31 339
Wijziging van artikel 3 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 in verband met het schrappen van de territorialiteitseis

nr. 4
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD

I Voorstel van wet

Artikel II luidde:

Artikel II

Op een aanvraag als bedoeld in de artikelen 34 en 35 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 van een binnen de Europese Unie woonachtige belanghebbende wordt vanaf 26 oktober 2006 met inachtneming van de bepalingen van deze wet een besluit genomen.

II Memorie van toelichting

De oorspronkelijke tekst van alinea zes van het algemene deel luidde:

Het arrest van het Hof van 26 oktober 2006 is vanaf deze datum voor belanghebbenden woonachtig binnen de Unie de juridische basis voor een aanspraak op een uitkering, toeslag, vergoeding of tegemoetkoming. Ten aanzien van deze groep is er toch voor gekozen een overgangsbepaling op te nemen (artikel II). Dit om ervoor te zorgen dat rechtstreeks uit de wet volgt dat vanaf de datum van het arrest dienovereenkomstig wordt besloten. Een ander argument voor de opneming van dit artikel is de rechtszekerheid voor belanghebbenden.

Voor de volledigheid geef ik hier aan dat belanghebbenden die buiten de Unie wonen eerst rechten aan de Wubo kunnen ontlenen na de inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel.

Naar boven