31 371
Kredietcrisis

nr. 266
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 oktober 2009

Inleiding

Op 12 oktober 2009 heeft de Arrondissementsrechtbank van Amsterdam op verzoek van de Nederlandsche Bank (DNB) de noodregeling van toepassing verklaard op de DSB Bank N.V. te Wognum («DSB Bank»). Met deze brief informeer ik u over de achtergronden en de gevolgen hiervan.

Noodregeling

De noodregeling is bedoeld om de tegoeden van de rekeninghouders bij een in moeilijkheden verkerende bank te bevriezen teneinde een bewindvoerder in staat te stellen de financiële onderneming te saneren dan wel te liquideren. De noodregeling heeft tot gevolg dat de bevoegdheden van de organen van de financiële onderneming toekomen aan de bewindvoerder.

Een noodregeling kan worden aangevraagd voor een bank waarvan de solvabiliteits- en/of de liquiditeitssituatie dreigend is of wanneer redelijkerwijs valt te voorzien dat de onderneming haar verplichtingen niet kan nakomen en waarbij het uitspreken van de noodregeling in het belang is van de gezamenlijke schuldeisers.

Situatie DSB Bank

DSB Bank is een dochter van DSB FICO holding B.V. Andere dochters van deze B.V. zijn DSB schade en DSB leven. DSB FICO is vervolgens weer een dochter van DSB Beheer, waar ook andere zaken in zijn ondergebracht, zoals AZ N.V. en DS Arts B.V, waar het museum voor hedendaags realisme onder valt. DSB FICO holding en zijn dochters vallen onder het financieel toezicht, de overige activiteiten niet.

Met name vanaf 1 oktober verkeerde de onderneming in toenemende financiële moeilijkheden. Alhoewel de onderneming op dat moment nog aan de solvabiliteits- en liquiditeitsnormen voldeed, verslechterde de situatie vanaf dat moment snel. Directe aanleiding daarvoor lijkt te zijn gelegen in dreigende claims met uitstroom van spaargeld als gevolg. In combinatie met twijfel over de kwaliteit van het onderpand, dat van belang is voor het aantrekken van liquide middelen, leidde dat tot een snelle verslechtering van de liquiditeitspositie. De afgelopen twee weken bedroeg de cumulatieve uitstroom van spaargeld meer dan€ 600 miljoen.

DNB heeft uiteindelijk de noodregeling aangevraagd vanwege de grote uitstroom van liquiditeiten die het voortbestaan van DSB Bank op korte termijn in gevaar bracht. Ook de onder druk staande solvabiliteit speelde een rol.

Het aanvragen van de noodregeling is een zeer ingrijpend toezichtsinstrument. Vooral voor klanten en werknemers van DSB Bank is dit een beslissing met zeer ingrijpende gevolgen. Maar deze uitkomst bleek onvermijdelijk.

Afweging

Dit weekend hebben de Nederlandse Staat, DNB en vijf Nederlandse banken (Rabobank, ABN Amro, ING, Fortis en SNS REAAL) gezocht naar een andere oplossing. Dat was een constructief overleg. Maar de risico’s bleken te groot, ook voor de belastingbetaler. Naast de liquiditeitspositie van de DSB bank, behelst dit de onzekere omvang van mogelijke verplichtingen ten aanzien van kwesties rond overkreditering, gebrekkige zorgplicht en mogelijke verliezen op verstrekte kredieten. Bij de afwegingen die zijn gemaakt hebben aspecten van mogelijke verboden staatssteun een rol gespeeld, doch deze hebben wij niet beschouwd als de doorslaggevende hindernis die een reddingsactie uiteindelijk in de weg stond. Ik heb overigens de Europese Commissie in het weekend geïnformeerd over de gang van zaken. De Europese Commissie heeft zich hierbij niet uitgelaten over de vraag of een eventuele redding van de DSB bank al dan niet zou zijn toegestaan. Deze vraag behoefde uiteindelijk ook niet aan de Europese Commissie te worden gesteld, omdat duidelijk werd dat een reddingsactie op basis van de andere overwegingen niet tot de mogelijkheden behoorde.

Maatschappelijke gevolgen

Het moge duidelijk zijn dat velen zullen worden getroffen door de ontstane situatie. Een groot aantal mensen zal naar alle waarschijnlijkheid zijn baan verliezen, maar vanwege de vervlechting van DSB Bank met het DSB concern kunnen door de ontstane situatie tevens andere partijen worden getroffen. Onder de topholding van het DSB concern, DSB Beheer, zijn niet alleen bank- en verzekeringsactiviteiten ondergebracht, maar bijvoorbeeld ook belangen in voetbalclub AZ en museumactiviteiten. Wat de gevolgen zullen zijn voor DSB Beheer en deze gelieerde activiteiten, is op dit moment niet duidelijk. Overigens wordt opgemerkt dat DSB Beheer niet onder toezicht van DNB staat.

Hieronder wordt verder op een aantal andere belangrijke gevolgen ingegaan, die verband houden met de financiële activiteiten van DSB Bank.

Depositogarantiestelsel

Wanneer een bank wordt onderworpen aan de noodregeling of failliet wordt verklaard kunnen rekeninghouders geen geld meer van hun rekening halen. Zij moeten hun vordering indienen bij de bewindvoerders of curatoren. DNB zal op korte termijn het depositogarantiestelsel (DGS) in werking stellen. Dit is een regeling die particuliere rekeninghouders een schadevergoeding uitkeert tot een maximum van € 100 000 per persoon. De rekeninghouders dienen een aanvraag voor een vergoeding in bij DNB, die het DGS uitvoert. Bedrijven met een door de wet omschreven beperkte omvang kunnen eveneens een beroep doen op het DGS. DNB keert de vergoedingen uit. DNB heeft een regresrecht op de boedel. Uiteindelijk zijn het de andere banken met zetel in Nederland die de uitkeringen betalen. DNB slaat het door haar uitbetaalde totaalbedrag naar rato om over de andere banken.

Er wordt op dit moment vanuit gegaan dat er ongeveer 4 000 spaarders zijn met een spaarrekening of deposito boven de € 100 000. Het spaartegoed dat hiervan niet wordt vergoed via het DGS komt maximaal uit op € 140 miljoen. Deze personen vallen wel onder het DGS, maar hun dekking is gemaximeerd op € 100 000. Boven de € 100 000 is er sprake van een concurrente vordering.

Er zijn ook spaarders met een zogenaamd achtergesteld deposito. DSB Bank heeft aangegeven dat deze deposito’s niet onder het DGS vallen. Het gaat hierbij om ruim 4 000 personen. Het totale uitstaande bedrag is om en nabij € 110 miljoen. Vanwege deze achtergestelde positie, hebben deze crediteuren een verminderde kans op terugbetaling. Voor dit risico hebben de achtergestelde depositohouders een hogere rente ontvangen.

De bescherming van spaarders tot een maximum van € 100 000 per persoon neemt niet weg dat ook deze groep geraakt wordt. De noodregeling brengt in beginsel met zich dat rekeninghouders bij DSB Bank voorlopig niet bij hun geld kunnen komen. Echter, in samenspraak met de banken zullen DSB-klanten die geen betaalrekening bij een andere bank hebben in versneld tempo een rekening bij een andere bank kunnen openen. Tot en met woensdag blijft het mogelijk om met een DSB-betaalpas geld op te nemen bij geldautomaten van andere banken volgens het normale gastgebruik van banken. Voor vragen kan men ook terecht bij de telefonische informatiedesk van DNB.

Claims gedupeerden

Daarnaast zijn er nog klanten die claims hebben ingediend of overwegen claims in te dienen. Het is belangrijk om te weten dat de noodregeling op zich niets aan hun positie verandert. Aan sommige klanten is een regeling aangeboden die is uitonderhandeld met een van de stichtingen. Degenen die al hebben getekend kunnen van DSB Bank verlangen dat de afspraken worden nagekomen.

Voor de andere klanten geldt dat zij zich tot de bewindvoerders dienen te wenden. Onderdeel van hun taak zal zijn om alle verplichtingen van de bank af te wikkelen, dus ook de verplichtingen aan gedupeerden. Net als alle andere bankbestuurders die dit soort producten hebben verkocht, zullen ook de bewindvoerders zich moeten afvragen of het zin heeft om dat uit te procederen. Als de gedupeerde en de bewindvoerders er niet zouden uitkomen dan staat de gang naar de rechter open.

Financiële stabiliteit

Het is belangrijk om te constateren dat de problemen van de DSB Bank niet zijn veroorzaakt door de kredietcrisis. Het gaat om een individuele, relatief kleine bank die zelf in de problemen is gekomen door haar bedrijfsvoering, weglopende klanten, onduidelijke communicatie en de onzekerheid die daardoor is ontstaan. Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat DNB de noodregeling heeft moeten aanvragen voor DSB Bank. Het specifieke karakter van de problemen bij DSB Bank betekent dan ook niet dat er reden is voor zorg om andere banken. Dergelijke zorgen zouden wel kunnen ontstaan als een grote bank in problemen komt, omdat die als een spin in het web van het financiële stelsel functioneert. Bij DSB Bank is daarvan geen sprake.

Onderzoek

Niettemin zit ook ik met de vraag hoe het zover heeft kunnen komen. Ik wil dan ook precies weten wat er met DSB Bank is gebeurd. Daarom heb ik na raadpleging van de toezichthouders besloten een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de gang van zaken bij DSB Bank. Daarbij wordt ook gekeken naar het wettelijk kader en de manier waarop AFM en DNB op DSB Bank toezicht hebben gehouden.

Verder zal er een onderzoek van DNB en de AFM worden ingesteld naar de verantwoordelijkheden van de bestuurders van DSB Bank, niet alleen de huidige, maar ook de voormalige bestuurders, onder wie Gerrit Zalm, bestuursvoorzitter van ABN AMRO. Hij heeft inmiddels laten weten volledig mee te zullen werken aan dit onderzoek en de uitkomst ervan met vertrouwen tegemoet te zien.

Ik zal u de komende tijd op de hoogte houden van de ontwikkelingen.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Naar boven