31 361
Goedkeuring van de regeling van de staatssecretaris van Financiën van 23 november 2007, nr. DB2007/00637 (Stcrt. 230) tot buitentoepassingstelling voor een gedeelte van 2007 van de willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen, de energie-investeringsaftrek en de milieuinvesteringsaftrek

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 7 april 2008

De vaste commissie voor Financiën1 belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

De leden van de fracties van het CDA, de PvdA, de SP en de VVD hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

De onmiddellijke buitentoepassingstelling op 23 november 2007 heeft tot grote verontwaardiging geleid bij de getroffen partijen, evenals ongeveer een jaar eerder het geval was. Het is immers het tweede jaar op rij dat de regelingen voortijdig worden stopgezet. De leden van de CDA-fractie kunnen zich deze verontwaardiging goed voorstellen en roepen de regering op met een permanente oplossing te komen voor volgende jaren. De leden van de CDA-fractie vragen zich af of de regering al verder inzicht kan verschaffen in de mate waarin de budgetten voor 2007 uitgeput zijn?

De leden van de VVD-fractie vragen de regering aan te geven wat er met de afgewezen aanvragen gebeurt? Worden deze in 2008 automatisch alsnog behandeld? En/of kunnen deze aanvragen dit jaar opnieuw worden ingediend c.q. gehonoreerd? Worden de aanvragers op deze mogelijkheid gewezen? Zo neen, waarom niet?

Voor de leden van de CDA-fractie is vermindering van de administratieve lasten een belangrijk punt. De regering is van mening dat de stopzetting van de regelingen geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven heeft. De leden van de CDA-fractie verzoeken de regering bij ACTAL te informeren of de onzekerheid gecreëerd door het stopzetten en weer opstarten van de regeling alsmede het veranderen van de percentages niet leidt tot een verzwaring van de administratieve lastendruk.

En welk effect heeft dit stopzetten en weer opstarten op de werkzaamheden van bedrijven, die deze milieu-installaties installeren? Is de regering van mening dat verdere vermindering van de administratieve lasten in deze regelingen mogelijk is? Hoe verhoudt de verscherping van de voorwaarden van de regelingen zich tot de administratieve lasten voor het bedrijfsleven?

De leden van de CDA-fractie hebben met genoegen kennisgenomen van het feit dat per 1 januari 2008 beide regelingen weer toegankelijk zijn. Net als vorig jaar kunnen ondernemers, die investeren in milieu- en energiebesparing, een additioneel substantieel percentage van de kosten aftrekken van hun winst. De genoemde leden onderschrijven het nut van voornoemde regelingen ten zeerste. Echter, het Nederlandse bedrijfleven geeft aan met name hinder te ondervinden van de onzekerheid van de regeling, nog eens vergroot door de hoge energieprijzen. Immers, gaat het hier om substantiële investeringen in energie- en milieuverwante bedrijfsmiddelen. De leden van de CDA-fractie willen graag van de regering weten of er voor 2008 nu echt voldoende middelen zijn uitgetrokken om aan alle aanvragen te voldoen? Of is het zo dat er slechts voldoende middelen zijn om ervoor te zorgen dat het budget op zijn vroegst pas eind 2008 opraakt, zoals te lezen valt in een artikel in Het Financieele Dagblad van 28 december 2007? Kortom, zijn er genoeg middelen voor 2008 beschikbaar gesteld of niet? Ook vragen de leden zich af of het zo kan zijn dat door verscherpte voorwaarden die de staatssecretaris van Financiën in voornoemde regelingen heeft doorgevoerd, bepaalde ondernemers de regelingen niet toe kunnen passen omdat ze in 2007 te laat waren met het indienen met hun aanvraag? Ook zouden de genoemde leden graag vernemen welke maatregelen door de staatssecretaris van Financiën genomen zijn in het kader van het verscherpen van de voorwaarden.

Het is de leden van de CDA fractie opgevallen dat er op de aanvraagformulieren EIA en MIA geen voorbehoud wordt gemaakt voor het feit dat de regeling «op» kan zijn. De leden van de CDA-fractie gaan er vanuit dat de regering bewust ervoor gekozen heeft om de regeling dus niet nogmaals stop te zetten.

De leden van de CDA-fractie merken op dat dit wetsvoorstel identiek is aan wetsvoorstel 30 924. Mogen zij ervan uitgaan dat niet voor de derde maal hetzelfde wetsvoorstel zal worden ingediend? De administratieve lasten voor de regering voor het indienen van het wetsvoorstel mogen dan minimaal zijn – en voor de Raad van State voor het blanco advies – maar voor betrokkenen levert het grote onzekerheid op.

De leden van de VVD-fractie waarderen het dat de regering vasthoudt aan de budgettaire kaders van het beleid. Zij merken op dat de regering een mogelijke overschrijding van 25 miljoen euro signaleert. In 2006 was er ook reeds een overschrijding. Naar het zich laat aanzien is de budgetoverschrijding derhalve een structureel probleem. Onderkent de regering dit en welke conclusies verbindt zij hieraan? Ziet de regering mogelijkheden het budget opwaarts aan te passen of overweegt zij de subsidiepercentages neerwaarts bij te stellen? Kan de regering aangeven hoeveel aanvragen in 2007 niet gehonoreerd konden worden. En welk bedrag besloeg dit?

De leden van de CDA-fractie zijn erg benieuwd naar de voorstellen van de staatssecretaris van Financiën om de betrokkenheid van de Kamer te verbeteren. Wanneer kunnen genoemde leden deze voorstellen verwachten? En wat zal de inhoud van de voorstellen zijn?

De leden van de fractie van de PvdA vragen wat de stand van zaken is met betrekking tot de toezegging van de staatssecretaris van Financiën dat hij zal trachten een herhaling van de situatie dat deze subsidieregelingen plotseling stopgezet moeten worden te voorkomen? Deze leden zien met belangstelling uit naar voorstellen tot verbetering waarbij een abrupt einde niet meer tot de mogelijkheden behoort. Dit verhoogt de investeringszekerheid en de positie van de overheid als betrouwbare partner.

Ook zijn de leden van de PvdA-fractie benieuwd naar de door de staatssecretaris van Financiën aangekondigde verandering met betrekking tot de procedure dat de Tweede Kamer pas na afloop van het begrotingsjaar om toestemming wordt gevraagd over veranderingen (waaronder stopzetting) van deze regelingen.

Ook de leden van de SP-fractie zien het aangekondigde voorstel voor wijziging van de goedkeuringswetprocedure met belangstelling tegemoet. Onder verwijzing naar de aangenomen motie ingediend in het VAO over de SDE-regeling (Kamerstuk 31 239, nr. 13) verzoeken zij de regering in het voorstel voor een verbeterde goedkeuringswetprocedure op te nemen dat voorgenomen wijzigingen van de regelingen, ook in de toekomst tijdig aan de Kamer worden toegestuurd, zodat deze zich kan uitspreken over de inhoud ervan.

Tenslotte hebben de leden van de CDA-fractie nog twee vragen. Wat zijn de (budgettaire) gevolgen van het verwerpen van het wetsvoorstel? Tevens willen deze leden weten of het mogelijk is dat er een stapeling optreedt tussen de EIA, MIA, VAMIL en SDEregelingen? Zo ja, in welke gevallen?

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Blok

De griffier van de commissie,

Berck


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Vendrik (GL), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Van der Burg (VVD), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Heerts (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA) en Vos (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Halsema (GL), Remkes (VVD), Jonker (CDA), Aptroot (VVD), Van Gerven (SP), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), Mastwijk (CDA), De Krom (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Smilde (CDA), Anker (CU), Nicolaï (VVD), De Roon (PVV), Van Dam (PvdA), Smeets (PvdA), Karabulut (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA) en Roefs (PvdA).

Naar boven