrokken departementen een sectoragenda voor de maritieme maakindustrie opgesteld. De sectoragenda is wederkerig en vraagt evenveel van de overheid als van de sector. Met deze brief bieden wij u de sectoragenda No guts no Hollands glorie aan bestaande uit 5 actielijnen met in totaal 25 maatregelen en 5 koploperprojecten.

Met deze breed gedragen sectoragenda wordt invulling gegeven aan actiever en groen industriebeleid. Uitgangspunt hiervoor is het door de Minister van Economische Zaken en Klimaat op 30 juni 2023 gepresenteerde beleidskader voor de Nederlandse economie¹. In dit perspectief op de Nederlandse economie staan vier pijlers centraal, namelijk: innovatief (1), duurzaam (2), sterk Nederland in een weerbaar Europa (3) en samenleving profiteert (4). De maritieme maakindustrie is daarmee de eerste sector waarop het nieuwe kader is toegepast en een concreet voorbeeld van hoe actief industriebeleid kan worden vormgegeven. Zo maken we samen met de sector in totaal € 60 miljoen vrij voor innovatie. Daarbij zetten we in op slimme oplossingen waarmee we enerzijds de maatschappelijke urgenties van deze tijd aanpakken en anderzijds het verdienvermogen van Nederland versterken. Implementatie en verwerking van de overige bij de maatregelen horende financiële consequenties vinden o.a. plaats in de voorjaarsnota of door het volgende kabinet.

Voorts geeft de bijgesloten agenda invulling aan de door uw Kamer breed gesteunde moties die oproepen tot een integraal beleid voor de maritieme maakindustrie (motie van het lid Graus c.s.)², tot het strategisch benutten van overheidsaanbestedingen voor de Nederlandse maritieme maakindustrie (motie van het lid Graus c.s.)³ en tot een versterking en bescherming van regionale scheepsbouwclusters (motie van het lid Van der Plas)⁴. Ook geeft de agenda richting aan de uitwerking van de aangenomen moties voor maritieme veiligheid (motie van het lid Stoffer)⁵, de inzet van offshorewerkschepen onder fiscale zeevaartregelingen (motie van het lid Stoffer)⁶, de moties over de vlootvernieuwing van de Rijksrederij (motie van de leden Van der Plas en Pouw-Verweij⁷ en motie van de leden Koerhuis en Stoffer⁸) en het verzoek van uw Kamer om een reactie op de analyse met betrekking tot aanbestedingen van overheidsschepen in Europa van Netherlands Maritime Technology. Daarnaast raakt het de motie voor de bescherming van infrastructuur op de Noordzee (motie van het lid Boswijk).⁹

Tot slot is het goed om te realiseren dat deze sectoragenda een eerste stap is op weg naar een toekomstbestendige maritieme maakindustrie. Het gaat er nu om dat politiek, overheid en sector samen de uitvoering van de overeengekomen actielijnen en koploperprojecten voortvarend ter hand te nemen. Wij richten daarom een Rijksregiebureau Maritieme Maakindustrie op dat verantwoordelijk wordt voor de uitvoering van de agenda.

Mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst,

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M. Harbers

De Staatssecretaris van Defensie, C.A. van der Maat

---

1 Kamerstukken 33 009 en 32 637, nr. 131.

2 Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 29.

3 Kamerstuk 36 410 XIII, nr. 36.

4 Kamerstuk 36 200 XII, nr. 88.

5 Kamerstuk 35 925-X, nr. 36.

6 Kamerstuk 31 409, nr. 392.

7 Kamerstuk 31 409, nr. 382

8 Kamerstuk 31 409, nr. 378

9 Kamerstuk 35 925 X, nr. 22.