31 371
Kredietcrisis

nr. 24
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 oktober 2008

Afgelopen maandagavond hebben wij een overleg gevoerd met VNO/NCW, MKB-NL, FME, MetaalUnie, Platform Detailhandel en Bouwend Nederland over de gevolgen van de kredietcrisis voor de reële economie. In deze brief willen wij uw Kamer graag informeren over de drie hoofdpunten van dit overleg.

1. Kredietverstrekking aan het MKB – verruiming BBMKB

Volgens de ondernemersverenigingen ontwikkelt de kredietverlening door banken zich nog gunstig, maar kan de malaise in de financiële sector gevolgen krijgen voor de kredietverlening aan bedrijven. Om daarop nu reeds voorbereid te zijn, willen we de borgstellingregeling voor het midden- en kleinbedrijf (het BBMKB; het besluit borgstelling MKB) verruimen.

Het BBMKB heeft tot doel om de bancaire financiering te bevorderen van MKB bedrijven met voldoende continuïteit- en rendementsperspectief maar met een zekerhedentekort, in welk geval de banken het risico van een financiering geheel voor eigen rekening te groot vinden.

Wij hebben besloten het BBMKB door de volgende maatregelen te verruimen:

1. Doelgroepuitbreiding van bedrijven met maximaal 100 werknemers naar bedrijven met maximaal 250 werknemers.

Het BBMKB was tot dusverre bestemd voor kredietverlening aan het kleinere MKB. Doelgroepuitbreiding van het BBMKB van 100 naar 250 werknemers kan ook voor het grotere MKB de mogelijke kredietverleningproblematiek verzachten. Deze bedrijven zijn in de regel aangewezen op bancaire financiering. Bovendien wordt hiermee aangesloten bij de MKB-definitie1 van de EU die voor de meeste EZ-instrumenten al geldt.

2. Verhoging van het bedrijfsborgstellingskrediet van maximaal € 1 mln naar maximaal € 1,5 mln.

Omdat met de doelgroepuitbreiding van het BBMKB van 100 naar 250 werknemers de behoefte aan grotere kredieten onder het BBMKB zal toenemen, wordt het bedrijfsborgstellingskrediet verhoogd naar maximaal € 1,5 mln. De overheid staat garant voor de facto 45% van de bancaire financiering.

3. Verhoging van het starters-borgstellingskrediet, ten behoeve van MKB bedrijven die maximaal 5 jaar oud zijn, van maximaal € 100 000 naar maximaal € 200 000.

In het starterssegment onder de BBMKB is de behoefte aan grotere kredieten toegenomen. Starters worden veelal tot de meer risicovolle bedrijven gerekend en ondervinden vaak extra moeilijkheden als zij kleinere kredieten behoeven. Starters kunnen vaak minder zekerheden bieden. Deze verruiming van de startersfaciliteit onder het BBMKB betekent een extra stimulans voor de banken om starters een krediet te verstrekken. De overheid staat in dit segment extra garant, namelijk de facto voor 80% van de bancaire financiering.

Voor starters die slechts een beperkt bedrag nodig hebben en die doorgaans door banken als relatief minder aantrekkelijke klanten worden beschouwd, heeft de staatssecretaris van Economische Zaken plannen ontwikkeld om microfinanciering te stimuleren. Zoals hij reeds bij brief van 11 september (TK 31 311, nr. 20) heeft aangekondigd gaan in januari 2009 twee landelijk dekkende pilots voor kredieten tot € 35 000 van start.

Er zijn in Nederland 700 000 bedrijven goed voor 4 miljoen banen die indien nodig voor de verruimde borgstelling in aanmerking kunnen komen. In 2009 bedraagt het garantiebudget voor borgstellingen onder het BBMKB € 745 mln. Mocht blijken dat de huidige middelen ontoereikend zijn, dan zullen we binnen de EZ-begroting extra ruimte beschikbaar stellen. Voorlopig denken we aan een eventuele verruiming met maximaal € 80 mln tot € 825 mln.

De informatieverplichtingen voor gebruikers zullen door bovengenoemde maatregelen licht dalen. De voor 2010 voorziene evaluatie van het BBMKB wordt reeds in november 2009 in gang gezet. Daarbij zal de effectiviteit en de wenselijkheid van voortzetting van de nu ingevoerde wijzigingen bezien worden. Hierover zullen wij overleggen met de banken en de ondernemersorganisaties.

2. Betere benutting van en communicatie over instrumenten

In het overleg met het bedrijfsleven werd tevens geconcludeerd, dat juist nu het MKB goed zicht en toegang moet hebben op de mogelijkheden die de financieringsinstrumenten van Economische Zaken bieden. Daarom is afgesproken om in gezamenlijk overleg tussen MKB, banken en overheid de bestaande kredietregelingen beter te gaan benutten en waar nodig de toegang te vergroten via meer bekendheid en verlaging van de verkrijgingskosten. Wij zullen daarom de communicatie omtrent deze instrumenten intensiveren, om de bekendheid daarvan bij het MKB te vergroten maar ook om accountmanagers bij de banken er op te attenderen welke mogelijkheden deze verruimde regeling biedt. Binnen het budget voor de BBMKB is sinds afgelopen jaar tevens extra ruimte ingebouwd voor financiering van internationale activiteiten van het MKB à € 45 mln. Ook aan de mogelijkheden van de BBMKB-regeling voor het exporterend bedrijfsleven zal in de communicatie extra aandacht worden besteed.

Niet alleen de BBMKB zal beter over het voetlicht worden gebracht, maar ook de Faciliteit Opkomende Markten (FOM) waarvan momenteel nog circa € 50 mln onbenut is. Met de FOM stimuleert EZ specifiek investeringen van Nederlandse ondernemingen in opkomende markten door het verstrekken van een garantie aan de Nederlandse Financierings Maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) voor (middel)lange termijnfinancieringen aan lokale dochterondernemingen of joint-ventures van Nederlandse bedrijven. Dit instrument voorziet in een behoefte daar waar banken niet aan de financieringsbehoefte van bedrijven voor projecten in opkomende markten kunnen of willen voldoen. De financiering per project bedraagt maximaal € 5 mln. Naar verwachting zal mede als gevolg van een vereenvoudiging van de administratieve procedures en een intensievere communicatie over dit instrument een groter beroep worden gedaan op de FOM. We zullen tevens bezien of een andere dekkingsratio aan de orde zou moeten zijn.

3. Gezamenlijke werkgroep

Met de ondernemersorganisaties spraken we af een gezamenlijke werkgroep van bedrijfsleven en overheid te vormen om een inventarisatie te maken van politieke en maatschappelijke dossiers waarbij versnelling van de besluitvorming kan bijdragen aan het vertrouwen in het investeringsklimaat in Nederland en de versterking van de concurrentiepositie van ons bedrijfsleven. Deze inventarisatie is mede ingegeven om tijdig te kunnen reageren indien ontwikkelingen anders lopen dan nu voorzien.

Wij zullen voor het kerstreces uw Kamer informeren over de uitkomsten van het overleg binnen deze werkgroep.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

De staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk


XNoot
1

MKB-definitie EU: de onderneming heeft niet meer dan 250 werknemers en de jaaromzet bedraagt maximaal € 50 mln. of het balanstotaal bedraagt maximaal € 43 mln.

Naar boven