31 409 Zee- en binnenvaart

29 684 Waddenzeebeleid

Nr. 132 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 december 2016

Hierbij informeer ik uw Kamer over de eerder toegezegde informatie (zie Kamerbrief 7 juli 2016, Kamerstukken 31 409 en 29 684, nr. 123) omtrent snelheidsovertredingen op de Waddenzee.

Om tot een substantiële verbetering van de huidige situatie te komen zet ik in op meerdere fronten. De ervaring leert dat handhaving alleen niet de oplossing is, mede gezien de beperkingen die handhaving op groot open water met zich meebrengt. Het feitelijk handhaven en eventueel uitschrijven van proces verbaal is een sluitstuk van een keten aan maatregelen om de naleving van de regelgeving verder te verbeteren. Om die reden zet ik nadrukkelijk ook in op bewustwording bij (snelle) vaarweggebruikers en ben ik structureel in gesprek met de betrokken natuur- en milieuorganisaties.

Extra inzet op handhaving

Er is extra ingezet gepleegd op handhaving. Er zijn in 2016 349 diensten uitgevoerd, waarvan 20 met een gespecialiseerd handhavingsteam. Dit zijn 101 diensten meer dan in 2015.

Rijkswaterstaat constateert dat de toegenomen aanwezigheid op het water merkbaar leidt tot aanpassing van het vaargedrag. Het aantal sancties is met de extra inzet niet substantieel toegenomen ten opzichte van 2015, dus Rijkswaterstaat ziet wel een betere naleving van de maximum snelheid. Dat neemt niet weg dat versterkte focus nodig blijft om de naleving verder te verbeteren.

Om een zo groot mogelijk effect te bereiken heeft Rijkswaterstaat binnen de beschikbare middelen bovendien naast extra handhavingsdiensten ook de tijden van deze diensten aangepast (van 8–22 uur in plaats van 6–20 uur omdat er voor 8 uur weinig wordt gevaren en na 20 uur nog relatief veel).

Bekend is ook dat communicatie vooraf de effectiviteit van het toezicht nog verder kan verhogen. Derhalve laat ik de aanwezigheid en inzet hierop van Rijkswaterstaat nadrukkelijk communiceren richting (snelle) vaarweggebruikers.

Overige acties in relatie tot handhaving, samenwerking en moderne technieken

Naast bovengenoemde extra inzet, aanpassing van de diensttijden en expliciete communicatie hierover onderneem ik nog aanvullende maatregelen, zoals ik ook in mijn brief van 7 juli 2016 heb bericht. Dit doet mijn ministerie in samenwerking met overige handhavende partijen op het water i.c. Nationale Politie, Douane, Koninklijke Marechaussee en het Ministerie van Economische Zaken. Op basis van gezamenlijke risicoanalyses zetten de partijen extra in op het reduceren van overtredingen welke de grootste gevaren of meeste overlast veroorzaken. Derhalve heeft Rijkswaterstaat het onderwerp Snelheidsovertredingen op de Waddenzee als regionaal speerpunt opgenomen in het Jaarplan scheepsgebonden nautische handhaving.

De huidige handhavingspraktijk beperkt zich nog tot het visueel constateren van snelheidsovertredingen, aangezien deze alleen op basis van visuele waarneming op heterdaad vervolgbaar zijn. Daarom onderneemt Rijkswaterstaat actie om samen met het Openbaar Ministerie in kaart te brengen of er aanvullende meetmethoden voor vaarsnelheid zijn, die ook in een juridische procedure stand houden. Daarbij worden uiteraard de mogelijkheden onderzocht om moderne technieken in te zetten, voor zover dat binnen de juridische en technische mogelijkheden ligt.

Ik verwacht hierover in 2017 meer duidelijkheid te kunnen geven.

Jaarplan scheepsgebonden nautische handhaving 2017

Rijkswaterstaat stelt jaarlijks in samenspraak met de handhavingspartners in haar Jaarplan scheepsgebonden nautische handhaving de handhavingspeerpunten vast. Zoals hierboven opgemerkt is snelvaren op de Waddenzee in het jaarplan 2017 opgenomen als regiospecifiek speerpunt. Dit jaarplan bevindt zich op dit moment in de afrondende fase. Om u hier meer beeld bij te geven stuur ik u, zoals eerder toegezegd, begin 2017 een exemplaar.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven