31 349
Evaluatie van de Mijnbouwwet

nr. 10
MOTIE VAN DE LEDEN JACOBI EN JANSEN

Voorgesteld 18 maart 2009

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de Waddenzee een natuurgebied is van internationaal belang, waar geen risico’s genomen mogen worden ten aanzien van de natuuren milieuwaarden;

van mening, dat voortdurende onzekerheid over de mogelijkheid of onmogelijkheid van zoutwinning onder de Waddenzee onwenselijk is als daarmee valse hoop wordt gegeven ten aanzien van alternatieven voor zoutwinning onder land;

constaterende, dat zoutwinning niet is opgenomen in de PKB Waddenzee, en dat van activiteiten in en rond Natura 2000-gebieden moet worden aangetoond dat zij géén significante effecten zullen hebben op de natuurwaarden, dan wel indien het een activiteit van groot maatschappelijk belang betreft, moeten worden gecompenseerd;

constaterende, dat het TNO-onderzoek aantoont dat economisch rendabel winnen van zout niet mogelijk is zonder effecten op natuur en milieu;

verzoekt de regering een passende beoordeling uit te voeren waarin duidelijk wordt of zoutwinning zonder natuurschade onder de Waddenzee mogelijk is of dat zoutwinning zou classificeren als activiteit van groot maatschappelijk belang;

verzoekt de regering op basis van de uitkomsten van dit onderzoek een uitspraak te doen over de wenselijkheid of onwenselijkheid van zoutwinning onder de Waddenzee, en eventueel de PKB Waddenzee op dit punt aan te passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Jacobi

Jansen

Naar boven