nr. 14
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 januari 2010
In het Algemeen Overleg van 9 december 2009 (kamerstuk 31 332,
nr. 13) hebben wij, conform het verzoek van de vaste Kamercommissie, toegezegd
dat de Kamer na indiening van het wetsvoorstel referentieniveaus Nederlandse
taal en rekenen, de AMvB waarbij de referentieniveaus worden vastgesteld in
conceptvorm zal ontvangen.1 Ook over de andere
AMvB’s die samenhangen met dit wetsvoorstel, is tijdens het Algemeen
Overleg afgesproken dat de Kamer ze in conceptvorm krijgt toegestuurd. Eén
daarvan, het Examenbesluit beroepsopleidingen WEB, treft u hierbij al aan.1 Bij beide besluiten gaat het, voor alle duidelijkheid, om conceptteksten
die nog moeten worden behandeld in de Ministerraad en waarover de Raad van
State nog zal adviseren. Het wetsvoorstel, de AMvB referentieniveaus en het
Examenbesluit hebben alle als beoogde inwerkingtredingdatum 1 augustus
2010. Wij hopen dat uw Kamer bereid is bij de planning van de behandeling
van het wetsvoorstel rekening te houden met deze beoogde datum van inwerkingtreding.
Twee andere AMvB’s zult u in een later stadium ontvangen. Deze AMvB’s
zullen ná 1 augustus 2010, op een nader te bepalen tijdstip, in
werking treden. Het gaat ten eerste om een AMvB over de verzameling van objectieve
en valide gegevens over het eindniveau taal en rekenen van leerlingen in het
PO en SO. Ten tweede gaat het om een AMvB tot wijziging van het Eindexamenbesluit
v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o., waarbij regels worden gegeven over de rekentoets.
Meer informatie over de fasering van de regelgeving rond de referentieniveaus,
treft u aan in paragraaf 2.6 van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel.
De introductie van zowel het referentiekader als de taal- en rekenmaatregelen
in de verschillende sectoren vraagt om een zorgvuldige invoering. Wij zijn
er van overtuigd dat we een invoeringstrategie hebben ontworpen waarin wij
een stevige ambitie combineren met flexibiliteit en gefaseerde besluitvorming
in de komende jaren. In goede afstemming met de Tweede Kamer kunnen we de
komende jaren het onderwijs in de basisvaardigheden taal en rekenen naar een
hoger plan tillen.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. A. M. Dijksma