31 377
Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met de rechtsgang bij inhouding van de bijdrage van verdragsgerechtigden (rechtsgang bronheffing verdragsgerechtigden)

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nadere regels te stellen voor de rechtsgang die is aangewezen ter zake van de inhouding van de bijdrage van verdragsgerechtigden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 69 van de Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt na «alsmede met» ingevoegd: het nemen van beschikkingen over.

2. Het zevende lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. kan worden bepaald dat organen die pensioen of rente verschuldigd zijn in opdracht van het College zorgverzekeringen werkzaamheden verrichten ter voorbereiding of uitvoering van beschikkingen als bedoeld in het vierde lid, waarbij kan worden bepaald dat die organen de bijdragen, bedoeld in het tweede lid, op het pensioen of de rente inhouden en aan het Zorgverzekeringsfonds afdragen;.

ARTIKEL II

1. Een beschikking tot het heffen of inhouden van de bijdrage, bedoeld in artikel 69, tweede lid van de Zorgverzekeringswet, door organen die pensioenen of renten uitkeren, dan wel het inhouden van die bijdrage zelf, geldt als beschikking van het College zorgverzekeringen, indien deze beschikking werd genomen of deze inhouding plaatsvond tussen 1 januari 2006 en de inwerkingtreding van deze wet.

2. Indien voor de inwerkingtreding van deze wet tegen de beschikking tot het heffen of inhouden van de bijdrage dan wel tegen die inhouding zelf:

a. bezwaar is ingediend waarop nog geen beslissing is genomen door het bevoegde bestuursorgaan, is artikel 6:15, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing;

b. een beslissing op bezwaar is genomen, geldt deze beslissing als een beslissing van het College zorgverzekeringen.

3. Tegen een voor de inwerkingtreding van deze wet door een pensioenfonds of een werkgever verrichte inhouding van de bijdrage bedoeld in het eerste lid, staat, tot dertien weken na de inwerkingtreding van deze wet, bezwaar open bij het College zorgverzekeringen.

4. Indien over de inhouding van de bijdrage een geschil aanhangig is gemaakt bij een civiele rechter, is deze rechter, in afwijking van het eerste lid, bevoegd.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Naar boven