31 371
Kredietcrisis

nr. 125
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 februari 2009

Bij brief van 27 januari jl. heb ik uw Kamer nader geïnformeerd over de aan ING verstrekte back-up faciliteit (Kamerstuk 31 371, nr. 95). Naar aanleiding hiervan heeft op 3 februari jl. een plenair debat plaatsgevonden. Naar aanleiding van dit debat zijn door verschillende fracties vragen gesteld welke ik in deze brief zal beantwoorden.

Kansberekening

Tijdens het plenair debat gaven de leden Irrgang (SP) en Tang (PvdA) aan nader geïnformeerd te willen worden over de wijze waarop de kansberekening tot stand is gekomen.

De Staat heeft een transactie gesloten waarbij de Alt A portefeuille eerst is afgewaardeerd tot 90% van de initiële waarde, waarna de Staat voor 80% van deze afgewaardeerde portefeuille deelt in de winsten en verliezen.

De beprijzing van deze transactie is gebaseerd op de onafhankelijke waardering van de Alt A portefeuille door Dynamic Credit.

Dynamic Credit heeft deze waardering gemaakt door naar de onderliggende hypotheken te kijken. NB: ING heeft geen hypotheken op de balans staan, maar obligaties. De hypotheken zijn verpakt door een intermediair die obligaties heeft uitgegeven.

Voor de waardering van de obligaties heeft Dynamic Credit twee scenario’s gehanteerd: een base case en een stress case scenario. Voor beide scenario’s zijn projecties gemaakt van de verwachte cash flows uit de obligaties, op basis van een analyse van de onderliggende hypotheekproducten.

Aannames van de base case zijn onder meer een 35% huisprijsdaling vanaf de top op nationaal niveau met uitschieters van 60–65% prijsdaling in de zwaarder getroffen gebieden als Florida en California. De werkloosheid loopt op tot 8% in 2010. Aannames van de stres case zijn nog negatiever: een verdere huisprijsdaling van 10–15% en een hoger oplopende werkloosheid.

De base case is zo gedefinieerd dat de kans op een minder gunstig scenario gelijk is aan de kans op een gunstiger scenario (50–50%). De stress case is zodanig vormgegeven dat de kans op een nog slechter scenario gelijk is aan 20 procent en de kans op een beter scenario gelijk is aan 80 procent.

De Staat heeft een transactie gesloten op een prijs van 90% van de initiële waarde van de portefeuille. Deze prijs ligt dicht tegen de waarde van de verwachte cash flows wanneer het stress case scenario zich voordoet.

Aangenomen dat de inkomsten normaal verdeeld zijn rond de base, is de kans 75% dat de portefeuille meer waard is dan de overeengekomen waarde. De kans dat de Staat geld verdient aan de transactie is dus berekend op 75%. Hieruit volgt dat de kans op een minder gunstig scenario berekend is op 25% (zie figuur 1).

Bij deze waarschijnlijkheidsverdeling hoort een verlies- en winstcurve. Bij de transactie die de Staat heeft afgesloten is de verwachte winst wanneer de base case zich materialiseert circa $ 2 miljard. Wanneer de stress case zich materialiseert is het verwachte verlies circa $ 600 miljoen (zie figuur 2).

Figuur 1

kst-31371-125-1.gif

Figuur 2

Additionele kredietverlening

Het lid Verdonk (TON) informeerde naar het commitment van ING inzake de additionele kredietverlening. ING heeft zich op eigen initiatief gecommitteerd om € 25 miljard extra krediet te verlenen in Nederland aan consumenten en bedrijven tegen marktconforme condities. ING zal zelf publiekelijk eind 2009 rapporteren over de naleving van dit commitment. In de tussentijd zal ik met ING hierover in gesprek blijven en u over de voortgang op dit punt blijven informeren.

Fiscale gevolgen voor ING

Het lid Koşer Kaya (D66) heeft geïnformeerd naar de fiscale gevolgen van deze constructie voor ING. Dit is echter een ING aangelegenheid. In verband met de geheimhoudingsverplichting kan geen informatie worden verstrekt over individuele belastingplichtigen. Uiteraard is de gebruikelijke fiscale wetgeving van toepassing en wordt ING niet anders behandeld dan andere belastingplichtigen.

Marges van banken

Zoals toegezegd tijdens het plenair debat zal ik met de banken in overleg treden over hypotheken, om banken in de gelegenheid te stellen duidelijkheid te verschaffen over de ontwikkelingen rond de marges bij hypotheken. Dit overleg is reeds ingepland. Over de uitkomsten hiervan zal ik u nader berichten.

In aanvulling hierop wil ik erop wijzen dat in de beantwoording op kamervragen van de leden Tang en Depla (beiden PvdA) over de bepaling door banken van de variabele rente van hypotheken (kamerstukken TK 2008/09, nr. 1045), reeds is gesteld dat banken vrij zijn de hoogte van de hypotheekrente te bepalen. Dit impliceert ook dat zij vrij zijn de hoogte van de opslagen te bepalen. In de huidige marktomstandigheden hebben sommige banken de opslag verhoogd vanwege het toegenomen marktrisico. Daarnaast zijn de financieringskosten voor banken toegenomen.

Hypotheekverstrekkers zijn verplicht de consument vooraf te informeren over de soort rentevergoeding: vast danwel variabel. De consument weet dus vooraf dat als hij kiest voor variabele rente, de rente kan worden aangepast en mogelijk wordt verhoogd. Tijdens de contractsduur moet de kredietverstrekker met variabele rente ook de consument informeren over elke wijziging van de kredietvergoeding, waarbij de consument ook wordt geïnformeerd over het gewijzigde kredietvergoedingspercentage op jaarbasis op grond van artikel 68 van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen.

Buitenlandse aandeelhouders

Naar aanleiding van het bericht dat 70 procent van de aandelen van ING in buitenlandse handen zijn, heeft het lid Verdonk (TON) geïnformeerd in welke landen de aandeelhouders van andere Nederlandse banken zich bevinden.

Aandeelhouders die een substantiële deelneming, of bijzondere statutaire zeggenschapsrechten verwerven dienen hiervan, conform de Wet op het financieel toezicht, melding te maken bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Aandeelhouders zonder dergelijke deelneming of zeggenschapsrechten hebben geen meldplicht, waardoor de nationaliteit niet zonder meer kan worden achterhaalt. Hierdoor is het onmogelijk om exact antwoord te geven op de vraag in welke mate de aandelen van Nederlandse banken worden aangehouden door buitenlandse partijen. Met het register, dat via de website van de AFM kan worden geraadpleegd, kan wel worden nagegaan welke buitenlandse partijen een substantiële deelneming in Nederlandse banken hebben. Hieruit komt naar voren dat Aviva plc (VK) een belang heeft in zowel Van Lanschot N.V als SNS Reeal N.V, en dat AllianceBernstein Corporation (VS) een belang heeft in ING Groep N.V.

Motie Nr. 107 Informatievoorziening over kredietcrisis

Het lid Vendrik (GroenLinks) informeerde na aanname van motie nr. 107 hoe snel deze zal worden uitgevoerd. De procedure van voorafgaande vertrouwelijke informatievoorziening is geschetst in de bief van 19 december 2008 (Kamerstukken 31 371, nr. 79). Ik ga hier graag met u over in gesprek.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Naar boven