nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enige wijzigingen
aan te brengen betreffende afvalstoffen in de hoofdstukken 10 en 15 van de
Wet milieubeheer;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1, vijfde lid, komt te luiden:
5. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt:
a. onder het zich ontdoen van afvalstoffen mede verstaan het nuttig
toepassen of verwijderen van afvalstoffen binnen de inrichting waarin deze
zijn ontstaan;
b. onder het zich door afgifte ontdoen van afvalstoffen mede verstaan:
1°. het voor nuttige toepassing of verwijdering brengen van afvalstoffen
vanuit een inrichting naar een elders gelegen inrichting die aan dezelfde
natuurlijke of rechtspersoon behoort;
2°. het tijdelijk voor nuttige toepassing afgeven van afvalstoffen.
B
In artikel 8.20, derde lid, onder b, vervalt de zinsnede: , dan wel –
in gevallen als aangegeven krachtens artikel 8.35 – Onze Minister.
C
In artikel 8.25, eerste lid, aanhef, vervalt: , 8.38.
D
De artikelen 8.35 tot en met 8.36e alsmede de artikelen 8.37 en 8.38 vervallen.
E
In artikel 10.5, tweede lid, vervalt de zinsnede: een inrichting die behoort
tot een categorie of een categorie van gevallen die is aangewezen krachtens
artikel 8.35, alsmede ten aanzien van.
F
Artikel 10.7, tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. de capaciteit die benodigd is voor de daarbij aangewezen wijzen
van beheer van afvalstoffen in de betrokken periode van vier jaar en, voor
zover mogelijk, in de daaropvolgende zes jaar;.
G
In artikel 10.25, onderdeel a, wordt «terecht komen» vervangen
door: terechtkomen.
H
Artikel 10.26 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «bij de verordening»
vervangen door: daarbij.
2. Aan het eerste lid worden, onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel c door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:
d. daarbij aangegeven bestanddelen van het groente-, fruit- en tuinafval
afzonderlijk worden ingezameld;
e. groente-, fruit- en tuinafval met andere daarbij aangegeven bestanddelen
van huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk van het overige huishoudelijk
afval wordt ingezameld.
3. Het derde en vierde lid vervallen.
I
In artikel 13.11 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.»
voor het eerste lid.
J
Artikel 15.33, eerste lid, komt te luiden:
1. De gemeenteraad kan een heffing instellen ter bestrijding van
de kosten die voor haar verbonden zijn aan:
a. het beheer van huishoudelijke afvalstoffen,
b. het voorkomen dan wel zoveel mogelijk beperken dat afvalstoffen
als zwerfafval in het milieu terecht komen, dan wel
c. het opruimen, het vervoer, de nuttige toepassing of de verwijdering
van afvalstoffen die als zwerfafval in het milieu terecht zijn gekomen.
Aan deze heffing kunnen worden onderworpen degenen die, al dan niet krachtens
een zakelijk of persoonlijk recht, feitelijk gebruik maken van een perceel
ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 een verplichting
tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
K
Artikel 18.13 vervalt.
L
In artikel 18.14 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.»
voor het eerste lid.
M
In de artikelen 18.14a, eerste lid, en 18.16, eerste lid wordt «artikel
18.14, eerste lid,» vervangen door: artikel 18.14.
N
Artikel 20.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt onderdeel d, onder lettering van de
onderdelen e tot en met k als d tot en met j.
2. In het derde lid wordt «onder a, c, d, e of f» vervangen
door: onder a, c, e of f.
O
In artikel 21.6, vierde lid, vervalt: , 8.35.
P
Aan artikel 22.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. Hoofdstuk 10, met uitzondering van titel 10.7, is niet van toepassing
op gedragingen, voor zover daaromtrent voorschriften gelden, die zijn gesteld
bij of krachtens de Kaderwet diervoeders.
ARTIKEL II
In onderdeel C van de bijlage bij de Algemene wet bestuursrecht vervalt
in onderdeel 3: , 8.36a.
ARTIKEL III
De Kernenergiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 17, eerste lid, 20, eerste lid, en 20a, tweede lid, wordt «de
paragrafen 8.1.3.2 en 8.1.3.3» vervangen door: paragraaf 8.1.3.2.
B
In artikel 83a wordt «18.14, eerste lid» vervangen door: 18.14.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,