31 359
Goedkeuring van het op 7 juni 2007 te Luxemburg tot stand gekomen Besluit van de Raad van de Europese Unie betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (Trb. 2008, 9)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 11 april 2008

De vaste commissie voor Financiën1 belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave Blz.

• Algemeen 1

• Inleiding 1

• Het nieuwe Eigen Middelenbesluit 2

Algemeen

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel betreffende de goedkeuring van het onderhavige Eigen Middelenbesluit. Zij hebben enkele korte vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Ook zij hebben enkele vragen.

Inleiding

Het besluit zou eigenlijk op 1 januari 2007 in werking moeten zijn getreden. Het verbaast de leden van de VVD-fractie dat het bijna anderhalf jaar te laat is. Wat gaat de regering eraan doen om dit in de toekomst te voorkomen? Gaat de regering hier ook op aandringen bij de collega-lidstaten? De reden was het verschil van interpretatie van de afspraken in december 2005. Dit was nog een jaar voor de deadline. Wat was dat verschil in interpretatie en waarom is het verschil in interpretatie niet in dat jaar opgelost?

De regering geeft aan dat Nederland jaarlijks ca. 6 miljard euro afdraagt en ca. 2 miljard euro ontvangt. de leden van de PvdA-fractie vragen de regering deze twee gegevens van de overige lidstaten op dezelfde manier te presenteren.

Het nieuwe Eigen Middelenbesluit

Op het jaar 2009 na is de netto-positie van Nederland niet significant veel beter dan voorgaande jaren. Sterker nog, de termijn 2007–2013 herbergt de hoogste pieken. Wat is concreet in miljarden het positieve verschil in verhouding tot voorgaande termijnen, zo vragen de leden van de VVD.

Duidelijk is dat het gat met andere lidstaten, met een vergelijkbaar welvaartsniveau, t.o.v. de Nederlandse netto-positie gemiddeld genomen is gestegen (tot 2005). In het nieuwe EMB is daar voor deze FP-periode een correctie op gekomen. Kan de regering uitweiden over deze correctie? Hoe kan de grafiek van figuur 2 dan worden doorgetrokken? Blijven de lijnen wel naar elkaar toe bewegen (worden de verschillen tussen lidstaten met de correctie nog steeds kleiner)?

Ook aan de uitgavenkant van de begroting werd recht gedaan aan de scheve verhouding die was ontstaan. Kan de regering dit specificeren (met gebruikmaking van cijfers)?

Eén van de drie hoofddoelstellingen die de inzet van de Nederlandse regering in de onderhandelingen als leidraad gebruikte was «beleidshervorming». Hierbij werd voor de benadering gekozen dat voor nieuw beleid «oud» beleid plaats moet maken (nieuw voor oud). Dit is weinig concreet. Hoe werd deze hoofddoelstelling gebruikt en wat leverde dit concreet qua veranderingen op?

Het totaal van de jaarlijkse betalingskredieten mag maximaal 1,24% van het Europese BNI zijn en de vastleggingskredieten mogen maximaal 1,31% van het Europese BNI bedragen. Waar zijn deze percentages op gestoeld?

De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering enig idee heeft op welk moment de Europese Commissie met een evaluatie komt van de EU-uitgaven, waaronder het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), en de EU-inkomsten, waaronder de korting («rebate») die het Verenigd Koninkrijk heeft? Is het waar dat de discussie die hierover gevoerd zal worden nauw verband houdt met de Financiële Perspectieven 2014–2020 en de mogelijkheid voor Nederland om net als in de huidige periode een afdrachtskorting uit te onderhandelen? Wat is het standpunt van het kabinet over het GLB en de Britse rebate?

Volgens de regering zouden de traditionele Eigen Middelen moeten worden meegerekend als afdrachten van individuele lidstaten. De Commissie deelt deze mening niet. Wat is de uitkomst van dit debat geweest, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Wordt de geïnde douaneheffing uiteindelijk beschouwd als afdrachten van de lidstaat die ze overmaakt naar Brussel? Om welk bedrag zou dit voor Nederland gaan? En voor de overige lidstaten?

De leden van de VVD-fractie vragen de regering in een overzicht gespecificeerd aan te geven wat elke lidstaat gespecificeerd per bron afdraagt aan de Unie en een vergelijkbaar overzicht in welke categorieën de lidstaten wat retour ontvangen. Dit over de afgelopen vijf jaar en de verwachtingen voor de komende vijf jaar.

Tenslotte vragen deze leden de regering uitvoerig uiteen te zetten wat de inzet en strategie van de regering is om de Nederlandse netto-positie in de verdere toekomst te verbeteren. Alsmede wat de inzet en strategie in de lopende Europese begrotingsevaluatie is.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Blok

De griffier van de commissie,

Berck


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Vendrik (GL), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Van der Burg (VVD), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Heerts (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA) en Vos (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Halsema (GL), Remkes (VVD), Jonker (CDA), Aptroot (VVD), Van Gerven (SP), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), Mastwijk (CDA), De Krom (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Smilde (CDA), Anker (CU), Nicolaï (VVD), De Roon (PVV), Van Dam (PvdA), Smeets (PvdA), Karabulut (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA) en Roefs (PvdA).

Naar boven