nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
I ALGEMEEN
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, Wet op de Raad van State).De
willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen (Vamil), de energie-investeringsaftrek
(EIA) en de milieuinvesteringsaftrek (MIA) zijn gebudgetteerde regelingen.
Om budgetoverschrijding te voorkomen is in artikel 3.52, eerste lid, van de
Wet inkomstenbelasting 2001 voorzien in de mogelijkheid deze regelingen buiten
toepassing te stellen. Dit is gebeurd bij ministeriële regeling van 23 november
2007, nr. DB2007/00637 (Stcrt. 230). Investeringen in milieu-bedrijfsmiddelen
die hebben plaatsgevonden in de periode op of na 28 november 2007 doch
voor 1 januari 2008, komen zodoende niet meer in aanmerking voor willekeurige
afschrijving. Ingevolge de regeling zijn ook de percentages voor de EIA en
de MIA op nihil gesteld voor investeringen in 2007 die op of na 28 november
zijn gedaan.
Op grond van artikel 3.52, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001
dient een wetsvoorstel tot goedkeuring van een in het eerste lid bedoelde
regeling binnen drie maanden na de inwerkingtreding van die regeling ter goedkeuring
te worden gezonden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Het onderhavige
wetsvoorstel strekt ertoe aan deze verplichting te voldoen. Overigens zijn
er aan het stopzetten van de Vamil, de EIA en de MIA geen gevolgen verbonden
voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.
II ARTIKELSGEWIJS
Artikel I
Op 28 november 2007 werden de Vamil, de EIA en de MIA stopgezet omdat
te voorzien was dat het gebruik van deze drie investeringsregelingen in 2007
zou kunnen leiden tot een overschrijding van circa € 25 miljoen.
Ter voorkoming dan wel ter beperking van deze budgettaire overschrijding is
voor een gedeelte van 2007 de Vamil buiten toepassing gesteld en is het percentage
van de EIA en MIA op nihil gesteld. In dit verband zij overigens
verwezen naar de brief van de staatssecretaris van Financiën van 28 november
2007, nr. DB 2007-00637 (Kamerstukken II 2007/08, 31 200 IXB,
nr. 9). In die brief is de Tweede Kamer reeds bericht dat, indien zich
ondanks stopzetting in 2007 toch een budgetoverschrijding voordoet, deze overschrijding
niet ten laste zal worden gebracht van het budget van 2008.
De Vamil, de EIA en de MIA zijn per 1 januari 2008 weer opengesteld.
In de loop van 2008 kan worden bepaald of en, zo ja, in hoeverre het budget
voor 2007 werkelijk is overschreden. Mocht dan blijken dat door de sluiting
van de Vamil, de EIA en de MIA een volledige uitputting van de budgetten voor
2007 uitbleef, dan zal éénmalig het resterende positieve saldo
worden toegevoegd aan de budgetten voor 2008.
In de nota naar aanleiding van het verslag van 13 april 2007 ter
zake van de goedkeuring van de regeling van 11 oktober 2006, nr. DB2006/00 476
(Stcrt. 198) tot buitentoepassingstelling voor een gedeelte van 2006 van de
energie-investeringsaftrek en de milieu-investeringsaftrek heb ik opgemerkt
dat de goedkeuringswetprocedure voor de huidige fiscale investeringsregelingen
niet een goede methode is om te voorzien in de betrokkenheid van de Kamer
(Kamerstukken II 2006/07, 30 924, nr. 5, p. 3). Het is mijn
voornemen op korte termijn een voorstel op dit punt aan de Staten-Generaal
voor te leggen.
Artikel II
Bij ministeriële regeling van 23 november 2007 is de werking
van de Vamil, de EIA en de MIA per 28 november 2007 voor de rest van
het jaar stopgezet. Deze goedkeuringswet die in werking treedt met ingang
van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst,
heeft dus feitelijke werking voor de periode van 28 november 2007 tot
1 januari 2008.
De staatssecretaris van Financiën,
J. C. de Jager