31 382
Wijziging van de Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën, in verband met de verzekering door de Staat van handelsrisico’s en de verbetering van het risicobeheer

nr. 18
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2009

Tijdens het kamerdebat over de behandeling van de voorgestelde Kaderwet Financiële verstrekking Financiën heeft het lid van uw Kamer, de heer Weekers, gevraagd naar een nadere toelichting op de opmerkingen van de Raad van State ten aanzien van de transparantie en acceptatievoorwaarden voor exportkredietverzekeringsfaciliteiten. Ik heb daarop aangegeven hierop per brief antwoord te geven, in aansluiting van de brief aan de Kamer betreffende omzetpolissen.

Zoals ik in het nader rapport aan de Raad van State, in antwoord op zijn vragen, al heb aangegeven, ben ik van mening dat het voorstel van wijziging voldoende objectiviteit en transparantie ten opzichte van de ondernemers betrokken bij de exportkredietverzekeringsfaciliteit (EKV) bevat.1 De hoofdlijnen van het acceptatiebeleid acht ik voldoende kenbaar.

De afwegingscriteria met betrekking tot het in verzekering nemen van risico’s zijn onderwerp van objectieve afspraken die deels in internationaal verband worden vastgesteld. Naast deze criteria wordt voor alle individuele transacties een inschatting gemaakt op basis van alle omstandigheden van dat specifieke geval. De mogelijkheden voor EKV dekking zijn voor eenieder toegankelijk, onder andere op de website van de uitvoerder. Hier is informatie te vinden met betrekking tot onder meer de dekkingstypen, de voorwaarden waaraan moet worden voldaan en de stand van zaken met betrekking tot mogelijke plafonds. Mede tegen de achtergrond van de veelal multi-interpretabele gegevens over de financiële positie van de debiteur en zijn land van vestiging, en gegeven de dynamiek van de internationale kapitaalmarkt, dient de Staat bij deze beoordeling een zekere discretionaire bevoegdheid te hebben. Deze ziet erop de contractsvrijheid van de Staat te beschermen en mogelijke contractsverplichtingen voor de Staat te voorkomen. Het huidige economische klimaat, waarbij risico’s zeer snel blijken te kunnen verslechteren, bevestigt nogmaals het belang van deze discretionaire bevoegdheid.

Daarbij komt dat er zowel periodiek als, indien de omstandigheden daar aanleiding toe geven, op ad hoc basis contact is tussen mijn ministerie, de uitvoerder en afnemers van de EKV. Het belangrijkste orgaan waarin belanghebbenden bij de EKV in overleg treden met de Staat is de Rijkscommissie. Hierin hebben vertegenwoordigers van het Nederlandse bedrijfsleven en banken zitting. Daarnaast wordt regelmatig inzake specifieke technische onderwerpen in kleinere werkgroepen met gebruikers van de EKV overlegd.

De EKV, en daarmee de transparantie van de regeling voor de afnemers, wordt iedere vijf jaar geëvalueerd. De uitkomsten daarvan worden vastgelegd in de beleidsdoorlichting. De meest recente doorlichting heb ik enkele weken geleden naar de Kamer gezonden. Tevens evalueer ik ieder jaar de tevredenheid van de klanten over de uitvoerder middels het klanttevredenheidsonderzoek. Daarin wordt onder meer gevraagd of de informatievoorziening vanuit de uitvoerder en de procedure rondom aanvragen, polisbeheer en schadevergoeding voldoende transparant zijn. De uitkomsten van dit onderzoek zijn de afgelopen jaren positief geweest.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Financiën,

W. J. Bos


XNoot
1

Kamerstukken II 2007/08, 31 382, nr. 4, p. 2–3.

Naar boven