31 332 Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen

Nr. 70 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 oktober 2015

Op 6 oktober 2015 hebben we u de brief Stand van zaken invoering referentieniveaus taal en rekenen gestuurd.1 Op 7 oktober jl. hebben we naar aanleiding van onder andere deze brief met uw Kamer een debat gevoerd over met name rekenen en de invoering van de rekentoets (Handelingen II 2015/16, nr. 11, item 12).2 Tijdens dit debat is een aantal moties ingediend. Op 13 oktober heeft uw Kamer gestemd over deze moties (Handelingen II 2015/16, nr. 13, item 17). Nu enkele van deze moties tijdens de stemmingen zijn aangenomen, lichten wij graag toe hoe we deze moties gaan uitvoeren.

Voortgezet onderwijs

De motie Jadnanansing c.s. verzoekt ons om naast het mbo, de rekentoets ook binnen het vmbo en havo niet te laten meetellen voor het behalen van het diploma zolang deze toets een te hoge drempel vormt voor veel jongeren om een diploma te kunnen behalen.3 Het lid Jadnanansing heeft bij het aannemen van deze motie verzocht om een reactie over hoe hier uitvoering aan gegeven zal worden.4

Wij zullen deze motie uitvoeren. Dit betekent dat in het huidige schooljaar (2015–2016) het resultaat op de rekentoets alleen meetelt voor het behalen van het diploma voor leerlingen op het vwo. Voor leerlingen op het vmbo en havo geldt dat zij de rekentoets wel moeten maken en dat het resultaat op de cijferlijst komt te staan zonder dat deze meetelt voor het behalen van het diploma. Voor het vmbo en havo zullen wij de resultaten constant monitoren. Wij informeren u op de gebruikelijke wijze in de voortgangsrapportage taal en rekenen. Op basis van de resultaten zal vervolgens het moment kunnen worden bepaald waarop het resultaat van de rekentoets gaat meetellen voor het behalen van het diploma in een vmbo-leerweg of op het havo.

Middelbaar beroepsonderwijs

Voor het mbo geldt, zoals aangekondigd in de brief van 6 oktober jl., dat de rekentoets moet worden afgelegd, maar dat het resultaat op de rekentoets het lopende schooljaar en de komende schooljaren nog niet meetelt voor het behalen van het diploma. Het door de leerling behaalde resultaat wordt wel vermeld op de resultatenlijst bij het diploma. In de brief van 6 oktober is aangegeven dat de resultaten in het mbo gaan meetellen voor het behalen van het diploma, zodra het resultaat ook voor alle diplomerende leerlingen in het vo, die direct doorstromen naar het mbo heeft meegeteld voor het behalen van het diploma. Het vo, met name het vmbo en ook het havo, is immers het aanleverend onderwijs voor het mbo en zoals al eerder gecommuniceerd is het uitgangspunt van het beleid dat er voor het mbo sprake is van een onderhoudsplicht, waarbij eerder opgedane rekenvaardigheden worden onderhouden.5

Nu uw Kamer van opvatting is dat het resultaat op de rekentoets nog niet mag meetellen voor het behalen van het diploma in het havo en vmbo in het schooljaar 2015–2016, betekent dit dat nog langer een deel van de studenten dat vanuit het vo het mbo instroomt niet de benodigde rekenvaardigheden bezit. Gezien het uitgangspunt van de onderhoudsplicht, betekent uitstel in het vo ook verder uitstel voor het mbo voor het meetellen van het resultaat voor het behalen van het diploma. Zolang de instroom vanuit het vo naar het mbo niet op orde is, kan het mbo immers niet op een reële manier invulling geven aan de onderhoudsplicht. Zodra het resultaat gaat meetellen voor het vo, zullen we bepalen wanneer het resultaat ook in het mbo kan gaan meetellen voor het behalen van het diploma. Het uitgangspunt daarbij is dat dit vier studiejaren later is, maar indien de resultaten in het mbo dit toelaten, kunnen we ertoe besluiten dat dit al eerder gebeurt.

Actieplan rekenonderwijs

In de brief van 6 oktober jl. hebben we aangekondigd dat er een actieplan rekenonderwijs mbo komt, om ervoor te zorgen dat leerlingen en scholen de komende jaren serieus omgaan met het verbeteren van de kwaliteit van het rekenonderwijs. Nu het resultaat op de rekentoets naar de opvatting van de Kamer ook nog niet mag meetellen voor het behalen van het diploma in het havo en vmbo, zullen we nader moeten bezien wat dit voor het actieplan rekenonderwijs mbo betekent. Wij willen de komende tijd dit plan nader uitwerken met in ieder geval de MBO Raad, JOB en de Beroepsvereniging docenten mbo (BVMBO). Daarbij bezien we dan ook hoe de niet-bekostigde scholen in het mbo kunnen worden gestimuleerd om werk te maken van het (verbeteren van het) rekenonderwijs.

De in de brief van 6 oktober beschreven acties betekenen ook een intensivering van de ondersteuning van scholen in het vo, met name voor de sector en het profiel waar de prestaties nog achterblijven bij de rest. Zoals gezegd monitoren wij de resultaten nauwkeurig. In overleg met het Steunpunt taal en rekenen vo zullen we nader bezien welke acties we aanvullend ondernemen om te zorgen dat scholen voldoende aandacht blijven geven aan het verbeteren van het rekenonderwijs. We bespreken dit ook met mensen uit de praktijk, waaronder de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren.6

Doorstroom naar het hoger beroepsonderwijs

Nu is besloten tot het voorlopig nog niet mee laten tellen van de resultaten van de rekentoets in het havo, worden er, zoals al is aangegeven in het debat op 7 oktober, voor zowel het havo als mbo-4 vooralsnog geen beperkingen gesteld met betrekking tot de doorstroom naar hbo-opleidingen. Hiermee worden er voor havo en mbo-4 dezelfde eisen gesteld.

Gebruik rekenmachine

De motie Bisschop c.s. verzoekt ons om het advies van de commissie Bosker dat de rekenmachine alleen toegestaan zou moeten worden als dat in het dagelijks leven noodzakelijk is, uit te voeren en de rekenmachine verder alleen toe te staan voor opgaven die het gebruik van een rekenmachine toetsen, en voor leerlingen met dyscalculie een passende regeling te treffen.7

In onze brief van 25 juni jl. hebben wij aangegeven dat de aanbevelingen van de commissie Bosker zijn opgevolgd en met de brief van 6 oktober jl. hebben wij de recente bevestiging hiervan van prof. dr. Bosker meegestuurd. De rekentoets van dit schooljaar zijn gebaseerd op de syllabus rekenen vo en mbo, die voorschriften bevat over het gebruik van de rekenmachine. Het gebruik van de rekenmachine is al minder geworden. We gaan nogmaals bekijken of de opmerking van commissie Bosker op dit specifieke punt tot aanpassing van de syllabus en daarmee de toets leidt en komen hier voor de zomer van 2016 op terug.

Deelname aan internationaal vergelijkend onderzoek

De motie Bisschop c.s. verzoekt ons om de huidige praktijk te continueren dat deelname aan internationaal vergelijkend onderzoek enkel op basis van vrijwilligheid gebeurt, en er geen verplichting wordt opgenomen in het wetsvoorstel inzake de diagnostische tussentijdse toets (DTT) dat scholen verplicht moeten deelnemen aan internationaal vergelijkend onderzoek.8

Een verplichting is op dit moment niet aan de orde, aangezien het wetsvoorstel stil ligt. Zoals eerder is gemeld in de brief nut en waarde van toetsing in het funderend onderwijs wordt de DTT op dit moment samen met het vo-veld ontwikkeld in een pilot.9 Gedurende de pilot blijft het wetsvoorstel DTT, dat ook de hier bedoelde verplichting voor deelname aan internationaal vergelijkend onderzoek inhoudt, aangehouden. Uw Kamer wordt over de voortgang van de pilot jaarlijks geïnformeerd.

Onderzoek naar besteding middelen taal en rekenen

De motie Straus/Van Dijk verzoekt ons om een onderzoek in te stellen naar de besteding van middelen die de afgelopen jaren ter beschikking zijn gesteld aan de onderwijsinstellingen ten behoeve van het verbeteren van het rekenonderwijs, de Kamer hierover voor het voorjaarsreces te informeren en te onderzoeken of deze middelen kunnen worden teruggevorderd wanneer deze onjuist zijn besteed.10

Zoals reeds aangekondigd in de brief van 6 oktober jl. wordt er komend jaar een onderzoek uitgevoerd naar de besteding van de middelen voor taal en rekenen in de afgelopen jaren. Wij zien dit deel van de motie dan ook als een ondersteuning van het door ons aangekondigde onderzoek. Zoals toegezegd informeren wij u op korte termijn over de uitvoering van het onderzoek en voor de zomer over de resultaten.

Wijziging van regelgeving

De gevolgen van de brief van 6 oktober jl. en de in deze brief genoemde maatregelen zullen wij waar nodig verwerken in de regelgeving. De scholen worden hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Kamerstuk 31 332, nr. 52.

X Noot
2

Waar hier wordt gesproken over de rekentoets, wordt zowel de rekentoets in het vo als het centraal examen rekenen in het mbo bedoeld; waar hier wordt gesproken over leerlingen, wordt zowel leerlingen in het vo als studenten in het mbo bedoeld; waar hier wordt gesproken over scholen wordt zowel vo-scholen als mbo-instellingen bedoeld.

X Noot
3

Kamerstuk 31 322, nr. 63.

X Noot
4

Brief Tweede Kamer, 13 oktober 2015.

X Noot
5

Uitzondering hierop is mbo-4, waar leerlingen vanuit het vmbo vaak zullen instromen met het referentieniveau 2F, maar voor het behalen van het diploma referentieniveau 3F moeten behalen.

X Noot
6

Hiermee geven we invulling aan de motie Rog c.s. (Kamerstuk 31 322, nr. 59), om in overleg met het veld en in ieder geval de NVvW, per sector een aanpak te ontwikkelen ter verbetering en borging van de rekenvaardigheid.

X Noot
7

Kamerstuk 31 322, nr. 64.

X Noot
8

Kamerstuk 31 322, nr. 65.

X Noot
9

Kamerstuk 31 293, nr. 204.

X Noot
10

Kamerstuk 31 322, nr. 66.

Naar boven